Les 2/3- H 3 - Decimale getallen - Afronden
1 / 29
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Check-in:
Heb je zin in de les?
Heb je zin in de les?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Rond af op één cijfer achter de komma.
5,579 wordt
5,579 wordt
A
5,5
B
5,6
C
5,55
D
5,7
Slide 15 - Quizvraag
Rond af op 1 decimaal achter de komma
12,76
12,76
A
14
B
12.5
C
12.8
D
13
Slide 16 - Quizvraag
Afronden op een 2 decimalen betekent:
een antwoord met:
een antwoord met:
A
2 cijfers achter de komma
B
een geheel getal
C
4 cijfers achter de komma
D
een deelstreep
Slide 17 - Quizvraag
Rond 13,6097 af
op twee decimalen
op twee decimalen
Slide 18 - Open vraag
Rond 5,7348 af
op twee decimalen
op twee decimalen
Slide 19 - Open vraag
Rond af op 3 decimalen:
3,141565897
3,141565897
Slide 20 - Open vraag
Rond af op 2 decimalen:
5,1258
5,1258
A
5,1
B
5,5
C
5,3
D
5,2
Slide 21 - Quizvraag
Rond af op 3 decimalen:
88,96452
88,96452
A
88,965
B
88,964
C
88,952
D
88,966
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Video
Slide 24 - Tekstslide
3,9 + 2,16 =
A
6,60
B
6,10
C
6,06
D
6,05
Slide 25 - Quizvraag
4,35 + 6,55 =
A
10,98
B
10,20
C
10,90
D
10,50
Slide 26 - Quizvraag
5,2 - 1,3 =
A
4,0
B
3,9
C
3,8
D
3,7
Slide 27 - Quizvraag
9,67 - 5,96 =
A
3,81
B
3,70
C
3,85
D
3,71
Slide 28 - Quizvraag
76,54 + 5,81 =
A
82,42
B
82,35
C
81,35
D
81,41
