In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 71 min
Onderdelen in deze les
Literatuur 18 ridderromans en
Slide 1 - Tekstslide
Welkom V4TB!
Slide 2 - Tekstslide
Programma
Studiewijzer periode D
Terugblik vorige les
Literatuurgeschiedenis 18: Gedenk te sterven (1000-1600)
Afsluiting en vooruitblik
Slide 3 - Tekstslide
Het leven in de middeleeuwen
De middeleeuwse cultuur is theocentrisch. God en alles wat met godsdienst (Rooms-Katholiek) te maken heeft staan centraal.
Het leven na de dood is belangrijker dan het leven zelf. Een bekende spreuk is memento mori: gedenk te sterven.Probeer om in de hemel te komen.
De priesters en de monniken (de geestelijkheid) hebben daarom het meeste te vertellen. Zij zijn de belangrijkste stand.
Slide 4 - Tekstslide
Het leven in de middeleeuwen
De tweede belangrijke stand was de adel. De adel had de wereldlijke macht verdeeld via het feodale stelsel ook welhet leenstelsel genoemd. Daarbij leent de koning (leenheer) zijn grond aan de leenmannen.
De leenheer verdeelt zijn grond in kleinere gebieden en leent die uit aan zijn leenmannen (vazallen). In ruil voor het gebruik van de grond helpen de leenmannen hun leenheer als er gevochten moet worden. Essentieel is de onvoorwaardelijke trouw tussen leenman en leenheer.
De leenmannen kunnen de hun toebedeelde grond weer opdelen in kleinere gebieden en die weer uitlenen aan onderleenmannen (ondervazallen). Ook hier geldt dat onvoorwaardelijke trouw essentieel is en dat de onderleenmannen hun leenheer helpen als er gevochten moet worden.
Slide 5 - Tekstslide
Het leven in de middeleeuwen
Je hebt gezien dat de middeleeuwse maatschappij een standenmaatschappij was.
Gedurende het grootste deel van de middeleeuwen waren er maar twee standen: de geestelijkheid en de adel.
Pas vanaf de late middeleeuwen wordt een derde stand belangrijk: de burgerij. Dit zijn de inwoners van de steden.
Slide 6 - Tekstslide
Literatuur in de middeleeuwen
Uit de vroege middeleeuwen is geen Nederlandse literatuur overgebleven. Dat komt doordat in die tijd verhalen niet werden opgeschreven, ze werden alleen verteld. We noemen dat orale literatuur.
Pas in de hoge middeleeuwen begint men heel af en toe verhalen op te schrijven op perkament, zodat wij ze nog steeds kunnen lezen.
Slide 7 - Tekstslide
Welke belangrijke uitvinding dateert het einde van de middeleeuwen voor de Nederlandse literatuurgeschiedenis? Leg je antwoord uit.
Slide 8 - Open vraag
Literatuurgeschiedenis 18
Gedenk te sterven (1000-1600)
deel 2: ridderromans
Slide 9 - Tekstslide
Het feodaal stelsel
Slide 10 - Tekstslide
Wat is een kernbegrip in het feodale stelsel?
A
macht
B
trouw
C
geld
D
werken
Slide 11 - Quizvraag
0
Slide 12 - Video
Dus: twee soorten ridderromans
Karelroman = voorhoofs (= nadruk op feodaliteit)
Arthurroman = hoofs (= nadruk op queesten en hoffelijkheid, rol van de vrouw is wezenlijk anders)
Slide 13 - Tekstslide
hoofsheid
Karelromans
De ridder is (on)trouw aan zijn heer en God
de heer = meestal Karel de Grote
Eer bewaken (zowel ridder als dame)
Dapper/winnen-> veldslagen met bruut geweld
Vrouwen spelen een bijrol
Soms sprookjeselementen
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
hoofsheid
Arthurroman
De ridder dient vaak aan het hof van koning Arthur (van de ronde tafel) en gaat op queeste
Ridder van de ronde tafel = hoofs
Geen veldslag, maar één-op-één gevecht
Vaak ook hoofse liefde, maar die blijft dus onbeantwoord
Soms sprookjeselementen
Slide 16 - Tekstslide
Hoofsheid
Hoofsheid: regels die voorschreven hoe men zich beschaafd diende te gedragen (hoffelijk), afgekeken van de Arabische cultuur.
