Brugklas les

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?

1. Warum Deutsch
2. Wer bin ich?
3. Duitsland quiz
4. Bingo 

www.lessonup.app 

Slide 2 - Tekstslide

Waarom leren we Duits?

Slide 3 - Woordweb

Waarom Duits?


Duits
is na Engels (44%) de meest gesproken taal in Europa (36%). 
Het is de meest gesproken moedertaal in Europa

Slide 4 - Tekstslide

In welke landen wordt er Duits gesproken?

Slide 5 - Woordweb

0

Slide 6 - Video

Heb je al eens een een van de DACH-Länder bezocht ? Zo ja, welke?
nein
Deutschland
Österreich
Schweiz
alleen doorheen gereden

Slide 7 - Poll

Waarom Duits?

Duitsland is onze grootste handelspartner  
Nederland doet zaken met  met Duitsland.

Denk aan:
Groente en fruit (export producten)
Bloemen (export producten)
Elektrische apparaten (import producten)


Slide 8 - Tekstslide

Waarom Duits?

1. Leuk om een nieuwe taal te leren.
2. Vakantieland: handig dat je zelf iets in het Duits kan vragen!

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekenen de volgende Duitse woorden / zinnen?

Slide 10 - Tekstslide

der Baum
A
bom
B
boom
C
hoed
D
bouw

Slide 11 - Quizvraag

das Jahr
A
jaar
B
jas
C
jannie

Slide 12 - Quizvraag

ich bin
A
de spin
B
echt wel
C
ik ben
D
weetikniet

Slide 13 - Quizvraag

und
A
onder
B
en
C
hond
D
honderd

Slide 14 - Quizvraag

Duits is een taal die je eigenlijk al een beetje kent!


Mein Name ist ……… 
Ich bin 11 Jahre alt.
Ich wohne in ...
Ich habe einen Vater und eine Mutter, einen Bruder und eine Schwester.

Slide 15 - Tekstslide

Aufgabe 1: Stel jezelf voor!

Was (wat)? Stel jezelf voor.
Wie (hoe)? zu zweit (met z’n tweeën)
Warum (waarom)? Jezelf voorstellen is het eerste wat je doet als je iemand spreekt

Slide 16 - Tekstslide

1. Ik heet …. 
2. Ik ben … jaar oud.
3. Ik woon in … 
4. Mijn moeder heet … 
5. Mijn vader heet …
6. Ik heb een broer en/of zus
7. Doei!

10 = zehn
11 = elf 
12 = zwölf
13 = dreizehn

Slide 17 - Tekstslide

Aufgabe 2: Deutschland Quiz
Was (wat)? Beantwoord de vragen.
Wie (hoe)? Individueel 
Warum (waarom)? Test je kennis over Duitsland

Slide 18 - Tekstslide

Welke taal wordt het meest gesproken in de EU ?
A
Engels
B
Duits
C
Italiaans
D
Nederlands

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Hoe noemen we de Duitse "ß"?
A
Ringel S
B
Ringel B

Slide 21 - Quizvraag

Wie heeft dit liedje oorspronkelijk geschreven?
A
Andre Hazes sr.
B
DJ. Ötzi
C
Andre Hazes jr.
D
Frans Bauer

Slide 22 - Quizvraag


A
B
B
C
A
A
B
B
C
C

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Als dit op mijn bord ligt, wat eet ik dan?
A
Boulette
B
Spätzle
C
Knödel

Slide 26 - Quizvraag

Hoe heet de ‘vind ik leuk’-button op de Duitse versie van Facebook?
A
gefällt mir
B
find ich toll
C
super

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heet de ‘vind ik leuk’-button op de Duitse versie van Facebook?
A
gefällt mir
B
find ich toll
C
super

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video

Over welke stad/dorp gaat dit liedje?
A
Zoutelande
B
Frankfurt Oder

Slide 30 - Quizvraag

Schattingsvraag: Hoeveel mensen wonen er in Duitsland

Slide 31 - Open vraag

Wer oder was ist: "Strammer Max"
A
B

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Video

Wat denk je dat er met Dory aan de hand is?

A
Ze vindt de vader van Nemo op eens toch niet meer leuk en probeert van hem af komen
B
Ze is helemaal vergeten dat ze de vader van Nemo net ontmoette
C
Ze leidt aan achtervolgingswaan

Slide 34 - Quizvraag


A
B
C
D

Slide 35 - Quizvraag

Wat is de grootste stad van Duitsland (en tevens de hoofdstad)?
A
Hamburg
B
Frankfurt
C
Berlijn
D
München

Slide 36 - Quizvraag

Wie is deze vrouw?
A
Linda de Mol
B
Claudia Schiffer
C
Angela Merkel
D
Sylvie Meis

Slide 37 - Quizvraag


A
B
C
D

Slide 38 - Quizvraag

Uit hoeveel "Bundesländer" bestaat Duitsland?
A
14
B
12
C
16
D
10

Slide 39 - Quizvraag


A
Puma
B
Ellesse
C
Nike
D
Fila

Slide 40 - Quizvraag


A
B
C
D

Slide 41 - Quizvraag


A
Venco
B
Haribo
C
Mentos

Slide 42 - Quizvraag

Slide 43 - Tekstslide

Schrijf op je blaadje

 5 getallen tussen 0 en 10 op. 
Wordt één van de getallen zo in het Duits opgenoemd, zet er dan een kruis door.


Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide