1.4 Tijd


1.4
Tijd
NU REKENEN
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les


1.4
Tijd
NU REKENEN

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel van vandaag:


Hoe je tijdseenheden omrekent
Hoe je tijdverschil berekent
tijden noteren 

Slide 2 - Tekstslide

ACTVIVEERVRAGEN

Wat weet jij al over het onderwerp van vandaag? 

Slide 3 - Tekstslide

1.
Je kunt tijd uitdrukken in
verschillende eenheden.
Noem er zoveel mogelijk.

Wie er het meeste kan opschrijven wint een snoepje. 

Slide 4 - Tekstslide

Femtoseconde: één triljoenste van een seconde
Picoseconde: één biljoenste van een seconde
Nanoseconde: één miljardste van een seconde
Microseconde: één miljoenste seconde
Milliseconde: één duizendste seconde
Centiminuut: 1/100 van een minuut, 0,6 seconden
Seconde: de internationale standaardeenheid voor tijd (duurt ongeveer even lang als dat je “eenentwintig” zegt)
Minuut: 60 seconden
Kwartier: 15 minuten
Kiloseconde (ks): 1000 seconden ( = 16 minuten en 40 seconden)
Uur: 60 minuten of 3600 seconden of 3,6 ks
Dag of etmaal: 24 uur of 86400 seconden of 86,4 ks
Week: zeven dagen: 604800 seconden
Decade: 10 dagen : 864000 seconden
Maand: 28, 29, 30 of 31 dagen
Kwartaal of trimester: 3 maanden of een kwart jaar
Semester: 6 maanden
Jaar: 365 of 366 dagen
Zonnejaar: 365,2425 dagen
Juliaans jaar: 365,25 dagen
Lustrum: 5 jaar
Decennium: 10 jaar
Eeuw: 100 jaar
Millennium of ka: 1000 jaar
Ma: 1 000 000 jaar
Ga: 1 000 000 000 jaar

Slide 5 - Tekstslide

Minuut: 60 seconden
Kwartier: 15 minuten
Kiloseconde (ks): 1000 seconden ( = 16 minuten en 40 seconden)
Uur: 60 minuten of 3600 seconden of 3,6 ks
Dag of etmaal: 24 uur of 86400 seconden of 86,4 ks
Week: zeven dagen: 604800 seconden
Decade: 10 dagen : 864000 seconden
Maand: 28, 29, 30 of 31 dagen
Kwartaal of trimester: 3 maanden of een kwart jaar
Semester: 6 maanden
Jaar: 365 of 366 dagen
Zonnejaar: 365,2425 dagen
Juliaans jaar: 365,25 dagen
Lustrum: 5 jaar
Decennium: 10 jaar
Eeuw: 100 jaar
Millennium of ka: 1000 jaar
Ma: 1 000 000 jaar
Ga: 1 000 000 000 jaar

Slide 6 - Tekstslide

 Semester: 6 maanden
 Jaar: 365 of 366 dagen
 Zonnejaar: 365,2425 dagen
 Juliaans jaar: 365,25 dagen
 Lustrum: 5 jaar
 Decennium: 10 jaar
 Eeuw: 100 jaar
 Millennium of ka: 1000 jaar
 Ma: 1 000 000 jaar
 Ga: 1 000 000 000 jaar

Slide 7 - Tekstslide



2.

Wat is een 
analoge klok?

Slide 8 - Tekstslide

Info:
auto; 51 min.         trein; 1u22          lopen; 1 dag
3
Flip en zijn vrienden willen om 11 uur in Maastricht zijn. 
Hoe laat moeten zij vertrekken als ze met de trein gaan?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide