In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Ruilen over de tijd H2
Kim, Lianka, Wies
Slide 1 - Tekstslide
§1 Inkomsten en uitgaven van de overheid
Slide 2 - Tekstslide
Belastingen
Collectieve sector
Rijksbegroting
Miljoenennota
Indirecte belastingen
Directe belastingen
Slide 3 - Tekstslide
begrotingstekort/overschot
Begrotingstekort
Begrotingsoverschot
Staatsschuld
Overheidsschuld
Financieringssaldo
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Hoeveel procent mag het begrotingstekort zijn van het bbp?
A
30%
B
60%
C
3%
D
6%
Slide 6 - Quizvraag
§2 Sociale zekerheid
Slide 7 - Tekstslide
Sociale zekerheid
Financiële problemen
Sociale voorzieningen
Sociale verzekeringen
Slide 8 - Tekstslide
Sociale verzekeringen
Premies
Omslagstelsel
Volksverzekeringen
Werknemersverzekeringen
Slide 9 - Tekstslide
Sociale voorzieningen
Belastinggeld
Geen inkomen & uitkering
Participatiewet
Slide 10 - Tekstslide
Solidariteit
Solidariteitsbeginsel
intergenerationele solidariteit
vergrijzing
premiedruk neemt toe
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Sociale voorzieningen
Sociale verzekeringen
Premies
Belastinggeld
Volksverzekeringen
Werknemersverzekeringen
AOW
Geen inkomen geen uitkering
Participatiewet
Slide 13 - Sleepvraag
§3 Samenwerken aan een toekomst
Slide 14 - Tekstslide
Pensioen
AOW
Collectief pensioen
Waarde/welvaartsvast
Slide 15 - Tekstslide
Rekenen
Dekkingsgraad
Rekenrente
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Stel dat een pensioenfonds over 20 jaar een uitkeringsverplichting heeft van €680 miljoen. De rekenrente bedraagt 1,8%. Het huidige vermogen van het pensioenfonds is €500 miljoen.
Bereken het dekkingspercentage voor dit fonds. Rond af op twee decimalen. (.......%)
Slide 18 - Open vraag
Huidige waarde van de toekomstige verplichting = € 680 miljard / 1,01820 = € 475,94 miljard.
Stel dat een pensioenfonds over 20 jaar een uitkeringsverplichting heeft van €680 miljoen. De rekenrente bedraagt 1,8%. Het huidige vermogen van het pensioenfonds is €500 miljoen.
Bereken het bedrag dat het pensioenfonds nu in kas zou moeten hebben om een dekkingspercentage van 110% te hebben. Rond af op twee decimalen. (..... miljard)
Slide 20 - Open vraag
x / 475,94 miljard x 100% = 110
x = € 523,53 miljard.
Slide 21 - Tekstslide
Petje op/petje af
Slide 22 - Tekstslide
Vanaf welke leeftijd ontvang je AOW?
Petje op = 66 jaar en 4 maanden
Petje af = 67 jaar en 3 maanden
Slide 23 - Tekstslide
Wat wordt betaald vanuit premies?
Petje op = AOW
Petje af = aanvullend pensioen
Slide 24 - Tekstslide
Hoeveel jongeren werken voor één oudere naar schatting in 2050? (AOW)
Petje op = 3,5 oudere voor 1 oudere
Petje af = 2,5 jongere voor 1 oudere
Slide 25 - Tekstslide
Hoeveel jongeren werken voor één oudere naar schatting in 2050? (AOW)
Petje op = 3,5 oudere voor 1 oudere
Petje af = 2,5 jongere voor 1 oudere
Slide 26 - Tekstslide
Wat is de grootste inkomstenbron voor de overheid?
Petje op = premies
Petje af = belastingen
Slide 27 - Tekstslide
Het financieringssaldo is het begrotingstekort + aflossingen.
Petje op = juist
Petje af = onjuist
Slide 28 - Tekstslide
Waardoor neemt de premiedruk toe?
Petje op = doordat er steeds meer ouderen zijn
Petje af = doordat mensen langer door moeten werken
Slide 29 - Tekstslide
De overheidsschuld is hoger dan de staatsschuld.
Petje op = juist
Petje af = onjuist
Slide 30 - Tekstslide
Een pensioen stijgt met de procentuele prijsstijging. Wat voor soort pensioen is dit?