TTT Idioom Engels P1
Examenidioom boekje: Hoofdstuk 1 & 2 + CITO Woordenlijst: p. 9 & 10
1. Examenidioomboekje
- Woorden op p. 9-11, 15-17 : Engels – Nederlands
Deze woorden moet je in de juiste zin plaatsen (er worden dus niet letterlijke vertalingen gevraagd). Om hier goed mee te oefenen is het verstandig om naar de voorbeeldzinnen te kijken bij de woorden zodat je weet hoe ze worden toegepast. Daarnaast staan er ook oefeningen op p. 12 en 18.
- Woorden op p. 13 en 19 Nederlands - Engels
Op de toets moet je het Nederlandse woord naar het Engels vertalen. Leer deze woorden dus goed en kijk ook goed naar de spelling!
- ‘Language functions’ op p. 14 en 20 Nederlands - Engels
Op de toets moet je Nederlandse zinnen naar het Engels vertalen. Om de constructie van de zin en de spelling goed te oefenen is het belangrijk om de zinnen een paar keer over te schrijven zodat je goed weet hoe de zin elkaar zit.
2. CITO Woordenlijst:
- Woorden op p. 9 en 10 Engels - Nederlands
Je krijgt een aantal Engelse woorden, in zinnen geplaatst, die je naar het Nederlands moet vertalen. Belangrijk: je moet de woorden vertalen zoals je ze geleerd hebt!