Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom!
Vandaag:
- Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Lesdoel van vandaag:
Je weet hoe je de persoonsvorm kunt vinden in een zin.
Je spelt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De taalverzorgingsboom

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindspel: Lü interactive playground

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

* Wat vind jij van spelfouten op social media?
 
* En buiten social media om (bijvoorbeeld een brief van school, of nieuwsbericht), vind je het dan belangrijk?

* Waarom is correct spellen zo belangrijk denk je? 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is correct spellen zo belangrijk?
Een tekst zonder fouten is niet alleen goed voor de Nederlandse taal, maar ook voor jou als schrijver. Wie foutloos schrijft, levert verzorgd werk af en neemt zijn werk uiterst serieus. En dat zegt op zijn beurt weer iets over hoe de lezers naar jou als persoon kijken. Jij bent betrouwbaar om mee samen te werken.

Onderzoek spelfouten sollicitatiebrieven: de kans op een sollicitatiegesprek bedroeg 65,6% voor wie geen spelfouten maakte, tegenover 58,1% voor degenen met twee spelfouten en 46,6% voor degenen met vijf spelfouten.

Voorkomen van miscommunicatie
- 'betaald met tien euro': is er al betaald of betaalt de klant met 10 euro?
- 'medicatie veranderd': is de medicatie veranderd of verandert deze binnenkort?

Slide 7 - Tekstslide

https://artikelbase.nl/onderwijs/waarom-is-goed-spellen-zo-belangrijk/


Opdracht -  lesstarter
Samen met je buurvrouw
Wat is het juiste antwoord? (Zie uitgedeelde opdracht)
De uitgedeelde opdracht en een pen

Klaar? Kijk alvast naar 2.1 Persoonsvorm tegenwoordige tijd en lees de Powerpoint door
Na 8 minuten gaan we verder met de theorie, daarna kijken we de opdracht na
Jullie hebben 8 minuten de tijd
timer
8:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 10 - Open vraag

Vraagproef
Niet gebruiken
Werkt niet altijd. Bijvoorbeeld: "Hoe laat moet jij naar huis?" Of als er meer persoonsvormen in een zin staan: "Ik ging naar de winkel en kocht een nieuwe trui".
Tijdproef
Zin van tt naar vt zetten.
Getalproef
Wij werken hard aan het werkstuk > ik werk hard aan het werkstuk

Persoonsvorm
Tijdproef
Getalproef

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1/2: Wat is de persoonsvorm?
Mijn ouders gaan graag samen naar de film.
A
mijn ouders
B
gaan
C
graag
D
samen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2/2: Wat is de persoonsvorm?
De verpleegkundige schrijft een mail naar haar leidinggevende.
A
de verpleegkundige
B
een mail
C
schrijft
D
naar haar leidinggevende

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
In de tegenwoordige tijd zijn er maar drie mogelijkheden (vormen) om de persoonsvorm te spellen. Let op of het onderwerp enkelvoud of meervoud is.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
In de tegenwoordige tijd zijn er maar drie mogelijkheden (vormen) om de persoonsvorm te spellen. Let op of het onderwerp enkelvoud of meervoud is.
Controleer of je het goed hebt geschreven door het werkwoord te veranderen door een vorm van "lopen":
Loop je? Dus schrijf je ook: Vind je?
Loopt je zus? Dus schrijf je ook: Vindt je zus?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm tegenwoordige tijd


Ik-vorm
  •    Ik ... (beantwoorden) de brief.
  •    ... (vinden) je dat normaal?
  •    ... (houden) nu eens je mond!

    Slide 16 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Persoonsvorm tegenwoordige tijd


    Ik-vorm
    •    Ik beantwoord de brief.
    •    Vind je dat normaal?
    •    Houd nu eens je mond!

      Slide 17 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Persoonsvorm tegenwoordige tijd


      Ik-vorm + t
      •    Jij ... (beantwoorden) de brief.
      •    ... (vinden) Julia dat normaal?
      •    Peter ... (dansen) de sterren van de hemel.


        Jij, je, hij, zij/ze, het, Julia, Peter...

        Slide 18 - Tekstslide

        Deze slide heeft geen instructies

        Persoonsvorm tegenwoordige tijd


        Ik-vorm + t
        •    Jij beantwoordt de brief.
        •    Vindt Julia dat normaal?
        •    Peter danst de sterren van de hemel.


          Slide 19 - Tekstslide

          Deze slide heeft geen instructies

          Persoonsvorm tegenwoordige tijd

          Hele werkwoord
          •    Wij ... (lopen) naar huis.
          •    ... (vinden) jullie dat normaal?
          •    Hans en José ... (geven) mij een mooi cadeau.

            Wij, jullie, zij, Hans en José, Lars en Caia...

            Slide 20 - Tekstslide

            Deze slide heeft geen instructies

            Persoonsvorm tegenwoordige tijd

            Hele werkwoord
            •    Wij lopen naar huis.
            •    Vinden jullie dat normaal?
            •    Hans en José geven mij een mooi cadeau.

              Slide 21 - Tekstslide

              Deze slide heeft geen instructies

              1/4: Wat is de juiste spelling?
              Die verpleegkundige ... (vinden) ik geweldig
              A
              vindt
              B
              vind

              Slide 22 - Quizvraag

              ik vind iets óver die verpleegkundige
              2/4: Wat is de juiste spelling?
              Ik hoop dat er iets spannends ... (gebeuren)
              A
              gebeurt
              B
              gebeurd
              C
              gebeurdt
              D
              gebeuren

              Slide 23 - Quizvraag

              Deze slide heeft geen instructies

              3/4: Wat is de juiste spelling?
              Als hij klaar is, ... (verzamelen) hij alle spullen weer.
              A
              verzameldt
              B
              verzameld
              C
              verzamelen
              D
              verzamelt

              Slide 24 - Quizvraag

              Deze slide heeft geen instructies

              4/4: Wat is de juiste spelling?
              Dat ... (verbazen) mij niet maar het ... (verwonderen) mij wel
              A
              verbaasd, verwonderd
              B
              verbaast, verwondert
              C
              verbaast, verwonderd
              D
              verbaasd, verwondert

              Slide 25 - Quizvraag

              Deze slide heeft geen instructies

              Bespreken lesstarter

              Slide 26 - Tekstslide

              Deze slide heeft geen instructies

              Opdrachten periode 2
              Via de planning, 2F of 3F

              Ga je de opdrachten maken op 2F of 3F niveau?

              Slide 27 - Tekstslide

              Deze slide heeft geen instructies

              Huiswerk deze week:
              - Opdrachten volgens planning behorende bij Taalverzorging
              2.1 Persoonsvorm tegenwoordige tijd

              Slide 28 - Tekstslide

              Deze slide heeft geen instructies

              Volgende les
              • Persoonsvorm verleden tijd

              Huiswerk
              •  Maken opdrachten volgens planning behorende bij Taalverzorging 2.1 Persoonsvorm tegenwoordige tijd

              Slide 29 - Tekstslide

              Deze slide heeft geen instructies