4TL Herhaling hfst 12 Evolutie

Hoofdstuk 12 Evolutie
12.1 Selectie

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 12 Evolutie
12.1 Selectie

Slide 1 - Tekstslide

Charles Darwin
Darwin heeft de evolutietheorie bedacht. 

Evolutie betekent ontwikkelen van leven op aarde d.m.v. mutaties en overlevingskansen.

Slide 2 - Tekstslide

Darwin
Darwin ging op reis door Zuid- Amerika en bedacht uit zijn bevindingen de evolutietheorie.

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Natuurlijke selectie
Natuurlijke selectie = de best aangepaste organismen geven hun genen vaker door aan de volgende generatie dan de minder goed aangepaste organismen. Het aandeel van de goed aangepaste individuen van een soort in de volgende generatie is daardoor groter. 

- overlevingskans
- meest voordelige eigenschappen
- beste aanpassingen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoe ontstaan verschillende rassen?
Definitie ras: Een ras is een groep individuen van dezelfde soort, met ongeveer hetzelfde fenotype:
1. selecteren bepaalde eigenschap
2. kruisen (laten paren)
3. selecteren bepaalde eigenschap
4. kruisen
= Veredelen of kunstmatige selectie door mensen

Slide 7 - Tekstslide

Hoe ontstaan nieuwe soorten?
1. Isolatie
2. Variatie van een bepaalde erfelijke eigenschap
3. Erfelijke eigenschap is erfelijk
3. Natuurlijke selectie; de best aangepaste 
organismen kunnen zich het beste voortplanten. 

Het duurt duizenden jaren voordat een nieuw soort is ontstaan. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Erfelijke variatie
Erfelijk variatie ontstaat door mutatie in het DNA van een geslachtscel --> het  individu heeft een iets ander genotype gekregen.
Door variatie in genotype is ook variatie in fenotype.

Sommige mutaties zijn gunstig, dus leveren een grotere overlevingskans op, dus ook meer kans op nakomelingen. 
Het nieuwe fenotype komt dan steeds vaker voor. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Evolutietheorie

De theorie die uitlegt hoe en waardoor soorten veranderen. 


Definitie evolutie

Het langzaam ontstaan van de ene soort uit de andere soort.

Slide 13 - Tekstslide

Argumenten evolutietheorie
1. Fossielen

2. Overeenkomsten in bouw

3. Rudimentaire organen

4. Overeenkomst in embryonale ontwikkeling

Slide 14 - Tekstslide

Voorwaarden voor evolutie


1. Er is variatie
2. De variatie is erfelijk
3. Er is (natuurlijke) selectie

Slide 15 - Tekstslide

Ontwikkeling van leven op aarde
- 2,5 miljard jaar geleden: eencellige organismen in zeeën en oceanen: 
- 900 miljoen jaar geleden:  meercellige organismen
- 450 miljoen jaar geleden: eerste gewervelde dieren (vissen) en landplanten
- 400 mlj. jaar geleden: landdieren

Slide 16 - Tekstslide

Fossielen
Ontstaan fossiel:
1. Zinken, zachte delen verteren.
2. Harde delen bedekt door zand/klei.
3. Verstenen (samenpersen van de harde delen).
4. (Zee)bodem komt omhoog: zichtbaar.
Overblijfsel van een organisme dat vroeger heeft geleefd

Slide 17 - Tekstslide

Hoe zie je dat soorten verwant zijn?
In een verwantschapsschema kan je zien hoe wetenschappers denken dat soorten aan elkaar verwant zijn.

Soorten staan dicht bij elkaar als ze kort geleden een gemeenschappellijke voorouder hadden.

Slide 18 - Tekstslide

Evolutie van de mens

Slide 19 - Tekstslide

Evolutie van de mens
Mensapen hebben gemeenschappelijke kenmerken zoals:
- opponeerbare duim (je kunt dingen vastpakken met de duim en andere vingers)
- opponeerbare grote teen
- groot hersenvolume

Slide 20 - Tekstslide

Evolutie van de mens
Fossielen laten zien dat de schedels heel veel verandert zijn door de tijd heen.

Slide 21 - Tekstslide

Hoe worden bacteriën resistent?
Bacteriën worden resistent door natuurlijke selectie
- Bij een antibioticakuur overleven er een aantal bacteriën. Zij hebben een mutatie waardoor ze resistent zijn. 
- Deze bacteriën planten zich voort. 
- Op een gegeven moment zijn er alleen 
nog maar resistent bacteriën en werkt de 
antibiotica niet meer.
De evolutie bij bacteriën gaat snel!

Slide 22 - Tekstslide

Hoe ontstaat nieuwe virussen?
Nieuwe virustypen kunnen ontstaan door mutaties, maar ook door het uitwisselen van DNA.
Dan wisselen de virussen in een cel DNA uit. 
Uit die combinatie van DNA ontstaat een nieuw
virus.

Slide 23 - Tekstslide


Voorbeeld: ontstaan van Mexicaanse griepvirus

Slide 24 - Tekstslide