T3B2

Thema 3 - Mens en milieu
B2 Voedselproductie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 - Mens en milieu
B2 Voedselproductie

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
  • Herhaling 3.1 
  • Uitleg 3.2 
  • Aan de slag 
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

De mens heeft het milieu nodig
  • Zuurstof uit de lucht
  • Water uit de grond 
  • Voedsel mbv planten en dieren
  • Energie uit olie, gas en steenkool
  • Grondstoffen uit de bodem 
  • Recreatie 

Slide 3 - Tekstslide

De mens heeft het milieu nodig

Slide 4 - Tekstslide

Voedselproductie door landbouw
Drie vormen:
  1. Akkerbouw; verbouwen van voedingsgewassen op akkers (planten)
  2. Tuinbouw; verbouwen van voedingsgewassen in kassen (planten)
  3. Veeteelt; het houden van landbouwhuisdieren voor vlees en melk en eieren (dieren)

Slide 5 - Tekstslide

Bemesting
Bemesting het toevoegen van mineralen
  • Stalmest: uitwerpselen en urine van lanbouwhuisdieren -> reducenten breken dit af > mineralen komen vrij 
  • Kunstmest: gemaakt in de fabriek 

Slide 6 - Tekstslide

Bodembewerking
Bodembewerking = het verbeteren van de bodemstructuur door ploegen en eggen
  • Meer zuurstof in de bodem voor reducenten 
  • Wortels kunnen beter in de bodem doordringen om water en mineralen op te nemen

Slide 7 - Tekstslide

Ziekten en plagen

Slide 8 - Tekstslide

Bestrijdingsmiddelen
Bestrijdingsmiddelen om ziekten en plagen te bestrijden 
Nadelen: 
  • Niet selectief; ze doden ook andere onschadelijke en vaak nuttige organismen.
  • Resistentie; organismen kunnen ongevoelig worden
  • Accumulatie: het gif hoopt zich op in de voedselketen
Voordelen: 
  • Zeer effectief

Slide 9 - Tekstslide

Biologische bestrijding
Biologische bestrijding = bestrijden van schadelijke organismen met natuurlijke vijanden
  • dieren vallen hun vijand (plaag) aan. 
  • lokken met geuren of geluiden -> doden of onvruchtbaar maken. 

Vruchtwisseling/ wisselteelt = door elk jaar een ander gewas te verbouwen voorkom je een plaag op een stuk land

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Veredeling
Genetische modificatie
Verandering van erfelijke eigenschappen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Genetische modificatie

  1. gewenste eigenschap wordt uit erfelijk materiaal van een organisme geknipt
  2. gewenste eigenschap wordt toegevoegd aan cel van ander organisme
  3. ontvangende cel gaat delen, nieuw organisme ontstaat met oorspronkelijke + nieuwe eigenschappen

Een aangepast organisme heet transgeen
of gm-organisme


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Kunstmatige selectie bij landbouwhuisdieren
Kunstmatige inseminatie (ki) = Sperma van mannelijk dier met goede eigenschappen opvangen en inbrengen bij vrouwelijke dieren

In-vitro fertilisatie (ivf) = eicel wordt buiten het lichaam bevrucht en in de baarmoeder van de draagmoeder gebracht. 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Maken 3.2 opdracht 7 + 8 + 11 + 13 + 14 + 17 (blz.130)

Slide 17 - Tekstslide

Welke begrippen staan beschreven? 
Kies uit de volgende begrippen: veredeling, selectie en genetische modificatie

Slide 18 - Tekstslide

Vraag 1
Welke methoden kun je toepassen om de erfelijke eigenschappen van een gewas te veranderen? 

genetische modificatie en veredeling 

Slide 19 - Tekstslide

Vraag 2
Nonvlinders, meestal nonnetjes genoemd (zie de afbeelding), zijn vlinders die voorkomen in de Nederlandse bossen. De larven van deze vlinders eten uitsluitend naalden van bomen. Soms vreten ze de bomen helemaal kaal. De plaag wordt bestreden door sluipwespen in zo’n bos te verspreiden. Sluipwespen leggen eieren in de larven van nonnetjes. De sluipwesplarven die uit deze eieren komen, eten de larven van de nonnetjes van binnenuit op.

Is dit een voorbeeld van kunstmatige of natuurlijke bestrijding?

Slide 20 - Tekstslide