V4 Mag het een toontje lager? En wat langzamer?

4 vwo
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4 vwo

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt verschillende leesstrategieën toepassen.
Je kunt verschillende de functies van tekstelementen benoemen.
Je kunt de hoofdgedachte van een tekst benoemen. 
Je kunt vaste tekststructuren herkenen en analyseren.

Slide 2 - Tekstslide

Mag het een toontje lager?

En wat langzamer?

4 vwo

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht: Loop een rondje en vertel zo veel mogelijk over je weekend in 30 seconden. Let op het stemgeluid van de ander. 

Slide 4 - Tekstslide

Denk jij dat de hoogte van je stem van invloed is op wat mensen van je denken? Leg je antwoord uit.
timer
1:00

Slide 5 - Open vraag

Klein onderzoekje...
We bekijken steeds vier filmpjes.  Luister naar de stemmen en bepaal daarna welke stem jij het fijnst vindt.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Welke mannenstem vond jij het fijnst?
A
De stem uit filmpje 1
B
De stem uit filmpje 2
C
De stem uit filmpje 3
D
De stem uit filmpje 4

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

0

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Welke vrouwenstem vond jij het fijnst?
A
De stem uit filmpje 1
B
De stem uit filmpje 2
C
De stem uit filmpje 3
D
De stem uit filmpje 4

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Hoe zit het nu echt?
Bestudeer de tekst 'Mag het een toontje lager?'. Gebruik verschillende leesstrategieën.

Opdracht: Maak een mindmap van de tekst. 
Benoem tekstdoel, tekstsoort, tekststructuur, functie van de titel - van de inleiding - slot, hoofdgedachte.

Slide 18 - Tekstslide

Tekstdoelen en -soorten
Informeren > informatieve tekst
uiteenzetten  > uiteenzetting
beschouwen > beschouwing
overtuigen > betoog
activeren > activerende tekst
amuseren> amuserende tekst

Slide 19 - Tekstslide

Tekststructuren
Een tekst bouw je op volgens een vast patroon, een vaste tekststructuur. Elke tekststructuur geeft antwoord op een aantal vaste vragen. 

Zie pagina 82-83 in je Vakboek.

Afhankelijk van tekstdoel en -soort.

Slide 20 - Tekstslide

Tekststructuren 
  • Een uiteenzetting heeft een indelingsstructuur, een verklaringsstructuur of een tijdsstructuur.
  • Een betoog heeft een voordelen-nadelenstructuur of een stelling-argumentenstructuur.
  • Een beschouwing heeft een probeel-oplossingsstructuur, vraag-antwoordstructuur of verklaringsstructuur. 

Slide 21 - Tekstslide

Functies van tekstelementen
  • Inleiding: anekdote, vraagstelling.
  • Kern: verklaringen, oplossingen, argumenten, vergelijking enz.
  • Slot: conclusie, samenvatting, afweging, oproep, toekomstverwachting.

Pag. 84-85 in je Vakboek.


Slide 22 - Tekstslide

Hoofdgedachte
Belangrijkste zin uit de tekst die de tekst samenvat.

Voorkeursplaatsen: inleiding of slot.


Slide 23 - Tekstslide

Hoe zit het nu echt?
Bestudeer de tekst 'Mag het een toontje lager?'. Gebruik verschillende leesstrategieën.

Opdracht: Maak een mindmap van de tekst. 
Benoem tekstdoel, tekstsoort, tekststructuur, functie van de titel - van de inleiding - slot, hoofdgedachte.
timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
Dinsdag 11 februari:
H2 paragraaf 3 tekst 6 nauwkeurig lezen + maken opdracht 1 t/m 5. Onderstreep moeilijke woorden in je tekst en zet deze op je persoonlijke woordenlijst.

Volgende les: tekst klassikaal bespreken + reactie schrijven op de tekst. 
Huiswerk niet gemaakt? Andere opdracht.

Slide 25 - Tekstslide