Grootheden en eenheden les 3 KT

Verwachtingen
Schrift en pen op tafel
Laptop dicht
Tas op de grond
Monden dicht en ogen naar mij
Niet rondlopen tijdens de les
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verwachtingen
Schrift en pen op tafel
Laptop dicht
Tas op de grond
Monden dicht en ogen naar mij
Niet rondlopen tijdens de les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Leer je met formules werken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
- Huiswerk inleveren
- Wat weten we nog van de vorige les?
- Uitleg over formules
- zelfstandig werken
- Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen van eenheden

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenheden omrekenen (blz 30)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenheden omrekenen
De voorvoegsels kun je voor alle eenheden zetten





kan het dametje met de centimeter meten

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
1000 m =  ............. km

1000 mm = ............m

10dm = ...........dam

100cm = .................km



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

m/s naar km/u
Snelheid (m/s naar km/u)
m/s × 3,6 = km/u
km/u ÷ 3,6 = m/s

Slide 8 - Tekstslide

1km = 1000m
1u = 3600s

Bij een snelheid van 10m/s redeneer je als volgt: Als je in 1 seconde 10 meter aflegt, leg je (met dezelfde snelheid) in 1 uur 3600 x 10 meter af. 

                  3600 x 10m        36000m  36km
10 m/s =   ---------------- =   ---------- =           
                  3600x 1s               3600s       1u

= 36km/u
 
Rekenen met gemiddelde snelheid


Om de gemiddelde snelheid uit te rekenen gebruik je;
                                                 afstand 
gemiddelde snelheid = ---------
                                                    tijd

Of afstand/tijd



gegeven
de tijd is 4 uur
de afstand is 440 km
gevraagd
de gemiddelde snelheid in km/h
formule
snelheid = afstand / tijd
berekening
snelheid = 440 / 4
antwoord
snelheid is 110 km/h
Voorbeeld;

De trein tussen Amsterdam en Parijs gaat over 440 km spoor. De trein doet er 4 uur over.
Bereken de gemiddelde snelheid.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Om de gemiddelde snelheid uit te rekenen gebruik je;
                                            afstand
gemiddelde snelheid = ---------
                                                tijd
Of afstand/tijd

Oefenen 1;

Peter en Mo wandelen in de bergen. Hun wandelroute is 21 km. Ze doen hier  3 uur en 30 min over.

Bereken de gemiddelde snelheid?
gegeven
afstand =
tijd = 
gevraagd
snelheid
formule
snelheid = 
berekening
snelheid = 
antwoord
snelheid =

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen met gemiddelde snelheid

Om de afgelegde afstand uit te rekenen gebruik je;

afstand = snelheid x tijd


gegeven
de tijd is 4 uur
de snelheid is 950 km/h
gevraagd
de afstand in km
formule
afstand = snelheid x tijd
berekening
afstand = 950 x 5
antwoord
afstand = 4750 km
Voorbeeld;

Een vliegtuig vliegt met een snelheid van 950 km/h. Het vliegt 5 uur met deze snelheid.
Hoeveel km legt het vliegtuig af?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Om de tijd uit te rekenen gebruik je;

            afstand
Tijd =  -----------
             snelheid


m/s × 3,6 = km/u
km/u ÷ 3,6 = m/s
Oefenen 1;

Yara staat aan de start van een schaats-wedstrijd. Haar snelheid is 27 km/h.
Hoe lang doet zij over 1 ronde van 400 m?



gegeven
snelheid =
afstand =
gevraagd
tijd
formule
snelheid = afstand / tijd
tijd = afstand / snelheid
berekening
tijd = 
antwoord
tijd =

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Maak nu de opdrachten op blz 35 t/m 37
Let op! schrijf het helemaal uit
De eerste 5 minuten doe je in stilte
Probeer het eerst zelf
Daarna mag je rustig overleggen
Ik loop langs als er nog vragen zijn

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Ik haal de boekjes op


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we geleerd?
Wat moeten we allemaal opschrijven wanneer je een formule moet gebruiken bij een vraag?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we geleerd?
Wat moeten we allemaal opschrijven wanneer je een formule moet gebruiken bij een vraag?

Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekening
Antwoord

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies