THEMA 3 / VCA (startklas) / les 15 'gevaarlijke stoffen 2'
1 / 21
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Waar denk je aan bij
'gevaarlijke stoffen'?
'gevaarlijke stoffen'?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
(zeer) licht ontvlambare stoffen
bijtende stoffen
explosieve stoffen
gassen onder druk
gezondheidsgevaar op lange termijn
giftige en zeer gevaarlijke stoffen
milieugevaarlijke stoffen
brandbevorderende stoffen
schadelijke of irriterende stoffen
Slide 5 - Sleepvraag
De giftigheid van een stof bepaalt hoe ziek je wordt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Hoe kun je de stof binnen krijgen?
Landbouwgif op groente.
Landbouwgif op groente.
A
Inademen
B
Inslikken
C
Huid
D
Ogen
Slide 7 - Quizvraag
Knelgevaar is een risico bij gevaarlijke stoffen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Hoe kun je de stof binnen krijgen?
Slecht afgestelde geiser.
Slecht afgestelde geiser.
A
Inademen
B
Inslikken
C
Huid
D
Ogen
Slide 9 - Quizvraag
Goede ventilatie kan ervoor zorgen dat de grenswaarde van een gevaarlijke stof niet overschreden wordt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Wat is het gevaar van een te hoog zuurstofgehalte in de werkomgeving?
A
Brand en explosie
B
Defect van de ademmaskers
C
Verstikking
D
Knelgevaar
Slide 16 - Quizvraag
Als het witte vak op een gevarendiamant leeg is, betekent dit dat de stof met water geblust kan worden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
De neus is een betrouwbare manier om gevaarlijke dampen en gassen te detecteren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Zet de stappen in de juiste volgorde (wat doe je eerst, etc.)
De werkplek schoon achterlaten.
De juiste PBM's gebruiken.
Metingen laten uitvoeren.
Weten welke gevaren de stof heeft.
