Grammatica 5-12

Vandaag
  • Grammatica zelfstandig naamwoord & lidwoord
  • Maken opdrachten
  • Nakijken
  • Grote Pepernotenwedstrijd!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Grammatica zelfstandig naamwoord & lidwoord
  • Maken opdrachten
  • Nakijken
  • Grote Pepernotenwedstrijd!

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 2 - Open vraag

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
De pepernoten zijn lekker gebakken.

Slide 3 - Open vraag

Zelfstandige naamwoorden
Mensen: vader, moeders, neefjes
Dieren: hond, katten, biggetjes
Planten: boom, bloem, struik
Dingen die je kunt zien: tafel, stoelen, bordje
Dingen die je niet kunt zien: geloof, liefde, hoop
Namen: Alkmaar, Trudy, Vondelstraat, Noordzee, Schiphol, december
                              

Slide 4 - Tekstslide

Zelfstandige naamwoorden
  • De, het of een
  • Enkelvoud of meervoud
  • Verkleinwoord
                              

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 15
Van welke woorden kun je een meervoud of verkleinwoord maken?
1. Ik haalde de trein net op tijd.
2. Mijn vader is gek op dit spel.
3. In de kersenboom hing één rijpe kers.
4. Elke dag krijg ik een bloem van hem.
5. Hij stuurde mij een prachtige liefdesbrief.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een lidwoord?

Slide 7 - Open vraag

Lidwoorden
De, het en een

Staat voor een zelfstandig naamwoord.

Het pakje.
De schoorsteen.
Een pepernoot.

Slide 8 - Tekstslide

Maak opdrachten 16, 17, 18, 19
Klaar? 

Laat je schrift zien en haal een nakijkboekje op.
Kijk de opdrachten 12 tot en met 19 na.

Slide 9 - Tekstslide

De grote pepernotenwedstrijd!

Slide 10 - Tekstslide

Pepernotenwedstrijd
Groepen van 4 personen. Ga bij elkaar zitten.

  • Zometeen komen er verschillende vragen. Beantwoord de vragen met je groep door het antwoord op een A4 te schrijven. Je krijgt telkens 30 seconden de tijd. Dan steek je je blaadje in de lucht.

  • Antwoord goed? Je krijgt een pepernoot. De groep met de meeste pepernoten wint!

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 1
Hoeveel werkwoorden staan er in deze tekst?

Sinterklaas liep zielig alleen door de stad. Zijn Staf was gestolen door Dief-Piet. Dief-Piet is een vervelende Piet, die graag snoepjes en cadeautjes steelt. Gelukkig heeft Sint ook een Dappere-Piet, die zorgt ervoor dat de Staf weer terug komt!
timer
0:30

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 1
Hoeveel werkwoorden staan er in deze tekst?
8

Sinterklaas liep zielig alleen door de stad. Zijn Staf was gestolen door Dief-Piet. Dief-Piet is een vervelende Piet, die graag snoepjes en cadeautjes steelt. Gelukkig heeft Sint ook een Dappere-Piet, die zorgt ervoor dat de Staf weer terug komt!

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 2
Schrijf de persoonsvormen op:

  • Sint geeft het lieve meisje een groot cadeau.
  • Hinkelend gaat Piet langs de huizen.
  • De pepernoten knallen door de schoorsteen heen.
timer
0:30

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 2
Schrijf de persoonsvormen op:

  • Sint geeft het lieve meisje een groot cadeau.
  • Hinkelend gaat Piet langs de huizen.
  • De pepernoten knallen door de schoorsteen heen.

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 3
Schrijf de werkwoordelijk gezegdes op:

  • Cocktail-Piet heeft een lekkere cocktail gemaakt voor alle Pietjes.
  • Ik heb gisteren echt veel pepernoten gegeten.
  • Sint heeft zijn cadeaus niet allemaal kunnen tellen.
timer
0:30

Slide 16 - Tekstslide

Vraag 3
Schrijf de werkwoordelijk gezegdes op:

  • Cocktail-Piet heeft een lekkere cocktail gemaakt voor alle Pietjes.
  • Ik heb gisteren echt veel pepernoten gegeten.
  • Sint heeft zijn cadeaus niet allemaal kunnen tellen.

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 4
Schrijf alle lidwoorden op:

Sint was eens aan het denken, wat hij de lieve Teun zou schenken. Misschien een grote auto, of een nieuwe I-Phone. Hij koos voor het grootste cadeau allertijden. De vrijgevige Sint gaf Teun een gigantische pepernoot.
timer
0:30

Slide 18 - Tekstslide

Vraag 4
Schrijf alle lidwoorden op:

Sint was eens aan het denken, wat hij de lieve Teun zou schenken. Misschien een grote auto, of een nieuwe I-Phone. Hij koos voor het grootste cadeau allertijden. De vrijgevige Sint gaf Teun een gigantische pepernoot.

Slide 19 - Tekstslide

Vraag 5
Schrijf alle zelfstandige naamwoorden op:

Sint was eens aan het denken, wat hij de lieve Teun zou schenken. Misschien een grote auto, of een nieuwe I-Phone. Hij koos voor het grootste cadeau allertijden. De vrijgevige Sint gaf Teun een gigantische pepernoot.
timer
0:30

Slide 20 - Tekstslide

Vraag 5
Schrijf alle zelfstandige naamwoorden op:

Sint was eens aan het denken, wat hij de lieve Teun zou schenken. Misschien een grote auto, of een nieuwe I-Phone. Hij koos voor het grootste cadeau allertijden. De vrijgevige Sint gaf Teun een gigantische pepernoot.

Slide 21 - Tekstslide

En de winnaar is........

Slide 22 - Tekstslide