1.3 Onderzoeksplan - Serre

1.3 
              Ontwikkel onderzoeksplan
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.3 
              Ontwikkel onderzoeksplan

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Je kunt een onderzoeksplan maken.

  2. Je kunt met het SI-stelstel werken.
    - grootheden en eenheden
    - eenheden omrekenen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de gevarensymbolen naar
de juiste betekenis
Ontvlambaar
Explosief
Giftig
Schadelijk voor milieu

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de stelling naar de juiste kant.
Waar
Niet waar
Iedereen werkt veilig.
Mensen moeten bril op zetten.
Haar moet nog in een staart.
De jassen zitten veilig.

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke noodvoorziening gebruik je als iemand zijn kleren in brand staan?
A
Brandblusser / Brandslang
B
Noodstop
C
Nooddouche
D
Blusdeken

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Dit is een...

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goed plan is het halve werk !!

In je onderzoeksplan beschrijf je;

  • wat je gaat doen, 
  • op welke manier en wanneer je metingen gaat doen/opschrijven.

De kwaliteit van je onderzoeksplan is bepalend voor je onderzoek.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkel onderzoeksplan
• Stap voor stap noteren wat je gaat doen 
• Wat je ga je meten (of observeren). Hoe? Wanneer?
• Welke apparatuur of hulpmiddelen heb je nodig?
• Hoe je altijd op dezelfde manier gaat meten.
• De manier waarop je meetgegevens gaat noteren (vaak een tabel).
• Hoe ga je je meetgegevens verwerken (lijndiagram, staafdiagram)?
• Verdeel de taken en verantwoordelijkheden in je groep.
• Bedenk aan wie je hulp kunt vragen als iets niet lukt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met het stappenplan
Opdracht;
Pak je boek en etui.
Schrijf een stappenplan voor de uitvoering van je OV.

Uitvoering:
Voer je stappenplan letterlijk uit zoals je het hebt opgeschreven. Klopt je plan niet, pas hem dan aan en voer je stappenplan opnieuw uit.
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grootheden en eenheden
In je onderzoeksplan ga je ook meten...

Wat je gaat meten heet een grootheid.
Waarin je de grootheid meet is de eenheid.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1 L = 1 dm3 en 1 ml = 1 cm3

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SI-stelsel
Voor grootheden en eenheden is
een 'taal' afgesproken.

Daarin hebben de grootheden en 
eenheden een symbool gekregen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een docent is aan het tellen hoeveel leerlingen er in haar lokaal zijn. Zij met het aantal leerlingen weten, omdat ze dan weet hoeveel kopietjes ze moet maken.
Wat is in deze zin de grootheid, en wat is de eenheid?
A
grootheid: leerlingen eenheid: kopietjes
B
grootheid: aantal eenheid: leerlingen
C
Er is hier geen eenheid
D
Er is hier geen grootheid

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afstand (lengte)
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gram
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welke twee grootheden heeft snelheid te maken?
A
kracht en afstand
B
kracht en tijd
C
tijd en afstand
D
kracht en snelheid

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de grootheid
voor liter?
A
massa
B
volume
C
oppervlakte
D
afstand

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een docent is aan het tellen hoeveel leerlingen er in haar lokaal zijn. Zij met het aantal leerlingen weten, omdat ze dan weet hoeveel kopietjes ze moet maken.
Wat is in deze zin de grootheid, en wat is de eenheid?
A
grootheid: leerlingen eenheid: kopietjes
B
grootheid: aantal eenheid: leerlingen
C
Er is hier geen eenheid
D
Er is hier geen grootheid

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Klik op de link en oefenen maar.
Gebruik eventueel pagina 29 van je boek.

In Magister staan nog meer oefeningen voor omrekenen
timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide