Par 6.2 Het klimaat in de bergen

Par 6.2 Het klimaat in de bergen

Lesdoelen:
1. Je kunt de kenmerken van de vorm van Europa beschrijven.
2. Je kent de kenmerken van het reliëf van Europa.
3. Je kent het verband tussen het reliëf en de temperatuur (hoe hoger, hoe kouder).
4. Je kent het verband tussen het reliëf en de neerslag (stuwingsregen en regenschaduw).

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Par 6.2 Het klimaat in de bergen

Lesdoelen:
1. Je kunt de kenmerken van de vorm van Europa beschrijven.
2. Je kent de kenmerken van het reliëf van Europa.
3. Je kent het verband tussen het reliëf en de temperatuur (hoe hoger, hoe kouder).
4. Je kent het verband tussen het reliëf en de neerslag (stuwingsregen en regenschaduw).

Slide 1 - Tekstslide

Gebergte

Slide 2 - Woordweb

Wie van jullie is al eens op vakantie geweest in de bergen?
Ja
Nee

Slide 3 - Poll

Mijn droombestemming in de Alpen
1. Sassolungo - Italië

2. Zillertal - Oostenrijk

Slide 4 - Tekstslide

Ga op zoek naar jouw ideale droombestemming in de Alpen!

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

De Alpen
- Grootste hooggebergte in Centraal Europa
- Mont Blanc hoogste berg met 4.808 meter
- Veel gletsjers te vinden, maar aantal neemt erg snel af
Berggebied met toppen die hoger zijn dan 1.500 m.

Slide 7 - Tekstslide

Reliëf

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Reliëf
 Regel die altijd geldt bij reliëf: 
Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt. Bij elke 100 m die je stijgt, daalt de temperatuur met 0,6 °C.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Opbouw Europa
-Europa wordt aan drie kanten omringd door zee
- Opgebouwd uit eilanden en schiereilanden (een gebied dat aan drie landen is omringd door zee)

Waar in Europa zijn er schiereilanden te vinden?

Slide 12 - Tekstslide

Scandinavisch schiereiland
- Het hooggebergte kan warme/koude lucht tegenhouden
- Komt veel voor in Noorwegen
- Scandinavisch Hoogland van noord tot zuid

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Kaart

Toetsvraag
Lillehammer en Bergen liggen beide op 60°NB. Toch is het verschil in temperatuur zowel in de zomer als in de winter erg hoog. Verklaar hoe dit mogelijk is. (Eerst voor de zomer, daarna voor de winter)
timer
4:00

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Par 6.2 Het klimaat in de bergen

Lesdoelen:
1. Je kunt de kenmerken van de vorm van Europa beschrijven.
2. Je kent de kenmerken van het reliëf van Europa.
3. Je kent het verband tussen het reliëf en de temperatuur (hoe hoger, hoe kouder).
4. Je kent het verband tussen het reliëf en de neerslag (stuwingsregen en regenschaduw).

HW
Opdracht 1,2,4

Slide 17 - Tekstslide

Wat zorgt voor een 'muur' op het Scandinavisch schiereiland?

Slide 18 - Open vraag

Hoe heeft het Scandinavisch Hoogland invloed op de temperatuur?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Neerslag in Europa
In Bergen regent het drie keer zoveel als in Nederland
Vraag
Is de neerslag in Scandinavië overal gelijk of zeer wisselvallig?

Slide 21 - Tekstslide

Bergen tussen de bergen

Slide 22 - Tekstslide

Bergen tussen de bergen
Oorzaak van de neerslag is de omgeving...de bergen
1. Vochtige zeelucht botst tegen de bergen en moet opstijgen
2. Vochtige lucht blijft voor de berg hangen
3. Zorgt voor neerslag
4. Stuwingsregens aan de loefzijde van de berg

Slide 23 - Tekstslide

Bergen tussen de bergen
Aan de andere kant is de situatie anders
1. De lucht komt over de berg en daalt
2. De dalende lucht zorgt voor minder/geen neerslag
3. Dit gedeelte ligt dus in de regenschaduw
4. Droge kant van de berg noemen we de lijzijde

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Welke is Bergen? Welke is Lillehammer? Leg uit waarom 

Slide 26 - Tekstslide

Par 6.2 Het klimaat in de bergen

Lesdoelen:
1. Je kunt de kenmerken van de vorm van Europa beschrijven.
2. Je kent de kenmerken van het reliëf van Europa.
3. Je kent het verband tussen het reliëf en de temperatuur (hoe hoger, hoe kouder).
4. Je kent het verband tussen het reliëf en de neerslag (stuwingsregen en regenschaduw).

HW
Opdracht 1,2,4

Slide 27 - Tekstslide