Week 5

English
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

English

Slide 1 - Tekstslide

To Do:

  • Lesson 1: Check Listening/ Chapter 1H/ Chapter 1G/Theme Words 
  • Lesson 2: Chapter 1I/Chapter 1G/ Stones Chapter 1
  • Lesson 3: Check Chapter 1G-1H-1I / Chapter 2:Getting Started/Theme Words Chapter 2

Slide 2 - Tekstslide

Aims
- Je kunt informatie over mensen en plaatsen uit korte teksten begrijpen.
- Je kunt vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke informatie en uiterlijk.
- Je kunt voorwerpsvormen correct gebruiken.
-Je kent de Theme Words & Stones van Chapter 1.


Slide 3 - Tekstslide

Lesson 1

Slide 4 - Tekstslide

Homework
  • Finish exercise 38-39 on p. 59
  • Study the Theme Words on p.74

Slide 5 - Tekstslide

1H: Speaking & Stones
Exercise 46: a) Luister naar Stone 2.
                          b) Luister naar New at school . In welke volgorde worden de vragen gesteld?
Exercise 49: a) Luister naar Stone 3.
                           b) Verbind de vragen en antwoorden d.m.v. lijnen
Exercise 50: a) Zet de Nederlandse vertalingen achter de woorden.
                           b) Welke van de karaktereigenschappen passen bij jou?
                           c) Welke karaktereigenschappen zijn positief, negatief en neutraal?
'
Klaar?: Exercise 41-42-43-44
                           
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Homework
  • Finish exercise 46-49-50 on p. 64-66
  • Study: Theme Words on p.74 + Stones on p. 48/ 64/ 65

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het Nederlandse woord voor: beard?

Slide 8 - Open vraag

Wat is het Nederlandse woord voor: braces?

Slide 9 - Open vraag

Wat is het Nederlandse woord voor: tall?

Slide 10 - Open vraag

Wat is het Nederlandse woord voor: divorced?

Slide 11 - Open vraag

Wat is het Nederlandse woord voor: nephew?

Slide 12 - Open vraag

Wat is het Nederlandse woord voor: annoying?

Slide 13 - Open vraag

What is het Engelse woord voor: kaal?

Slide 14 - Open vraag

What is het Engelse woord voor: krullend/gekruld?

Slide 15 - Open vraag

What is het Engelse woord voor: paardenstaart?

Slide 16 - Open vraag

What is het Engelse woord voor: getrouwd?

Slide 17 - Open vraag

What is het Engelse woord voor: grootouders?

Slide 18 - Open vraag

What is het Engelse woord voor: verlegen?

Slide 19 - Open vraag

Lesson 2

Slide 20 - Tekstslide

Check Homework
Exercise 46-49-50

Slide 21 - Tekstslide

Chapter 1I: Grammar
Exercise 53: luister naar Lucky en kijk naar de blauwe en groene woorden op p.68

Subject pronouns (blauw) komen voor/na het werkwoord?
Object pronouns (groen) komen voor/na het werkwoord?

subject = I-you-he/she/it-we-they
object= me-you-him/her/it-us-them

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Chapter 1I: Grammar
Subject
Pronoun
Object 
Pronoun
Example
I
me
Jason loves me.
you
you
I love you.
he/she/it
him/her/it
You love him. / You love her./ You love it.
we
us
He loves us.
they
them
She loves them.

Slide 24 - Tekstslide

Exercises 
Exercise 54) vul het schema in met subject pronouns en object pronouns.
Exercise 55a) Lees de zinnen en omcirkel het correcte woord.
                   55b) Vul de subject pronouns/object pronouns/possessive pronouns in. 
                               Possessive pronouns: my-your-his-her-its-our-their   book
Exercise 56) Gebruik de plaatsjes om de zinnen af te maken.
Exercise 57) Lees de grammatica en vul de juiste wh-woorden in.
Exercise 58) Lees de fact file en schrijf vragen op die je kunt stellen aan de 
                           hand van de informatie uit de fact file. 
                           Bijv. Question: What is your full name? Answer: My full name is Selma Johnson.

Klaar? Exercise 41-42-43-44
                           

Slide 25 - Tekstslide

Grammar Check
Subject Pronouns and Object Pronouns

1) My brother is a college student. _______ will graduate next year.
2) Sandra and Thomas will be at the airport tonight. _____ will arrive at 7 pm.
3) Could you pick  _____ up at the airport and take them to the hotel?
4) I have a problem with question 4. Could you please help _____ ?
5) My friends and I are going to a movie. Would you like to join _____? 
6) Please don't ask _____ that question. I don't know the answer.

Slide 26 - Tekstslide

Recap
  • Wat zijn subject pronouns?
  • Wat zijn object pronouns?
  • Wat zijn possessive pronouns?
  • Wat zijn interrogative pronouns?

Slide 27 - Tekstslide

Homework
Finish: exercise 54-55-56-57-58 on p. 68-71
Study: Theme Words on p.74 + Stones on p. 48/ 64/ 65

Slide 28 - Tekstslide

Lesson 3

Slide 29 - Tekstslide

Previous Lesson
Grammar: subject/object/possessive/interrogative pronouns

Check homework: exercise 54-55-56-57-58 on p. 68-71

Slide 30 - Tekstslide

Vertaal in het Engels:
"Hallo, mijn naam is Thomas"

Slide 31 - Open vraag

Vertaal in het Engels:
"Aangenaam kennis te maken"

Slide 32 - Open vraag

Vertaal in het Engels:
"Ik heb twee broers en een zus."

Slide 33 - Open vraag

Vertaal in het Engels:
"Hoe oud ben je?"

Slide 34 - Open vraag

Vertaal in het Engels:
"Waar kom je vandaan?"

Slide 35 - Open vraag

Vertaal in het Engels:
"Waar woon je?"

Slide 36 - Open vraag

Vertaal in het Engels:
"Ze heeft krullend haar en ze heeft een beugel."

Slide 37 - Open vraag

Vertaal in het Engels:
"Mario is lang en heeft blauwe ogen."

Slide 38 - Open vraag

Vertaal in het Engels:
"Zij zijn verlegen maar vriendelijk."

Slide 39 - Open vraag

Chapter 2: School Days

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

School Days

Slide 42 - Woordweb

Getting Started
Exercise 1: schrijf de Engelse woorden bij de plaatjes.
Exercise 2: Vul de woorden in.
Exercise 3: Omcirkel de juiste antwoorden.
Exercise 4: Beantwoord de vragen in het Engels en bedenk zelf 
                        twee vragen in het Engels.

Slide 43 - Tekstslide

Homework
Finish: exercise 1-2-3-4 on p. 84-85
               exercise 26 on p.98
               exercise 52 on p.114

Study: Theme Words on p.74 
              Stones on p. 48/ 64/ 65
              Theme Words on p. 98 & 114

Slide 44 - Tekstslide