M3 Markt en overheid § 2.3 Volkomen + Monopolistische concurrentie

M3 H2 marktevenwicht per marktvorm
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

M3 H2 marktevenwicht per marktvorm

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken volgen online les
  • De Meet link staat in Classroom
  • Ik voeg de presentaties toe aan Classroom (lesmateriaal)
  • Je volgt de les aan een tafel of bureau, met je camera aan
  • Je hebt de microfoon uit (tot je gevraagd wordt te reageren)
  • Je stelt vragen via de chat

Slide 2 - Tekstslide

Programma




Marktevenwicht volkomen concurrentie
LessonUp M3 Markt (en overheid)
Afsluiting: wat heb je geleerd? 

Slide 3 - Tekstslide

Programma tot toetsweek
In de lessen: 

8-12 feb: M3 § 2.1 t/m 2.3
15 - 19 feb: M3 § 2.4 t/m 2.6
1-5 mrt: Bespreken proefopgaven M3



Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt de omzet en de winst in het marktevenwicht berekenen op een markt van volkomen concurrentie.
  • Je kunt uitleggen hoe de marktvorm monopolistische concurrentie afwijkt van volkomen concurrentie.

Slide 5 - Tekstslide

Waardoor staat de prijs vast in een markt van volkomen concurrentie?
A
Er zijn veel aanbieders, 1 producent heeft te weinig invloed
B
De prijs is vastgesteld door de overheid.

Slide 6 - Quizvraag

Hoe wordt de prijs in een markt van volkomen concurrentie dan wel bepaald?
A
Prijs wordt door de overheid bepaald
B
Prijs waarbij vraag gelijk is aan aanbod
C
De prijs is een evenwichtsprijs
D
De prijs wordt door de producent bepaald

Slide 7 - Quizvraag

De prijs staat vast. De producent kan wel bepalen hoeveel producten hij gaat aanbieden. Hij kiest een hoeveelheid waarbij zijn winst maximaal is.
Bij volkomen concurrentie kan een producent de prijs niet veranderen.
Wat kan hij wel zelf bepalen?

Slide 8 - Woordweb

P = MO = GO
Voorbeeld: product met een verkoopprijs van € 10

Slide 9 - Tekstslide

Volkomen concurrentie
  • Veel aanbieders, homogeen product.
  • Prijs wordt bepaald door vraag en aanbod (zijn in evenwicht).
  • Eén producent heeft geen invloed op de prijs => voor die producent staat de prijs vast.
  • Producent kan wel hoeveelheid kiezen die hij produceert.
  • Welke hoeveelheid kiest hij? Die hoeveelheid waarbij hij de grootste winst maakt (winstmaximalisatie).

Slide 10 - Tekstslide

Volkomen concurrentie
  • Welke hoeveelheid kiest hij? Die hoeveelheid waarbij hij de grootste winst maakt (winstmaximalisatie).
  • Wanneer is de winst van een producent maximaal?
  • Bij die hoeveelheid waarbij de marginale opbrengsten (MO) precies gelijk zijn aan de marginale kosten (MK), MO = MK
  • Links van dat punt: 1 product meer: MO > MK, winst stijgt
  • Rechts van dat punt: 1 product meer: MK > MO, winst daalt

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

2.2 Opgave 10
  • 5p – 100 = –2,5p + 200 → 7,5p = 300 → p = 40 eurocent
  • p = 40 → Qa = 5 × 40 – 100 = 100 (× 1 miljoen kilo) → p × Q = € 0,40 × 100 × 1 miljoen kilo = € 40 miljoen
  • Geen invloed op prijs: zijn aanbod is te klein in totaal van veel aanbieders (van een homogeen product)
  • Aanbod groter => evenwichtsprijs blijft hetzelfde => prijs ontvangt hij ook voor vlg. product. Extra opbrengst (MO) = P

Slide 14 - Tekstslide

2.2 Opgave 10
  • Winst maximaal bij hoeveelheid waar MO = MK , bij Qi = 100
  • Maximale winst = (40 – 35) × 100 × 1.000 = 500.000 cent = € 5.000. Is hoogste winst die te halen is, grotere hoeveelheid => geeft minder dan € 5000.
  • De marktprijs ligt boven de GTK van de individuele aanbieder, er zullen nieuwe aanbieders toetreden
  • 31: laagste punt van de GTK. Nieuwe aanbieders tot winst 0.

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn de kenmerken van de marktvorm 'monopolistische concurrentie'?
A
1 aanbieder, homogeen product
B
Weinig aanbieders, heterogeen product
C
Veel aanbieders, heterogeen product
D
Veel aanbieders, homogeen product

Slide 16 - Quizvraag

De producent kan (binnen bepaalde grenzen) de prijs zelf bepalen. 
Als klanten voorkeur hebben voor zijn product, zullen ze niet meteen naar een ander gaan wanneer hij de prijs verhoogt.
Kan een producent in markt van monopolistische concurrentie
de prijs zelf bepalen?

Slide 17 - Woordweb

De bestaande restaurants zullen ieder wat minder klanten krijgen.
Het aantal mensen dat naar restaurants in de wijk gaat, stijgt waarschijnlijk.
Wat zal er met het aantal klanten van restaurants gebeuren als er een restaurant bijkomt in jullie in de wijk?

Slide 18 - Woordweb

Lesdoelen
  • Je kunt de omzet en de winst in het marktevenwicht berekenen op een markt van volkomen concurrentie.
  • Je kunt uitleggen hoe de marktvorm monopolistische concurrentie afwijkt van volkomen concurrentie.

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk


Bestudeer § 2.2 en 2.3 
Maak de opgaven 10 t/m 12

Slide 20 - Tekstslide