Een hoofse ridder kende tafelmanieren, kleedde zich netjes en vocht op een eervolle wijze. Belangrijkste regel: je moet je beheersen!
Hoofse liefde: een ridder is hartstochtelijk verliefd op een - onbereikbare - vrouw.
Slide 17 - Tekstslide
Queeste
Een queeste is een reis om een doel te bereiken (bijvoorbeeld een prinses bevrijden, een schat vinden, een vloek opheffen, etc.) en waar je ondertussen een beter mens van wordt.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
anonieme schrijvers
Veel religieuze literatuur
Doel: geloof versterken!
Middeleeuwers hielden van
wonderen.
Drie belangrijke genres:
heiligenlevens
Marialegenden
mystieke literatuur
Slide 20 - Tekstslide
anonieme schrijvers
Heiligenlevens
Beschrijving van het leven en de (martel)dood van een heilige. Het doel was om je een voorbeeld te geven van hoe je trouw blijft aan je geloof.
- Kritiekloos - Niet het werkelijke leven - Vast stramien: beschrijft eerst het leven van de heilige, dan de verrichte wonderen en de betoonde verering.
Slide 21 - Tekstslide
anonieme schrijvers
Marialegenden
Volksverhalen (exempel = voorbeeld) waarin Maria voorkomt. Vaak verricht ze een wonder (mirakel = wonder) voor de hoofdpersoon die haar trouw blijft.
- Veel wonderen
- Verering van Maria
- Symboliek
Slide 22 - Tekstslide
anonieme schrijvers
Marialegenden
Beroemdste voorbeeld:
Beatrijs (eind 13e eeuw)
Beatrijs is non, maar gaat er met haar jeugdliefde vandoor. Ze krijgen twee kinderen maar na zeven jaar verlaat de man haar. Beatrijs houdt zich zeven jaar in leven met prostitutie, maar keert dan naar het klooster terug. Daar vindt een mirakel plaats...
Slide 23 - Tekstslide
Mystiek
Mystiek: beschrijving van een mystieke (geheimzinnige en onverklaarbare) ervaring
Rol van vrouwen: niet in de kerk werken, daarom beleven zij het geloof op een mystieke manier
Voorbeeld: Hadewijch, een schrijfster uit de 13e eeuw
Slide 24 - Tekstslide
Symboliek
getallen
kleuren
Doel: wie is er goed/gelooft in God/van hoge komaf en wie er slecht/ongelovig/van lage komaf?
Slide 25 - Tekstslide
In de middeleeuwen zijn er grofweg gesproken drie standen:
de geestelijkheid
de adel
de boeren
pas veel later komen daar de burgers bij (wanneer er steden ontstaan)
Symboliek - getallen
twee (waarschuwing voor gevaar / goed en kwaad)
drie (heilig getal / Vader, Zoon en Heilige Geest / drie keer dezelfde boodschap/opdracht kwam van God)
vijf (verwijzing naar Maria, haar naam bestaat uit vijf letters)
zeven (heilig getal / God schiep de wereld in zeven dagen)
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
00:42
Welk symbolisch getal hoorde je hier?
Slide 28 - Open vraag
01:15
Welk symbolisch getal hoorde je hier?
Slide 29 - Open vraag
In de middeleeuwen zijn er grofweg gesproken drie standen:
de geestelijkheid
de adel
de boeren
pas veel later komen daar de burgers bij (wanneer er steden ontstaan)
Symboliek - kleur
blauw (kleur van de adel - blauw bloed - en kleur van reinheid, vroomheid)