In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kent de verschillende voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Je weet de functie van de voedingsstoffen
Je weet wat voedingsgewoonten zijn
Je weet wat voeding betekent voor je gezondheid
Je weet welke voedingsbehoeften er zijn onder ouderen
Je kunt een maaltijdplan maken voor een oudere
Slide 2 - Tekstslide
Voedingsstoffen en voedingsmiddelen
Voedingsstoffen zijn hele kleine stukjes uit ons voedsel wat ons lichaam voor verschillende doeleinden gebruikt. Ze zitten in voedingsmiddelen, die je hier rechts ziet.
Slide 3 - Tekstslide
Voedingsstoffen
Alle dingen die wij eten, zijn voedingsmiddelen.
In die voedingsmiddelen, zitten verschillende voedingsstoffen.
Voorbeeld: De aardappel bevat verschillende voedingsstoffen.
Slide 4 - Tekstslide
Voedingsstoffen zitten in voedingsmiddelen.
In veel plantaardige voedingsmiddelen bevatten voedingsvezels. Voedingsvezels helpen bij de vertering.
Verpakking van voedingsmiddelen
zit een etiket.
Informatie over voedingsmiddelen.
Slide 5 - Tekstslide
Vier groepen voedingsstoffen
Er zijn vier hoofdgroepen voedingsstoffen.
Bouwstoffen
Brandstoffen
Reservestoffen
Beschermende stoffen.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
6 groepen voedingsstoffen functie
voedingsstoffen
Functies
Functie/wat zit erin
1. eiwitten
bouwstoffen
om te groeien
2. koolhydraten
brandstof, bouwstof en reservestof
zetmeel, suikers en glucose
3. vetten
brandstof
bij te veel slaat je lichaam dit op als reservestof.
4. water (lichaam 60%)
bouwstof
vervoeren van stoffen in het lichaam.
5. mineralen (zouten)
bouwstof
ijzer, kalk en zout.
6. vitaminen
bouwstof en beschermendestof
bij een inname van te veel of te weinig word je ziek.
Slide 8 - Tekstslide
Eiwitten
Eiwitten dienen als bouwstoffen en brandstoffen.
Ze zitten veel in vlees, vleesvervangers en eieren.
Slide 9 - Tekstslide
Koolhydraten
Koolhydraten dienen als brandstof, maar worden soms gebruikt als bouwstof of reservestof.
Slide 10 - Tekstslide
Vetten
Vetten zijn een hele goede brandstof, maar worden snel opgeslagen als reservestoffen.
Slide 11 - Tekstslide
Het ene vet is het andere niet
Vet maakt dik wordt gezegd, als je te veel eet wel. Maar een beetje heb je nodig.
Het is goed om te letten op het soort vet dat je eet. Belangrijk is of dat vet ‘verzadigd’ of ‘onverzadigd’ is.
Eet je vooral verzadigd vet, dan heb je later meer kans op hart- en vaatziekten, zoals een hartaanval of beroerte.
Krijg je vooral onverzadigd vet binnen, dan heb je juist minder kans op hart- en vaatziekten.
Slide 12 - Tekstslide
Producten met onverzadigd vet
Er zit vooral onverzadigd vet in:
• margarine en halvarine uit een kuipje
• alle soorten olie, zoals zonnebloemolie en olijfolie
• bak- en braadproducten in een knijpfles
Slide 13 - Tekstslide
Producten verzadigd vet
Er zit vooral verzadigd vet in:
• roomboter en pakjes margarine
• hard fituurvet
• kokosvet
Slide 14 - Tekstslide
Onverzadigde vetten
Goede vetten
Vloeibaar, zacht.
Zit in de volgende producten:
- Noten
- Vette vis
- Zachte boter
- Olijven
- Olijfolie
- Zonnebloemolie
- Maisolie
- Sojaolie
Verzadigde vetten
Slechte vetten.
Harde vetten.
Meer kans op hart- en vaatziekten.
Zit in de volgende producten:
- Harde (room)boter
- Volle melk
- 48+ kaas
- Vet vlees
- Palmolie
- Kokosolie
- Gebak
Slide 15 - Tekstslide
Water
Water is de belangrijkste bouwstof voor het lichaam en water speelt een belangrijke rol bij het vervoeren van andere stoffen in het lichaam.
Slide 16 - Tekstslide
Mineralen
Mineralen in ons lichaam zijn vooral bouwstoffen en beschermende stoffen. Het zijn zouten, bijvoorbeeld Calcium (voor je botten) of Natrium.
Slide 17 - Tekstslide
Vitaminen
Vitaminen zijn de belangrijkste beschermende stoffen.
Er zijn er erg veel en zorgen dus dat je gezond blijft.
Slide 18 - Tekstslide
Voedingsbehoeften ouderen
Slide 19 - Tekstslide
Meer vezels
→ Voor een goede stoelgang, voorkom obstipatie.
→ Kies volkorenbrood, zilvervliesrijst, groente en fruit.
Slide 20 - Tekstslide
Meer eiwit
→ Voor behoud van spiermassa.
→ Kies zuivel, peulvruchten, eieren, vis, kip, noten.
Slide 21 - Tekstslide
→ Voor een gezonde bloeddruk.
→ Gebruik minder zout bij het koken, kies voor verse producten.
Natriumbeperkt dieet: ‘minder zout/natrium’
Natriumarm dieet: ‘zeer weinig zout/natrium’
Minder zout (natrium)
Slide 22 - Tekstslide
Welke aanpassingen in het menu voor ouderen
Voeg extra groente toe aan maaltijden.
Gebruik volkorenproducten in plaats van witbrood of witte rijst.
Kies magere vleeswaren en zuivel.
Gebruik kruiden in plaats van zout voor de smaak.
Slide 23 - Tekstslide
Praktische opdracht:
Maak een recept gezonder (15 min)
Pas (individueel of in tweetallen) een recept aan voor een oudere die gezonder wil eten.
• Gebruik de Schijf van Vijf als basis en pas het advies aan met:
• Meer vezels
• Meer eiwit
• Minder zout
Je krijgt de opdracht van de docent geprint
Slide 24 - Tekstslide
Snijtechnieken en veiligheid
Fijnhakken van kruiden: Dit lijkt eenvoudig, maar vraagt om aandacht voor hygiëne en het voorkomen van kruisbesmetting.
Hygiëne en voedselveiligheid
Groenten en kruiden wassen: Om vuil en bacteriën te verwijderen.
Bonen afspoelen: Om overtollig zout en vocht te verwijderen.
Volgorde en planning
Multitasken: Tijdens het stoven van de stoofpot moet ook de couscous worden klaargemaakt. Dit vraagt om planning en tijdmanagement.
Verwarmen en stoven
Fruiten van ui en knoflook: Niet te heet bakken, anders verbrandt het snel.
Stoven op laag vuur: De stoofpot moet zachtjes pruttelen, niet koken of aanbranden.
Afwegen en doseren
Couscous en water afwegen: Te veel of te weinig water kan leiden tot te slappe of te droge couscous.
Kruiden doseren: Te veel kruiden kan het gerecht overheersen, te weinig maakt het smakeloos.