WO - Middeleeuwen

De middeleeuwen
Een tijd van ridders, monniken en kastelen
(500 - 1500)
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieLager onderwijs

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

De middeleeuwen
Een tijd van ridders, monniken en kastelen
(500 - 1500)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij al over de Middeleeuwen?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van burchten en steden
Door de Germaanse invallen viel het Romeinse rijk rond 500 uiteen. Dit was het begin van de middeleeuwen.
In de volgende eeuwen nam de onveiligheid nog toe, vooral door de plunderingen van de Noormannen.
De wegen de steden geraakten in verval. Om zich te beschermen tegen die plunderaars, bouwde de plaatselijke bevolking burchten.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Vikingen
                    DRAKKAR
Noormannen of Vikingen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van burchten en steden
Ook de abdijen werden versterkt. In het leven van de middeleeuwer speelden de christelijke godsdienst en de Kerk een belangrijke rol.
Rond het jaar 1000 keerde de rust terug. Aan oversteekplaatsen van rivieren en aan kruispunten bouwden ambachtslui en handelaars steden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Klooster in de Middeleeuwen
Het is monnikenwerk!

Wat zou dit spreekwoord dan kunnen betekenen?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het is monnikenwerk!
Wat zou dit spreekwoord dan kunnen betekenen?

monnikenwerk
Werk dat veel tijd, geduld en nauwkeurigheid vraagt. Ontleend aan de monniken die in de Middeleeuwen met de hand lange teksten schreven en vaak ook illustreerden.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gent en Brugge waren internationale steden
Gent was tijdens de middeleeuwen een grote stad in Europa. De stad lag aan de samenvloeiing van Schelde en Leie en aan een belangrijke handelsweg naar de kust.
De graaf van Vlaanderen had er een burcht en in de stad lagen grote abdijen.
Het gravensteen in Gent

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gent en Brugge waren internationale steden
Brugge was een concurrent van Gent. 
De zeearm van het Zwin verbond Brugge met de Noordzee. Handelaars uit alle delen van Europa kwamen naar Brugge, dat het Venetië van het Noorden genoemd werd.
Het Belfort in Brugge

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boeren leefden rond abdijen en burchten
Het grootste deel van de bevolking woonde op het platteland.
Hier speelde het leven zich af rond de burchten en abdijen.
Boeren moesten in ruil voor bescherming werken voor de adel en de geestelijken.
Zware belastingen maakten het 
leven van de gewone 
landbouwers bijzonder moeilijk. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boeren leefden rond abdijen en burchten
De boeren moesten hard werken en hun vrouwen en kinderen werkten mee. In het begin van de Middeleeuwen waren dat vooral horigen, onvrije boeren. Ze woonden in kleine boerderijen die ze zelf bouwden van hout, takken en leem. Beesten en mensen leefden vaak in één ruimte.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boeren leefden rond abdijen en burchten
Horigen moesten de landheren gehoorzamen en mochten het land niet verlaten. Het was hun taak ervoor te zorgen dat er in het kasteel genoeg voedsel was. In ruil daarvoor kregen ze bescherming van de landheer en zijn soldaten. Als vijandelijke troepen kwamen plunderen, mochten ze schuilen in het kasteel.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Ridders in dienst van een heer.
Leven rond een kasteel
Een domein bestond uit 2 delen. Op het vroonland (het land van de heer) stond de versterkte burcht en de werkplaatsen (brouwerij, molen, oven en weverij), er was bouw - en weideland, bossen en natuurweide. Op het hoeveland woonden de boeren in hoeves.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Standenmaatschappij in de middeleeuwen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaraan herken je de ongelijkheid tussen de 3 standen?
- Reusachtig kasteel tegenover boerenhuizen.
- Stenen gebouwen voor adel en geestelijken, houten huizen met strodaken in het dorp.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bidden voor
beschermen
werken voor
bidden voor
werken voor
beschermen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boeren leefden rond abdijen en burchten
Het platteland zorgde voor de bevoorrading van de steden.
Geregeld waren er misoogsten. Die werden dikwijls veroorzaakt door het slechte weer of door jarenlange oorlogen.
Hongersnoden en besmettelijke ziektes maakten veel slachtoffers.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boeren leefden rond abdijen en burchten
Arme mensen woonden in kleine, houten huisjes. Die waren dicht op elkaar gebouwd. De gezinnen woonden en werkten in één kamer. De hele familie sliep in één bed. In de Middeleeuwen was het niet gewoon om je vaak te wassen. Vuil, etensresten en toiletresten werden zo op straat gekieperd. Ratten, varkens en honden scharrelden los rond. Er braken vaak besmettelijke ziektes uit -> veel sterfte.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Boeren leefden rond abdijen en burchten
In de vroege Middeleeuwen was er nog geen geld. Alles werd geruild. Later werden er zilveren en gouden munten gemaakt. Toen konden de mensen producten gaan verkopen. Geld werd steeds belangrijker.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

koning
ridders
stadsbewoners
boeren
geestelijken

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke samenleving uit de oudheid kwamen we de standenmaatschappij ook tegen?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De koning, de adel en hoge geestelijken hadden vele voorrechten in de samenleving. Die erfden ze bij de geboorte. De boeren en de stedelingen moesten hen veel belastingen betalen.
Juist
Fout

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

JUIST!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handelaars en ambachtslui
Na een tijdje in de middeleeuwen keerde stilaan de rust terug.
De overgrote meerderheid van de stedelingen vond werk in de textielnijverheid.
Handelaars kochten op verre markten wol als grondstof voor laken, en vlas als grondstof voor linnen.
De handelaars waren verenigd in gilden.

