Nova 6.3 Geluidssterkte

Herhaling paragraaf 6.2, 
uitleg 6.3
Frequentie en toonhoogte,
geluidssterkte
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling paragraaf 6.2, 
uitleg 6.3
Frequentie en toonhoogte,
geluidssterkte

Slide 1 - Tekstslide

Belangrijkste info paragraaf 2
Belangrijk: 
toonhoogte; 
frequentie;
oscilloscoop;
trillingstijd;
T = 1 / f
f = 1 /T

Slide 2 - Tekstslide

De eenheid van trillingstijd is ...
De eenheid van frequentie is ...
Seconden (s)
Hertz (Hz)

Slide 3 - Sleepvraag

Wat betekent trillingstijd?

Slide 4 - Open vraag

Wat betekent frequentie?

Slide 5 - Open vraag

Hoeveel trillingen zie je op de afbeelding?

Slide 6 - Open vraag

Geluidssterkte

Slide 7 - Tekstslide

Geluidssterkte
Hoe hoger de amplitude, hoe harder het geluid

Slide 8 - Tekstslide

Geluidssterkte
Geluidssterkte meet je in decibel (dB)

Verschil tussen dB en dB(A)

Slide 9 - Tekstslide

Geluiden vanaf 90 decibel kunnen leiden tot gehoorschade! Daarbij ligt het er aan hoe lang je deze geluidssterkte hoort.

Bij een geluid met een geluidssterkte van 140 dB krijg je meteen gehoorschade! Dit voel je dan ook als pijn.

Slide 10 - Tekstslide

Geluidssterkte

Slide 11 - Tekstslide

Hoe kleiner de amplitude (geluidssterkte), hoe ..... het geluid
A
Harder
B
Hoger
C
Lager
D
Zachter

Slide 12 - Quizvraag

Geluidssterkte meet je met een ........
A
Decibelmeter
B
Oscilloscoop
C
Toongenerator

Slide 13 - Quizvraag

Een stemvork trilt met een hele lage amplitude (geluidssterkte). Het geluid zal...
A
heel hard zijn
B
heel zacht zijn
C
heel hoog zijn
D
heel laag zijn

Slide 14 - Quizvraag

Geluidssterkte
Hoe harder een geluid hoe hoger het aantal decibel.
Dit wordt gemeten met een decibelmeter.

Geluidssterkte wordt ook wel aangegeven met Amplitude.
grootheid: geluidssterkte 
eenheid: decibel (dB)

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de opdrachten van paragraaf 6.3

Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten maken
  • Wat: lees  en maak opgaven 1 t/m 5 van H 6.3 op blz. 84 .   
  • Hoe: helemaal stil!      
  • Hulp: docent   
  • Tijd:  20 minuten lang     
  • Huiswerk: opdrachten 1 t/m 9 van paragraaf H6.3 online 
  • Klaar?: maken 6 t/m 9

Rood=stil, geen vragen. Oranje= stil, vragen docent. Groen= fluisteren

Slide 17 - Tekstslide