Lezen H4
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Een chronologisch tekstverband:
A
geeft een (tijds)volgorde aan
B
geeft een reden aan
C
geeft een conclusie aan
D
geeft een opsomming aan
Slide 5 - Quizvraag
Bij een opsommend tekstverband horen de volgende signaalwoorden:
A
daarna, vervolgens, gisteren, volgende week
B
maar, echter, toch, daarentegen
C
ook, daarnaast, bovendien, en
D
want, omdat, zodat, daardoor
Slide 6 - Quizvraag
Bij een tegenstellend tekstverband horen de volgende signaalwoorden:
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor
Slide 7 - Quizvraag
Tekstverbanden, het signaalwoord 'maar' hoort bij een .......tekstverband
A
opsommend
B
uitleggend
C
tegenstellend
D
redengevend
Slide 8 - Quizvraag
Een signaalwoord van een toelichtend tekstverband is …
A
die
B
omdat
C
zoals
D
maar
Slide 9 - Quizvraag
Wat is nog meer een signaalwoord van een toelichtend tekstverband?
A
daardoor
B
ook
C
maar
D
bijvoorbeeld
Slide 10 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort NIET bij een opsommend tekstverband?
A
Terwijl
B
Daarna
C
Verder
D
Ook
