Unterricht 1 Periode 4

• Duits
• MBO
• Studiejaar 4

Hallo!

Was machen wir heute?

• Informatie periode 4
• Herkansingen
• Malmberg: Kapitel 4 

Periode 4

• 4 toetsen
• Toest 1: Werkwoorden (verleden tijd) -> 5 juni
• Toest 2: Presentatie -> 20 juni + 22 juni
• Toets 3: Leestoets Malmberg -> 29 juni
• Toest 4: Kapitel 4 A1 (geen Vokabeltraining) -> tot 29 juni

Presentatie planning

Waar gaat de presentatie over?

• Jij praat over zelf (waar je woont, hobby's, je familie ect.)
• Jij praat over wat je elke dag doet (in de ochtend, middag, avond).
• Vertel hoe je dag eruit zit. 

Mein Tagesablauf und Wochenende

• Buch S. 90
• Wir lesen zusammen.
• Danach kommen die Fragen!

Bist du bereit? 

Wie heisst das Mädchen (meisje)?

"Heute" betekent....

1. gisteren
2. morgen
3. vandaag
4. elke dag

Anna steht nicht früh auf. Stimmt das? Ja oder Nein

Anna trinkt zwei Tassen Tee.

1. Stimmt.
2. Stimmt nicht.
3. Weiss ich nicht.
4. ...

Wo geht Anna um 8 Uhr hin?

Wann ist Anna fertig mit der Schule?

1. drei Uhr
2. zwei Uhr
3. vier uhr
4. fünf Uhr

"Frühstücken". Wat betekent dat?

Was verkauft Anna?

1. Eintritt
2. Karten
3. Kaffee
4. Einstrittskarten

Wo ist Anna um 22.00 Uhr?

Meistens esse ich und sehe ich .... .

1. TV
2. fern
3. Fernseher
4. Bett

Mein Tagesablauf

• Übung 3

Ik sta elke ochtend vroeg op.

Dan douch ik en poets ik mijn tanden.

Nu moet ik me haasten.

Om half acht ga ik met de bus naar school.

Um 16.00 Uhr ben ik klaar met school.

Dan ga ik met de fiets naar de bioscoop.

Ik heb een bijbaantje in de bioscoop.

Tussen half elf en elf uur ben ik weer thuis.

Om 24.00 uur ga ik naar bed.

Wie sieht dein Tag aus?

• Vul het arbeidsblad in.
• Gebruik de tekst op bl. 90 als voorbeeld.