Les 8 MVB belevingsgericht, lentebingo

Dagbesteding
Les 8
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Dagbesteding
Les 8

Slide 1 - Tekstslide

Thema deze week
  • Cliënten met een matig verstandelijke beperking (MVB)
  • Belevingsgerichte activiteit


Slide 2 - Tekstslide

Matig verstandelijk beperkten in het algemeen
  • Clienten met een MVB hebben over het algemeen geen complexe hulpvragen. 
  • Er kan wel probleemgedrag voorkomen. 
  • Clienten met een MVB hebben over het algemeen van een cognitieve ontwikkelingsleeftijd tussen de ongeveer 4 en 7 jaar. Maar we weten dat het sociaal emotionele niveau het belangrijkste is om hen goed te kunnen ondersteunen.
  • Het emotionele ontwikkelingsniveau ligt over het algemeen een stuk lager dan de cognitieve ontwikkeling en de verbale en praktische vaardigheden. Dit betekent dat iemand met een MVB meer kan dan hij aankan en de kans op overvraging groot is.
  • De zelfredzaamheid is bij mensen met een matig verstandelijke beperking vaak (redelijk) sterk ontwikkeld. Dit zien we bijvoorbeeld in de ADL en bij onder andere verkeersveiligheid, klokkijken en koken. Nabijheid en ondersteuning is hierbij veelal nodig. Het gedrag en de vaardigheden hebben vaak een aangeleerd karakter, ze hebben geleerd hoe ze zich in een bepaalde situatie horen te gedragen. Het (sociaal) oplossingsvermogen is echter beperkt, met name bij veranderingen of onvoorziene situaties. Deze situaties worden vaak afgewezen of roepen spanning op bij de persoon.







Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Activiteitenschema

Slide 5 - Tekstslide

Beginsituatie
Beschrijving doelgroep
G(ino) is leergierig en wil graag de ander helpen. Grenzen bewaken is lastig. Hij werkt in de logistiek binnen een verpleeghuis. Bij nieuwe mensen vindt hij het lastig zich open te stellen. 
Z(erra) houd van sporten en kan lezen via pictogrammen. Voor haar is het belangrijk dat ze haar zelfstandigheid kan vergroten. Zo nu en dan ervaart ze spanning bij nieuwe/ onbekende dingen.
J(ordy) is een rustige jongen. Communicatie is voor hem lastig. Hij houdt er van uitgedaagd te worden. Bij hem is het belangrijk dat zaken in kleine stapjes worden aangeboden. J is gevoelig voor overprikkeling en heeft epilepsie. 


• Aantal deelnemers: 3
• Datum uitvoering:
• Tijd:
• Ruimte: Buitengebied rond school

Slide 6 - Tekstslide

Doel:
Hoofddoel
Zelfstandigheid en eigenwaarde vergroten

Werkdoel:
De cliënt herkent vormen, kleuren en geuren van de lente. Leert (beter) communiceren en grenzen aan te geven. Structuur is belangrijk. Daarnaast is grenzen verleggen (in kleine stapjes) een voorwaarde. (formuleer dit SMART in het activiteitenschema)

Slide 7 - Tekstslide

Keuze activiteit
Afhankelijk van het doel!

We kiezen voor de volgende activiteiten: Lentebingo. Cliënten krijgen een bingokaart met daarop afbeeldingen die te maken hebben met de lente. Denk aan uitgelopen takjes, bloesems, voorjaarsbloemen.


Motiveer waarom we zouden kunnen kiezen voor deze activiteit?
Vul dit in op het activiteitenschema

Slide 8 - Tekstslide

Wat moet de begeleidingsvorm zijn bij deze activiteit
De begeleider neemt een afwachtende rol aan zodat cliënten zelf (onder begeleiding) op zoek kunnen gaan naar de voorwerpen op de bingokaart. De begeleider is wel sturend in de route die genomen gaat worden. Neemt de cliënt geen initiatief, dan motiveert of wijst de begeleider op de afbeelding en/of voorwerpen van de bingokaart. De begeleider stimuleert de gesprekken tussen de cliënten zodat zij samen overleggen en met elkaar in gesprek gaan. De begeleider bewaakt de veiligheid tijdens de route m.b.t. het verkeer.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbereiding/ randvoorwaarden
Welke materialen heb ik nodig?
Bingokaarten met afbeeldingen van voorwerpen die te maken hebben met de lente.
Kaart met daarop de wandelroute.

Welke ruimte gebruik ik?
Buitenruimte

Slide 10 - Tekstslide

Voorbereiding/ randvoorwaarden
Wat doe ik voordat de activiteit begint?
Materialen klaarleggen/ koffie en thee zetten/ controleren of er voldoende koekjes zijn.
Hoe leid ik de activiteit in?
Groepsgesprek door te vragen of cliënten wel eens een spel hebben gespeeld. Zo ja, welk spel?
Hoe leg ik de activiteit uit?
Per tafel wordt het spel uitgelegd. Cliënten spelen vervolgens het spel

Slide 11 - Tekstslide

Voorbereiding/ randvoorwaarden
Hoe laat ik de cliënten werken?
In groepen van 4 met ondersteuning van een vrijwilliger

Welke hulpmiddelen/aanpassingen gebruik ik?
Grote afbeeldingen en groot lettertype (indien nodig)

Slide 12 - Tekstslide

Voorbereiding/ randvoorwaarden
Heb ik een stappenplan nodig?
5 minuten inleiding van de activiteit d.m.v. groepsgesprek
5 minuten groepjes verdelen in viertallen en korte uitleg per spel per tafel
Na 15 minuten wordt er gewisseld van tafel (45 minuten totale speeltijd).
5 minuten afsluiting/ evalueren en opruimen

Slide 13 - Tekstslide

Voorbereiding/ randvoorwaarden
Samenwerking: hoe is de taakverdeling met collega’s?
 Bij iedere tafel zit een vrijwilliger bij het ondersteunen van de spellen. Begeleider stuurt aan, begeleid cliënten en vrijwilligers

Hoe rond ik de activiteit af?
Door gezamenlijke nabespreking en opruimen
Hoe ga ik het opruimen organiseren?
Cliënten, vrijwilligers en begeleider ruimen gezamenlijk op
Kan er eventueel een vervolg komen op de activiteit?
Dat kan met een ander thema

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht:
Maak een lentebingo met 10 duidelijke plaatjes van dingen die op dit moment te vinden zijn in de buurt en die te maken hebben met de lente.

Geef 2 voorbeelden hoe je de activiteit kunt introduceren.
(Cliënten komen op de dagbesteding. Hoe breng je ze in de stemming voor de activiteit begint?)

Werk het activiteitenschema uit en maak de bingo in tweetallen.

Voer de activiteit uit met de bingokaart van een ander groepje en geef elkaar hierop feedback

Slide 15 - Tekstslide

Eindevaluatie
Hoofddoel
Zintuigen van de cliënt prikkelen zodat de cliënt betrokken wordt in het hier en nu.

Werkdoel:
De cliënt herkent vormen, kleuren en geuren van de lente. Ze heeft mogelijkheden aangereikt gekregen zodat ze kan communiceren op haar eigen wijze.
(formuleer dit SMART in het activiteitenschema)

Slide 16 - Tekstslide