H6 § 5 rekenen aan lenzen

deze les
afmaken oogafwijkingen (dioptrie berekening)
 en rekenen aan lenzen (lenzenformule)
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

deze les
afmaken oogafwijkingen (dioptrie berekening)
 en rekenen aan lenzen (lenzenformule)

Slide 1 - Tekstslide

nabijheids- en vertepunt
Nabijheidspunten en vertepunten van verschillende personen.
 De getallen zijn voorbeelden

Slide 2 - Tekstslide

Dioptrie
Oogarts en opticien gebruiken dpt om de sterkte (S) van brilleglazen aan te geven.

Slide 3 - Tekstslide

Lenssterkte berekenen
S=f1
De lenssterkte kun je berekenen uit de brandpuntsafstand.

De formule voor lenssterkte is:


De lenssterkte kun je meten.
Dus de lenssterkte is een grootheid.
De eenheid die hierbij hoort is dioptrie (dpt).

Slide 4 - Tekstslide

Lenssterkte berekenen
S=f1
S = de lenssterkte in dioptrie (dpt)
f  = de brandpuntsafstand in meter (m)

Slide 5 - Tekstslide

lenssterkte
Een leesbril heeft een brandpuntsafstand van 33 cm.
Bereken de sterkte van de brillenssterke
gegevens :  f = 33cm  =  0,33 m
gevraagd: s = ?
uitwerking: s = 1/f   =  1/0,33 = +3,0 dpt  

Slide 6 - Tekstslide

lenssterkte
Jaap heeft een bril met negatieve glazen De waarde van de glazen is - 2,25 dpt
bereken de brandpuntsafstand in cm.
gegevens :  s = - 2,25  dpt
gevraagd: f = ?
uitwerking: f = 1/s   =  1/-2.25 = -0.44m = -44 cm  
Bij negatieve lenzen is de dpt ook negatief

Slide 7 - Tekstslide

Hoe sterk is een lens als de brandpuntafstand 35 cm is?
A
0,029 dpt
B
2,9 dpt
C
-0,029 dpt
D
-2,9 dpt

Slide 8 - Quizvraag

De brillenglazen van Jordy moeten een sterkte hebben van 3,5 dpt.
Bereken de brandpuntsafstand.


A
0.29 cm
B
-0.29 m
C
-0.29cm
D
0.29 m

Slide 9 - Quizvraag

§ 5 Rekenen aan lenzen
Als je een beeld hebt geconstrueerd aan een een lens dan kun je er van alles aan gaan bepalen. Daarbij zijn drie getallen belangrijk:
  • de voorwerpsafstand, v, in meter
  • de beeldafstand, b, in meter
  • de brandpuntafstand, f, in meter

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Het beeld achter een lens staat altijd ondersteboven en gespiegeld.
A
Nee
B
Ja

Slide 12 - Quizvraag

Een beeld in een camera is altijd verkleind
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Is de stelling hiernaast juist?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Lenzenformule
Met behulp van constructie kun je de beeldsafstand, voorwerpsafstand of brandspuntsafstand van een lens bepalen.

Slide 16 - Tekstslide

Lenzenformule
Met de lenzenformule kun je de brandpuntsafstand (f), de voorwerpsafstand (v) of de beeldsafstand (b) berekenen als je twee van de drie gegevens hebt.

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeldopgave
Een boom staat op 45m van een camera, deze camera heeft een brandpuntsafstand van 50mm.
Bereken de beeldsafstand.

1/f = 1/b + 1/v
1/b = 1/f - 1/v
1/b = 1/0,050 - 1/45 = 19,9778
b = 1/19,9778= 0,05006m

Slide 18 - Tekstslide

Extra opgaven
Neem de tabel over in je schrift.
Reken uit wat op de stippellijntjes moet komen te staan.

Slide 19 - Tekstslide

Antwoorden
Als je het je zelf nog wat lastiger wilt maken reken dan voor elk van de b eb v combinaties de vergroting ook 

Slide 20 - Tekstslide

Vergroting N
lensformule:


f1=v1+b1

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide