3TL Les 1: Productiefactoren en bedrijfskolommen

Inloop
Spullen nodig voor vandaag:
-Laptop
-Pen
Inloggen in LessonUp
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Inloop
Spullen nodig voor vandaag:
-Laptop
-Pen
Inloggen in LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Werk en bedrijf
Les 1: De snackwagen en de kaasspeciaalzaak

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning
Leerdoel: 
Terugblik: Vakantie                                                                                     (5min)       
Voorkennis:                                                                                                    (5min)
Instructie: Sparen met profijt                                                                (10min)
Begeleid inoefenen: Bordvraag                                                            (5min)  
Zelfstandig oefenen: Par 7,1: 1 t/m 4 en 7 Par 7,2: 1 en 2             (15min)
Huiswerk: Par 7,1: 1 t/m 4 en 7 Par 7,2: 1 en 2
Evaluatie:                                                                                                          (5min)

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Ik kan aangeven wat er nodig is om te kunnen produceren

Ik kan de vier productiefactoren benoemen

Ik kan benoemen welke productieweg een product aflegt

Ik kan een bedrijfskolom aflezen en maken

Slide 4 - Tekstslide

Voorkennis
We gaan een product maken: stroopwafels.

Wat heb je nodig om stroopwafels te kunnen produceren?
Schrijf zoveel mogelijk op.

Slide 5 - Tekstslide

timer
3:00
Stroopwafels

Slide 6 - Woordweb

Instructie (1/3)
K  apitaal
A  rbeid
N  atuur
O  ndernemerschap

Slide 7 - Tekstslide

Instructie (2/3)
K  apitaal = geld voor gereedschappen en machines
A  rbeid = mensen die het werk doen
N  atuur = grondstoffen
O  ndernemerschap = een baas die zorgt dat alles goed loopt

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Instructie (3/3)
Bedrijfskolom:

Slide 10 - Tekstslide

Begeleid Oefenen
Zet de bedrijfskolom in de goede volgorde   

  1. Zet jullie bedrijfskolom in de goede volgorde
  2. Overleg met je buurman/buurvrouw of jullie bedrijfskolom klopt
  3. Klaar? Wacht even tot de timer klaar is, we kijken zo na

Slide 11 - Tekstslide

timer
3:00

Slide 12 - Sleepvraag

Bespreken bedrijfskolommen

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig Werken
Maak van paragraaf 7,1: vraag 1 t/m 4 en 7

en paragraaf 7,2: vraag 1 en 2




Eerder klaar? Dan mag je iets voor jezelf doen
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Paragraaf 7,1: 1 t/m 4 en 7 

Paragraaf 7,2: 1 en 2

Slide 15 - Tekstslide

Evaluatie
Wat vonden jullie van de les?


Wat vond ik van de les?



Wat kunnen we anders doen?

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting
Noem de vier productiefactoren

Juist of onjuist?
Een bedrijfskolom gaat van boven naar beneden
Een bedrijfskolom begint bij grondstoffenproducent en eindigt tot de consument

Volgende les: Toegevoegde waarde

Slide 17 - Tekstslide