Slide 29 - Tekstslide

Bronnenboek p. 19
Handelaars en ambachtslui
Ambachtslui toverden de grondstoffen om tot veel gevraagde luxegoederen.  Iedere ambachtsman had zijn specialiteit:
spinnen, vollen, verven, scheren,...
De meeste ambachtslui waren loonarbeiders en werkten thuis.
Ze waren georganiseerd in ambachten.
Handelaars verkochten de afgewerkte producten in heel Europa

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middeleeuwse nijverheid
Er waren dus 2 groepen binnen de nijverheid.

2 groepen
Wat deden ze?
Hoe waren ze verenigd?
handelaars
kopen en verkopen
gilden
ambachtslui
grondstoffen verwerken
ambachten

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke nijverheid werkten de stadsbewoners in onze streken vooral?
A
visnijverheid
B
olienijverheid
C
textielnijverheid

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Link

Deze slide heeft geen instructies

De Guldensporenslag
11 juli 1302

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar dan...
Omstreeks 1300 onderdrukten de handelaars, verenigd in gilden, de ambachtslui in de Vlaamse steden.
Zij waren niet alleen baas in de nijverheden, maar bestuurden ook de steden.
De ambachten kwamen in opstand. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klauwaards - Leliaarts
Tegelijk had de Vlaamse graaf ruzie met de Franse koning over het bestuur van Vlaanderen. De Vlaamse graaf kreeg de steun van de ambachtslui. Als wapenschild hadden zij de Vlaamse klauwende leeuw: de Klauwaards.
De rijke gilden kozen voor de Franse koning en zijn schild met lelies: de Leliaarts.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leliaarts - Klauwaards
FRANSE KONING
VLAAMSE GRAAF
steun gilden
steun ambachtslui
Wapenschild: schilde met lelies
wapenschild: klauwende leeuw
Leliaarts
Klauwaards

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Guldensporenslag
Op 11 juli 1302 stond het Franse leger tegenover een leger van Vlamingen in Kortrijk. De Franse ridders verloren de slag.
Omdat er veel gouden sporen achterbleven op het slagveld, noemde men die oorlog de Guldensporenslag.
Nu is 11 juli de Vlaamse feestdag.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Link

Het verhaal van Vlaanderen - De guldensporenslag
Ondertussen in Saoedi-Arabië
Het ontstaan van de Islam
De Islam is de jongste van alle wereldreligies en ontstond geleidelijk in de zevende eeuw in het huidige Saoedi-Arabië. Moslims geloven dat Allah de enige ware God is en dat Mohammed (vrede zij met hem) zijn laatste profeet is. Het woord van Allah is letterlijk opgeschreven in hun heilige boek, de Koran, die geopenbaard werd aan de profeet door de engel Gabriël in de maand Ramadan.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ontstaan van de Islam

Volgens sommige islamitische overleveringen is de Ka'aba gebouwd door de eerste mens Adam, maar anderen geloven dat hij werd opgebouwd door Ibrahiem en zijn zoon Ismail. Later is de Ka'aba nog enkele keren verwoest en herbouwd. In 630, na de inname van Mekka door Mohammed (vzmh), werd het gebouw gewijd tot islamitisch heiligdom.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De islamitische jaartelling

De islamitische jaartelling begon op 16 juli 622 n. Chr., nadat de laatste profeet Mohammed (vzmh) en zijn volgelingen Mekka verlieten en naar Medina trokken om aan religieuze vervolging te ontkomen.
Later is de profeet teruggekeerd naar Mekka.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stand van de maan

Ze volgen de stand van de maan. Daardoor duurt een jaar gemiddeld 353-355 dagen. Dit is ook de reden waarom de Ramadan elk jaar verschuift en de datum voor het offerfeest niet vastligt maar dus af te wachten valt.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vijf zuilen van de Islam

    De geloofsbelijdenis (sjahada)
    De rituele gebeden (salat of salah)
    Het geven van aalmoezen (zakat of zakah)
    Het vasten tijdens ramadan (saum/sawm of siyam)
    De pelgrimstocht naar Mekka (hadj)

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedevaart naar Mekka
1 keer in hun leven zouden moslims die dit financieel en fysiek kunnen, naar de ka'aba in Mekka moeten gaan op bedevaart.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Einde van de middeleeuwen
In 1492 ontdekte Christoffer Columbus Amerika.
De tijd van de ontdekkingsreizigers begon dus aan het einde van de middeleeuwen maar zorgde mee voor de overgang naar de nieuwe tijden. De tijd van de ontdekkingsreizigers en van de nieuwe ontdekkingen.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies