Grammatica 2

welkom 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

welkom 

Slide 1 - Tekstslide

Begrenzen en benoemen van bijzinnen 

Slide 2 - Tekstslide

Zinsontleding 

Slide 3 - Tekstslide

Volgorde van ontleden
Persoonsvorm (pv)
Onderwerp (ow / ond)
Werkwoordelijk gezegde (ww. gez.)
Naamwoordelijk gezegde (nw. gez.)
Lijdend voorwerp (lv)
Meewerkend voorwerp (mv)
Voorzetselvoorwerp (vzv)
Bijwoordelijke bepaling (bijw. b.)
Bijvoegelijke bepaling (bijv. b.)
Bepaling van gesteldheid (bep. v. gesteld)
Tussenwerpsel 

Slide 4 - Tekstslide

Tekens van Paardekoper
pv (persoonsvorm)
Gezegde {werkwoord} en toevoegingen:
   [af] of [te eten} of [in de luren]
ow (onderwerp)
nwd [[naamwoordelijk deel]]
lv lijdend voorwerp
mv meewerkend voorwerp
vzvw |voorzetselvoorwerp|
bwb bijwoordelijke bepaling
BvG bepaling van gesteldheid

Slide 5 - Tekstslide

gezegde 
Tweedeling: werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
• Werkwoordelijk gezegde: doe-predicatie
• Naamwoordelijk gezegde: is-predicatie

Slide 6 - Tekstslide

ontleed de volgende zinnen
pv, ow, wg of ng, lv, mv, vzv, bijw. b., bep.v. gest., bev. b.

1. Martinus Nijhoff was een Nederlandse dichter.
2. Hij debuteerde in 1916 als dichter met de bundel De wandelaar.
3. Kenmerkend voor Nijhoff is het gebruik van gewone omgangstaal.
4. Hij heeft altijd gestreefd naar herwaardering van het gewone woord. 
5. Maar zijn woordkeus en symboliek zijn uiterst modern. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Samengestelde zinnen
Bestaan uit 2 (of meer zinnen) die aan elkaar geplakt zijn en hebben dus 2 (of meer) PV's.
2 mogelijkheden:
- hoofdzin + hoofdzin
- hoofdzin + bijzin / bijzin + hoofdzin

Slide 9 - Tekstslide

Nevenschikkend
HOOFDZIN – HOOFDZIN
Patrick was marinier.
Vincent was kabouter.
Patrick was marinier en Vincent was kabouter.
Patrick was marinier dus Vincent was kabouter.
Patrick was marinier maar Vincent was kabouter.

Slide 10 - Tekstslide

Onderschikkend
Jan vertelde me dat het tijd was om te gaan.
Trump zegt altijd dat hij gewonnen heeft.

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdzin
- In een hoofdzin staan PV en onderwerp naast elkaar.
- Tussen de persoonsvorm en het onderwerp kun je geen andere zinsdelen plaatsen.
(Isa) (heeft) een nieuwe telefoon gekocht.

Slide 12 - Tekstslide

Bijzin
In een bijzin staan de pv en ond. vaak niet naast elkaar.
- Tussen de persoonsvorm en het onderwerp kun je wel andere zinsdelen plaatsen (bijvoorbeeld het woord 'niet')
- De bijzin kun je meestal vervangen door 1 woord of een woordgroep (zonder ov).
Toen (Isa) haar nieuwe telefoon (had) aangezet,// (werkte) (die) niet.
                             
Je kunt de bijzin vervangen door het woordje 'Toen'.

Slide 13 - Tekstslide

ontleedschema
Stel vast hoeveel persoonsvormen er in de zin sta. Dan 1 of meer? Weet je dat je te maken hebt met een samengestelde zin, nevenschikkend of onderschikkend. 

Morgen meer! 
Maak opdracht 7 en 8

Slide 14 - Tekstslide