Werkwoordspelling quiz

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Engelse ww tegenwoordige tijd
Ik zie Jim aan de overkant, hij ..... op straat

1. skat
2. skatet
3. skate

Nederlandse ww tegenwoordige tijd
De jongen ... een horloge in het zand.

1. vind
2. vint
3. vindt

Tegenwoordige tijd ww

... je broer deze vraag vandaag?

1. beantwoord
2. beantwoordt
3. beantwoort

ww tegenwoordige tijd

... je die film leuk?

1. vind
2. vindt
3. vint

tegenwoordige tijd Engels ww
Er is niks op de televisie, Eva .... naar een andere zender.

1. zappt
2. zapet
3. zapt

tegenwoordige tijd Engelse ww
John ... graag op zijn spelcomputer.

1. gamt
2. gamed
3. gamet

tegenwoordige tijd Engelse ww
Die jongen danst goed, hij ..... bij dansschool Evita.

1. breakdanct
2. breakdancd
3. breakdancet

verleden tijd Engelse ww
Gisteren .... hij de bestanden van zijn computer.

1. delete
2. deletete
3. delette

verleden tijd Engelse ww
Vorige week .... we in een mooi bos.

1. paintbalden
2. paintballden
3. paintbalde

verleden tijd Engelse ww
De jongen .... gisteren de bal naar zijn vriend

1. paste
2. paaste
3. passte

verleden tijd
Het meisje .... de jurk in de winkel.

1. pasde
2. paste
3. pastte

verleden tijd
In de vorige les ..... de student alle vragen.

1. beantwoordde
2. beantwoorde
3. beantwoorte

bijvoeglijk gebruik voltooid deelwoord
De correct ... vraag was erg moeilijk.

1. beantwoordde
2. beantwoorde
3. beantwoorden

bijvoeglijk gebruik voltooid deelwoord
Op de .... weg reden veel auto's.

1. verbrede
2. verbreedde
3. verbreede

voltooid deelwoord

Zij was erg ...

1. gestrest
2. gestresst
3. gestressd

Voltooid deelwoord
Ik ben vorige week ....

1. verhuist
2. verhuisd
3. verhuisdt

Voltooid deelwoord
Zij heeft het aan mij .....

1. beloofd
2. belooft
3. beloven

Welke woorden zijn tegenwoordig deelwoorden?
De jongen heeft fluitend en zingend de pizza's rondgebracht.

1. fluitend, zingend, rondgebracht
2. fluitend, zingend
3. rondgebracht