Debatles 1

Wat gaan we doen
- Voorbereiden op debatteren
- Wat is een argument
- Hoe zorg je voor goede argumenten
- Stelling kiezen 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen
- Voorbereiden op debatteren
- Wat is een argument
- Hoe zorg je voor goede argumenten
- Stelling kiezen 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is een argument?
In een debat staat een stelling centraal. Als deelnemer van het debat ben je voor of tegen die stelling. Je legt uit waarom je voor of tegen de stelling bent en dat doe je met argumenten. Een argument is een uitleg waarmee je de stelling bewijst (als je voor bent) of ontkracht (als je tegen bent). Als je bijvoorbeeld de stelling 'Mijn zakgeld moet omhoog' wilt bewijzen, kan je argument zijn: omdat het eten in de  schoolkantine duurder is geworden. 

Slide 3 - Tekstslide

Argumenten zijn te herkennen aan signaalwoorden zoals: 
-  Omdat  
-  Want  
-  Daarom  
-  Namelijk  
-  Dus  
-  Aangezien …. etc.   

Let op: bij 'omdat', 'want', 'namelijk' en 'aangezien' staat het argument na het signaalwoord, maar bij 'daarom' en 'dus' staat het argument voor het signaalwoord.

Slide 4 - Tekstslide

OPDRACHT   

Wat is in onderstaande zinnen het argument?
 
1. Gokken op voetbalwedstrijden werkt verslavend, daarom moet het verboden worden. 
2. Ik gebruik geen Facebook meer, want er zijn veel advertenties te zien in mijn tijdlijn. 
3. Tim gaat geschiedenis studeren aangezien dat zijn passie is. 
4. Omdat leerlingen te weinig individuele aandacht krijgen, moeten klassen kleiner worden. 
5. De VS weigert met de president van Syrië in gesprek te gaan, want ze vinden dat hij mensenrechten heeft geschonden. 
6. Mijn vriendin is boos, omdat ik haar negeerde op WhatsApp.

Slide 5 - Tekstslide

Even oefenen
Stelling: 
Dure merkkleding moet verboden worden op school. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kan ik mijn argument overtuigend maken?

Via het AUB-model:

A = argument
U = uitleg
B = Bijvoorbeeld

Slide 7 - Tekstslide



Stap 1: Argument 
Je begint met het noemen van je argument. Je legt in een paar woorden uit waarom jij voor of tegen de stelling bent. 

Stelling -> Roken moet verboden worden in horeca.

Waarom vind jij dat roken verboden moet worden?

Argument -> Roken is erg ongezond.



Slide 8 - Tekstslide

Stap 2: Uitleg  
Je licht het argument toe. Waarom is dat zo en waarom is dat belangrijk?

In dit geval: waarom is roken ongezond en waarom is het belangrijk dat het verboden wordt.  

Stelling -> Roken moet verboden worden in horeca.  
Argument -> Roken is erg ongezond. 
Uitleg -> Ieder jaar gaan 25.000 mensen dood als direct gevolg van roken en daarom is het belangrijk dat het verboden wordt. 

Slide 9 - Tekstslide

Stap 3:  Bijvoorbeeld
 
Tot slot geef je een voorbeeld of feiten, statistieken of theorieën  waarmee je je argument verder toelicht en concreet maakt.


Stelling -> Roken moet verboden worden in horeca. 
Argument -> Roken is erg ongezond. 
Uitleg -> Ieder jaar gaan er 25.000 mensen dood als een direct gevolg van roken.
Voorbeeld -> Neem mijn buurman die vorig jaar aan longkanker overleed nadat hij 20 jaar lang een pakje per dag had gerookt.

Slide 10 - Tekstslide

In het volgende filmpje wordt het model nog een keer uitgelegd.

Het filmpje spreekt van het sexi-model. Dit betreft hetzelfde principe, maar dan in het Engels: 
state = argument (stellen)
explain = uitleg (uitleggen)
illustrate = bijvoorbeeld (toelichten)



Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Je kunt nu een keuze maken uit één van de stellingen.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe gaan we het doen?
  • Er worden groepjes gemaakt.
  • Elk groepje werkt voor- en tegenargumenten uit bij de stelling. 
  • Pas op moment van het debat hoor je of je voor of tegen bent. 

Slide 14 - Tekstslide