Vormen/manieren circulaire economie

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Planning

• Uitleg 3.3 t/m 3.5
• Nabespreken 3.8, 3.9 en 3.13
• Werken aan de weektaak

Vragen

• Je hebt de vorige twee afbeeldingen bekeken.

• Hoe dragen deze bedrijven bij aan een circulaire economie? 
• Moet de consument in de toekomst wel eigenaar zijn van bepaalde spullen? 

Gebruiksmaximalisatie

• Producten/spullen worden langer gebruiken.
• Vinted --> gebruikte kleding
• Marktplaats --> 2e hands spullen.

Wat zou er gebeuren met producten en spullen die niet langer meer gebruikt kunnen worden?

Deeleconomie

• Delen/uitlenen
• Minder vraag naar grondstoffen
• Maar waarom eigenlijk nou een deeleconomie?

Upcyclen/downcyclen

Upcycling: Gebruikte materialen --> nieuw, waardevol product. Bijvoorbeeld van een bezem een telefoonhouder maken of van pallets een tuinset maken.

Downcycling: Gebruikte materialen --> minder waardevol product. Bijvoorbeeld van autobanden kunstgraskorrels maken

Levensduurverlenging

• Ervoor zorgen dat producten/spullen langer meegaan
• Efficiënt en slim inrichten 
• Refurbishing --> bepaalde onderdelen hergebruiken

Checkvragen

• Geef een voorbeeld vanuit je eigen omgeving wat kan bijdragen aan levensduurverlenging of gebruiksmaximalisatie.
• Wat is het verschil tussen upcyclen en downcyclen?

Zelfstandig werken

- Werk individueel aan de weektaak in stilte.

- Opdracht 3.8, 3.9 en 3.13 bespreken we na!

Wat zou jij de volgende les anders willen zien?

Wat ging er goed vandaag?