Hoofdstuk 9. Je lichaam werkt - 9.2 Je eten verteert

Je middenrif verdeelt je romp in een borstholte en buikholte
A
Juist
B
Onjuist
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Je middenrif verdeelt je romp in een borstholte en buikholte
A
Juist
B
Onjuist

Slide 1 - Quizvraag

Waar liggen meer organen?
A
Borstholte
B
Buikholte

Slide 2 - Quizvraag

9.2 Je eten verteert
Leerdoel:

- Je leert hoe je eten doorslikt;
- Je leert waar je eten langs gaat;
- Je leert hoe en waar je eten verteerd wordt;
- Je leert hoe voedingsstoffen in je bloed terecht komen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Eten doorslikken
Je tong duwt de voedselbrij in de keelholte.

Als je slikt, kan het voedsel maar één kant op:
– je huig sluit bij slikken je neusholte af.
– je strotklepje sluit de luchtpijp af.

Als het mis gaat, sluit je huig/strotklepje niet goed.

Slide 5 - Tekstslide

Voedsel in het versteringsstelsel
De weg van voedsel door je verteringsstelsel is:
  
mondholte → slokdarm → maag → twaalfvingerige darm → dunne darm → dikke darm → endeldarm

Voedsel wordt met peristaltische bewegingen voortgeduwd.

Slide 6 - Tekstslide

Peristaltische beweging

Voedsel wordt voortgeduwd door spierbewegingen:

knijp -en dieuwbeweging

Slide 7 - Tekstslide

Vertering
Voedingsstoffen moeten naar de organen → alleen via bloed.

Water, mineralen en vitamines kunnen direct in het bloed (zijn klein).

Eiwitten, vetten en Koolhydraten moeten eerst kleiner gemaakt worden.

Vertering:
het kleinmaken van voedingsstoffen → naar het bloed.


Slide 8 - Tekstslide

Waar wordt eten verteerd
Verteringssappen ‘knippen’ grote voedingsstoffen in kleine stukken. 

Dat gebeurt op vier plekken:
1 speeksel – in de mond
2 maagsap – in de maag
3 alvleessap – in de twaalfvingerige darm
4 darmsap – in de dunne darm

Slide 9 - Tekstslide

Gal
Is een hulpstof, GEEN verteringssap.

- Gemaakt in de lever.
- Opgeslagen in de galblaas.
- Vet wordt kleiner gemaakt.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Voedingsstoffen naar het bloed
- Voedingsstoffen gaan door de darmwand → bloedvaten
- Bloed vervoert de voedingsstoffen naar de organen.
- Darmplooien → veel bloedvaten → veel voedingsstoffen opnemen


Slide 12 - Tekstslide

Na het verteren
In de dikke darm gaat water uit de onverteerde resten naar het bloed.
 

Poep komt in de endeldarm terecht en gaat door de anus uit je lichaam.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Aan het werk
Hoofdstuk 9. Je lichaam werkt
Paragraaf 9.2 Je eten verteert
Tekstboek: lezen blz. 59 t/m 63
Werkboek: maken opdracht 1 t/m 22 (blz. 76 t/m 81)
timer
5:00
timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat is vertering?
A
Energie in voedingsstoffen gebruiken om te bewegen
B
Voedingsstoffen opnemen in het bloed
C
Voedingsstoffen gebruiken om cellen te bouwen
D
Voedingsstoffen klein maken

Slide 17 - Quizvraag

Welke rol spelen verteringssappen bij vertering?
A
Ze gebruiken de energie in voedingsstoffen
B
Ze bouwen nieuwe cellen met de voedingsstoffen
C
Ze knippen voedingsstoffen in kleine stukken
D
Ze brengen de voedingsstoffen uit je voedsel naar de organen

Slide 18 - Quizvraag

Op welke plek in het verteringsstelsel wordt alvleessap aan de voedselbrij toegevoegd?
A
In de mondholte
B
In de maag
C
In de twaalfvingerige darm
D
In de dunne darm

Slide 19 - Quizvraag

Welk verteringssap wordt in de mondholte aan de voedselbrij toegevoegd
A
Alvleessap
B
Darmsap
C
Maagsap
D
Speeksel

Slide 20 - Quizvraag