Quiz
1 / 27
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Aan de onder- en bovenkant van de boog zit een haakje, hoe noem je dit?
A
Top
B
Tip
C
Bottom
Slide 4 - Quizvraag
Hoeveel oogjes heeft de pees?
A
1
B
4
C
3
D
2
Slide 5 - Quizvraag
Wat was de doelstelling van Archery tag?
A
Verschillende vormen spelen
B
De boog uittesten
C
Kennis laten maken met de techniek
D
Correct schieten
Slide 6 - Quizvraag
Welke vormen hebben we gespeeld?
Slide 7 - Open vraag
Hoe lang duurt een officiele ronde ?
A
5 minuten
B
10 minuten
C
15 minuten
D
20 minuten
Slide 8 - Quizvraag
Hoeveel pijlen mag een speler officieel bij zich hebben/dragen?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Uit welk werelddeel komt de sport?
A
Europa
B
Noord-Amerika
C
Zuid-Amerika
D
Azië
Slide 11 - Quizvraag
Sinds wanneer wordt het gespeeld in Nederland?
A
1999
B
1998
C
2000
D
2001
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel spelers zitten er in één team?
A
7
B
8
C
9
D
10
Slide 13 - Quizvraag
Hoe breed is het doel?
A
1.20
B
1.30
C
1.25
D
1.35
Slide 14 - Quizvraag
Hoe lang duurt een lacrosse wedstrijd?
A
45 minuten
B
60 minuten
C
90 minuten
D
120 minuten
Slide 15 - Quizvraag
Wat is belangrijk bij een scoop bij Lacrosse?
A
Dat je blijft rennen als je de bal oppakt.
B
Dat je je voet naast de bal plaatst.
C
Dat je de stick zo diagonaal mogelijk houdt.
Slide 16 - Quizvraag
Welke spelers (exclusief de goalie) hebben een langere lacrosse-stick dan de andere spelers?
A
Aanvallers
B
Middenvelders
C
Verdedigers
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een scoop bij lacrosse?
A
Het vangen van de bal
B
De bal oppakken met je stick vanaf de grond
C
De bal onderhands werpen
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Welke sport wordt ook wel dodgeball genoemd?
A
Hockey
B
Voetbal
C
Trefbal
D
Ijshockey
Slide 20 - Quizvraag
Met hoeveel spelers sta je in een veld?
A
10
B
8
C
12
D
14
Slide 21 - Quizvraag
Je bent af als
A
Je bij de start op of over de middellijn stapt
B
Je op of over een zijlijn stapt
C
Je een bal expres misgooit
D
Je geraakt wordt door een bal die via een speler of een bal gaat
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Waar speel je mee bij speedminton?
A
Bal
B
Shuttle (speeder)
C
Flight
D
Stick
Slide 24 - Quizvraag
Serveren doe je ....
A
Bovenhands
B
Onderhands boven de heup
C
Onderhands onder de heup
Slide 25 - Quizvraag
Een set eindigt als een speler ... punten heeft en met twee punten verschil wint. Een wedstrijd bestaat uit twee gewonnen sets.
Vul de puntjes in
Vul de puntjes in
A
13
B
14
C
15
D
16
