Unit 2 - Grammar Personal Pronouns

Geef de persoonlijke voornaamwoorden in het Engels.
1 / 10
volgende
Slide 1: Open vraag
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Geef de persoonlijke voornaamwoorden in het Engels.

Slide 1 - Open vraag

Persoonlijke voornaamwoorden (niet als onderwerp)
mij = me
jou = you
hem = him
haar = her
het = it
ons = us
jullie = you
hen = them
Bijvoorbeeld: We can see HIM and he can see US.

Slide 2 - Tekstslide

I love my dog. And my dog loves ... .
A
me
B
her
C
you
D
them

Slide 3 - Quizvraag

You have our address. You can visit ... tomorrow.
A
me
B
us
C
you
D
them

Slide 4 - Quizvraag

This is Mike's phone number. Call ... !
A
you
B
him
C
her
D
us

Slide 5 - Quizvraag

Where is your sister? I have a message for ... .
A
me
B
it
C
her
D
us

Slide 6 - Quizvraag

We have six dogs. We love ... .
A
you
B
him
C
them
D
her

Slide 7 - Quizvraag

Welcome! Can I help ... ?
A
me
B
you
C
it
D
us

Slide 8 - Quizvraag

That's my cat. Can you see ... ?
A
me
B
her
C
it
D
us

Slide 9 - Quizvraag

Welk voornaamwoord gebruik je voor dingen en dieren?
A
me
B
him
C
her
D
it

Slide 10 - Quizvraag