E-bikes Luisteroefening A2/ B1

• NT2
• ISK

 Luisteroefening A2/ B1

Luistervaardigheid op A2/B1-niveau verbeteren

• Ik kan  luisteroefeningen op A2-niveau begrijpen en belangrijke informatie eruit halen.
• Ik kan oefeningen op B1-niveau begrijpen en details bespreken.
• Ik kan mijn luistervaardigheid verbeteren door regelmatig te oefenen en nieuwe technieken toe te passen (gebruiken).

Ik kan eenvoudige luisteroefeningen op A2-niveau begrijpen en belangrijke informatie eruit halen.

Ik kan luisteroefeningen op B1-niveau begrijpen en details bespreken.

Ik kan mijn luistervaardigheid verbeteren door regelmatig te oefenen en nieuwe technieken toe te passen (gebruiken).

Tip: Een brugklasser is klein en jong.
Een brugklasser moet naar school.
Het is:

1. Een aardige docent
2. Een ISK-leerling die begint op school
3. Een kleine tante
4. Een leerling in de eerste klas van het Voortgezet onderwijs

Tip: in een bocht fiets je NIET rechtdoor. Het is:

1. Als terug fietsen
2. Als in een hoek fietsen
3. Als op een weg fietsen
4. Als op een fietspad fietsen

Tip:
doorhebben ->

1. Doorhebben is het licht aandoen
2. Doorhebben is het licht uitdoen
3. Doorhebben is heel goed nadenken
4. Doorhebben is begrijpen hoe het moet

Een voorbeeld van rekening houden met is:

1. Op tijd naar het station gaan want je wilt met de trein mee.
2. Praten in de klas want dat gaat automatisch.
3. De broek van je zus/ broer aandoen want dat is makkelijk.
4. Vaak televisie kijken want dat is leuk.

Het aantal ongelukken met e-bikes is gestegen

1. = beter geworden
2. Het is slechter geworden
3. = meer geworden
4. = minder worden

Ze beseffen niet =

1. Ze zien niet...
2. Ze luisteren niet....
3. Ze begrijpen niet...
4. Ze willen niet...

Wat hebben de brugklassers geoefend?

1. Op een e-bike fietsen.
2. Naar een nieuwe docent luisteren.
3. Op een fatbike fietsen.
4. Een helm dragen

Wat vinden de leerlingen moeilijk?

1. Naar de docent luisteren.
2. Bochten maken en snel rijden.
3. Buiten les krijgen.
4. Fietsen op een e-bike.

Wat heeft Iris meegemaakt?

1. Ze kreeg een mooie e-bike.
2. Haar fiets ging kapot.
3. De brugklassers lachten.
4. Ze kreeg een ongeluk.

Wat vinden de scholieren van de e-bike les?

1. Ze vinden de les cool en spannend.
2. Ze vinden de les vermoeiend.
3. Ze vinden de les raar en eng.
4. Ze vinden niks.