M&G - Werken in een woondienstencentrum DEEL A

Mens en gezondheid 

Werken in een woondienstencentrum 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Mens en gezondheid 

Werken in een woondienstencentrum 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Omrekenen
1 liter = .... dl
1 liter = .... cl
1 liter = .... ml

Slide 3 - Tekstslide

Eenheden omrekenen
1 liter = 1000 milliliter
1 liter = 100 centiliter
1 liter = 10 deciliter

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn bindmiddelen?
A
Linzen en ei
B
Griesmeel en noten
C
Zout en havermout
D
Rijst en appel

Slide 5 - Quizvraag

Consistentie is
A
De dikte van een gerecht
B
Het gewicht van een gerecht
C
Gemalen gerecht
D
Hoe mooi het gerecht is

Slide 6 - Quizvraag

De consistentie van soep is dunner dan van saus
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Welke van de onderstaande gerechten heeft de dikste consistentie.
A
limonade
B
vla
C
kwark
D
soep

Slide 8 - Quizvraag

Snijtechnieken
en julienne: 
en brunoise: 
en chinoise:

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Wat zijn voordelen van seizoensgroente?

Slide 13 - Open vraag

               Seizoensgroente


- Lekkerder

- Goedkoper

- Milieuvriendelijk

Slide 14 - Tekstslide

Hoe noemen we het mooi maken van gerechten
A
Roerbakken
B
Gratineren
C
Grilleren
D
Garneren

Slide 15 - Quizvraag

Wat doe je het eerst bij het tafeldekken in een restaurant als de klant er nog niet is?
Bij het opdekken gebruik je een tafelbedekking, bijvoorbeeld een placemat of tafellaken, bloemen, een kaarsje en servetten 
A
Indekken
B
Opdekken
C
Bestek pakken
D
Glazen neerzetten

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent debarrasseren
A
Afruimen van de borden
B
Schoonmaken van de tafel
C
Het vlekvrij afdrogen van bestek
D
De tafel dekken

Slide 17 - Quizvraag

Wat gebruik je voor het vervoeren van bestek naar de gast?

Slide 18 - Open vraag

Wat is deze meneer aan het doen?
A
Poetsen
B
Schoonmaken
C
Poleren
D
Drogen

Slide 19 - Quizvraag

Mastiek of mise-en-place?
Bestek poleren
A
Mastiek
B
Mise-en-place

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent letterlijk mice-en-place?
A
Op zijn plaats zetten
B
Voorbereidende werkzaamheden
C
Snel werken
D
Mastiek maken

Slide 21 - Quizvraag

Aan welke zijde van de gast moet je inzetten als je bediend?

Slide 22 - Open vraag

Het neerleggen van bestek
A
Opdekken
B
Indekken
C
Poleren
D
Debarrasseren

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Waarom gebruik je verschillende kleuren snijplanken?
A
Ziet er leuk uit
B
Zodat je kan onthouden welke snijplank je gebruikt hebt
C
Voor zoveel mogelijk afwas
D
Om kruisbesmetting te voorkomen

Slide 25 - Quizvraag

Welke kleur snijplank gebruik je voor het snijden van deze producten?
Sleep de producten naar de juiste kleur snijplank.

Slide 26 - Sleepvraag

Snijplanken

Rood       voor rauw vlees
Blauw     voor vis
Geel        voor gevogelte zoals kip
Groen     voor groente
Bruin      voor gaar vlees
Wit           voor kaas, brood en eieren


Slide 27 - Tekstslide

vragen?

Slide 28 - Tekstslide