Werk

Taalklas
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taalklas

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is de datum van vandaag?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

welke dag was het eergisteren?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De herfst is een seizoen.
Wat is een ander woord voor seizoen?
A
September
B
Kwart van een jaar
C
Vakantie
D
Jaargetijde

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk seizoen valt de Kerstvakantie
A
Zomer
B
Lente
C
Winter
D
Herfst

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Werk                 Het werk                   werken

Ik werk in een winkel

Hij werkt bij een garage

Zij is docent, ze werkt op een school.

Ik heb bij een pizzeria gewerkt.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke beroepen zag je net op de foto?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De beroepen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de bakker       de bakkerij

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de slager            de slagerij

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de foto. 

  • Wat zie je op de foto?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

School
Stage/ werk
dagplanning 
docent
externe stage
interne stage
kantine
klasgenoten
klassengesprek

pauze
praktijklokaal
rooster
samenwerken
stagebegeleider
stagecontract
werk
werkoverleg
werkvloer
collega's
leidinggevende

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Luister naar het gesprek Waar werk je? 
Je hoort Joyce en Tristan.


Wat voor werk doet Tristan?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor werk doet Tristan?
A
B
C
D

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke dag werkt Tristan niet?
A
maandag
B
vrijdag
C
woensdag
D
donderdag

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoort het begrip bij school, stage, of werk?
 SCHOOL
 STAGE
WERK
stagebegeleider
docent
klasgenoten
leidinggevende
collega's
stagecontract

Slide 17 - Sleepvraag

Sleepvraag

Vertel: Hier zie je (v.l.n.r.) de sperwer, de havik en de buizerd. 
Vraag: Weten jullie nog wat bij wie hoort?
Doe: Sleep de stellingen naar de roofvogel waar die bij hoort.
  • Welke beroepen ken je?
  • Ken je nog meer beroepen?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Luister naar het gesprek Waar werk je? (2).
  • Je hoort mevrouw El Hamdi, Saïd en Jan Helmond.


  • Luister nog een keer naar het gesprek en geef antwoord.
  • Waarom kan Saïd niet naar zijn werk?
  • Wanneer is Saïd weer beter?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Wat kun je zeggen? Vul het antwoord in.
Wat voor werk doe je?

A
Ik ben kapper
B
Op maandag ben ik vrij.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7. Wat kun je zeggen? Vul het antwoord in.
Ik ben ziek.

A
Wat leuk!
B
Wat vervelend!

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

12. Luister naar je begeleider. Zeg de zinnen na.

  • 1. Kan ik Jan spreken?
  • 2. Ik zal je even doorverbinden.
  • 3. Ik ben ziek.
  • 4. Ik kan vandaag niet werken.
  • 5. Het is heel druk.
  • 6. Wat zijn je klachten?
  • 7. Hoofdpijn en koorts.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

13. Zeg het gesprek na. (1)
  • Joyce: Hé Tristan, hoe is het met je?
  • Tristan: Goed! En met jou?
  • Joyce: Prima!
  • Waar woon je nu?
  • Tristan: In Amsterdam.
  • Joyce: Wat voor werk doe je?
  • Tristan: Ik ben kapper. Ik werk in een kapsalon.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14. Zeg het gesprek na. (2)

  • Jan Helmond: Met Jan Helmond.
  • Saïd: Hallo Jan, met Saïd.
  • Ik ben ziek. Ik kan vandaag niet werken.
  • Jan Helmond: Wat vervelend! Het is heel druk.
  • Saïd: Ik denk dat ik woensdag weer beter ben.
  • Jan Helmond: Oké. Beterschap, Saïd.
  • Saïd: Bedankt.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

15. Luister naar je begeleider. Wat kun je antwoorden?
Bedenk zoveel mogelijk antwoorden.
Wat voor werk doe je?
..................................................................................

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

16. Maak het gesprek compleet. Je bent ziek. Je kunt vandaag niet werken. Je belt op naar je werk.
Voer het gesprek.

  • Jan Helmond: Timmerfabriek De Boer.
  • Met Jan Helmond
  • Ik: ............................................................................
  • Jan Helmond: Wat vervelend!
  • Wat zijn je klachten?
  • Ik: ............................................................................
  • Jan Helmond: Wanneer kun je weer komen werken?
  • Ik: ............................................................................
  • Jan Helmond: Oké. Beterschap.
  • Ik: ............................................................................

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet bij de bushalte een vriend. 
Hij heeft net een nieuwe baan.
Maak een praatje over zijn werk.


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Je bent ziek. 
Je kunt vandaag niet werken. 
Je belt op naar je werk.
Voer het gesprek.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk nog een keer naar de foto. 
  • Geef antwoord op de vragen.
  • Bedenk je eigen verhaal.


  • Hoe heet de man op de foto?
  • Wat is zijn beroep?
  • Doet hij dit werk al lang?
  • Wie is de vrouw?
  • Wat is haar beroep?
  • Waar denkt ze aan?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

11. Taalriedel
Hoe is het met je?
Hoe is het met je?
Goed, en met jou?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies