Engels - beroepen

Engels - beroepen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Engels - beroepen

Slide 1 - Tekstslide

Noem zoveel mogelijk beroepen in het Engels

Slide 2 - Open vraag

Wat is een teacher
A
kok
B
leraar
C
piloot
D
danseres

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het Engelse woord voor 'ziekenhuis'
A
garage
B
basement
C
restaurant
D
hospital

Slide 4 - Quizvraag

Hoe schrijf je 'dokter' in het Engels
A
doctor
B
docter
C
dector
D
doktor

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een 'waitress'?
A
iemand die opereert
B
iemand die kookt
C
iemand die serveert
D
iemand die schrijft

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het Nederlandse woord voor 'airport'
A
station
B
vliegveld
C
school
D
ziekenhuis

Slide 7 - Quizvraag

Wie werken er in 'space'?
A
leraren
B
astronauten
C
wetenschappers
D
bakkers

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een dentist
A
dokter
B
tandarts
C
manager
D
telefoniste

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent de zin: When I grow up, I want to be...

Slide 10 - Open vraag

Wat is een 'vet'
A
conducteur
B
directeur
C
dierenarts
D
oogarts

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het Engelse woord voor 'oma'

Slide 12 - Open vraag

Wat zijn 'thieves'?
A
advocaten
B
officieren
C
boeven
D
rechters

Slide 13 - Quizvraag

What do you want to be when you grow up? (antwoord met een mooie Engelse zin)

Slide 14 - Open vraag