FA 1VHa les 17
1 / 22
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de stam van 'écouter'?
A
écout
B
écoute
C
couter
D
écouter
Slide 4 - Quizvraag
Hoe maak je in het Frans de stam van een werkwoord?
A
hele werkwoord min de eerste twee letters
B
hele werkwoord min de laatste twee letters
C
In het Frans bestaat de stam niet.
Slide 5 - Quizvraag
nager= een regelmatig werkwoord
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
il aime
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
tu aimez
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
vous = stam + ez
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
ils = stam + ent
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
on
nous
elles
tu
parle
parles
parlons
parlent
Slide 11 - Sleepvraag
avoir = een regelmatig werkwoord
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Kies de goede vorm.
Ik heb =
Ik heb =
A
j'ai
B
j'a
C
j'as
D
tu as
Slide 13 - Quizvraag
vous avez =
A
wij hebben
B
jullie hebben
C
jullie hebben + u heeft
D
u heeft
Slide 14 - Quizvraag
zij hebben =
A
elle ent
B
elles a
C
elles ent
D
elles ont
Slide 15 - Quizvraag
on
nous
elles
tu
a
as
avons
ont
Slide 16 - Sleepvraag
''Hij'' in het Frans =
A
elle
B
je
C
il
D
ils
Slide 17 - Quizvraag
''Ik'' in het Frans =
A
elle
B
je
C
il
D
ils
Slide 18 - Quizvraag
LAATSTE VRAAG
''Zij'' (ev) in het Frans =
''Zij'' (ev) in het Frans =
A
elle
B
je
C
il
D
ils
