Les 09-02-2021, paragraaf 5.6

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5 minuten: leerdoelen testen
25 minuten: aan het werk!

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5 minuten: leerdoelen testen
25 minuten: aan het werk!

Slide 1 - Tekstslide

Sociale zekerheid voor jongeren:
Het zusje van Rian is 14 jaar. Zij krijgt:
A
kinderbijslag.
B
Wajong-uitkering.
C
bijstand.
D
studiefinanciering.

Slide 2 - Quizvraag

Sociale zekerheid voor jongeren:
Sofie volgt op de universiteit een opleiding geschiedenis. Ze krijgt:
A
kinderbijslag.
B
Wajong-uitkering.
C
bijstand.
D
studiefinanciering.

Slide 3 - Quizvraag

Sociale zekerheid voor jongeren:
Rian kan niet werken door een lichamelijke handicap. Ze krijgt:
A
kinderbijslag.
B
Wajong-uitkering.
C
bijstand.
D
studiefinanciering.

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen:
Leerdoelen 5.6:
- Ik kan uitleggen wat de werkgever allemaal inhoudt op je brutoloon.

HUISWERK: Paragraaf 5.6

Slide 5 - Tekstslide

Bruto- en nettoloon
  • Brutoloon = afgesproken loon met werkgever
  • Nettoloon = brutoloon - (loonbelasting - sociale premies)

  • TIP: BRUTOLOON IS ALTIJD HOGER DAN NETTOLOON

Slide 6 - Tekstslide

Werkgever houdt in op brutoloon
  • loonheffing
  • sociale premies

Slide 7 - Tekstslide

Loonheffing

Loonheffing: inkomstenbelasting en premies voor de volksverzekeringen

Slide 8 - Tekstslide

Van bruto naar nettoloon
Brutoloon (loon waarop niets is ingehouden)
- loonbelasting
- sociale premies
= Nettoloon (loon dat je ontvangt op bankrekening)

Loonheffing= loonbelasting + sociale premies

Slide 9 - Tekstslide

 
Brutoloon
- Loonheffing (= loonbelasting + premies volksverzekeringen)
- Premies werknemersverzekeringen
----------------------------------------------------------------------------------
Nettoloon



De loonheffing is een 
voorheffing van de belastingsdienst! 

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld loonstrook

Slide 11 - Tekstslide

€ ............
€ 400,-
€ 1200,-
€ 3.500,-
Brutoloon
Nettoloon = brutoloon - (loonbelasting + sociale premies)

Slide 12 - Tekstslide

Brutoloon naar Nettoloon
Brutoloon 
Premies -
Belasting - 
---------------------
= Nettoloon

Oefening:
Brutoloon = 2500 euro
Premie = 200 euro
Belasting = 700 euro
Nettoloon = ...... 

Slide 13 - Tekstslide

Loonheffing
Hoe hoger het loon , hoe hoger de loonheffing in procenten van het loon.

Bij laag jaarloon wil de overheid geen loonheffing.

Slide 14 - Tekstslide

jaaropgave
Overzicht met daarop het loon en de ingehouden loonheffing in een jaar.

Na het einde van elk kalenderjaar krijgen werknemers en mensen met een uitkering een jaaropgave.

Slide 15 - Tekstslide

Duss..
Je werkgever betaalt elke maand alvast de loonheffing aan de belastingdienst.


Als je werkgever teveel loonheffing heeft ingehouden. Kan je dit terugvragen via de belastingdienst. Dit doe je met je jaaropgave via het aangifteprogramma van de belastingdienst.
Geld
belastingdienst

Slide 16 - Tekstslide

Ondernemers
  • inkomstenbelasting (belasting die ze betalen over hun inkomen)
  • premie volksverzekeringen ( sociale verzekering die geldt voor gehele bevolking)

betalen ze over de nettowinst van hun bedrijf.

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen bruto- en nettoloon?

Slide 19 - Open vraag

Hoe ontstaat het verschil tussen je bruto- en nettoloon?

Slide 20 - Open vraag

Waar bestaat loonheffing uit?

Slide 21 - Open vraag

Is loonheffing een vorm van indirecte of directe belasting?

Slide 22 - Open vraag

Aan de slag!
Wat? Opdrachten van paragraaf 5.5
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak

Slide 23 - Tekstslide