Les 3 - spelling TV - leestekens: komma

Welkom!
Jas aan de kapstok.
Geen telefoons, geen kauwgom.

Op tafel:
leesboek en laptop (dicht)
timer
5:00
socialiseren
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Jas aan de kapstok.
Geen telefoons, geen kauwgom.

Op tafel:
leesboek en laptop (dicht)
timer
5:00
socialiseren

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
  • Stil lezen
  • lesdoel
  • korte instructie
  • Oefentoets
  • instructie en zelfstandig werken
  • evaluatie en huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

timer
8:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les kan ik hoofdletters correct gebruiken en kan ik komma's op de juiste manier gebruiken. 

Slide 4 - Tekstslide

Jullie starten met het maken van de oefentoets van paragraaf 2. Je gaat naar Nieuw Nederlands - cursus 7 spelling paragraaf 2. Je klikt aan de rechterkant op 'oefentoetsen' en kiest daar voor de oefentoets 'spelling paragraaf 2" 

Slide 5 - Tekstslide

Toets maken
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Inloggen LessonUp

Slide 7 - Tekstslide

Instructie
Net als met hoofdletters gebruik je leestekens ook om teksten beter leesbaar te maken. 

Deze les gaat over het leesteken 
komma. 

Slide 8 - Tekstslide

Instructie
Naast punten, vraagtekens en uitroeptekens zijn er nog meer leestekens, bijvoorbeeld de komma.

  Met komma’s laat je zien hoe een zin in elkaar zit.


Slide 9 - Tekstslide

Zo gebruik je komma’s
  • Zet een komma tussen de delen van een opsomming (behalve voor het woord en). Merle bestelde soep, spareribs, een toetje en een glas cola.
  • Zet een komma tussen twee persoonsvormen. Als ik morgen nog ziek ben, meld ik me af voor de toets.
  • Zet een komma voor voegwoorden als: omdat, maar, terwijl, zodat, nadat, toen, want, voordat.
  • Let op: bij de voegwoorden en en of gebruik je bijna nooit een komma.




Slide 10 - Tekstslide

Zo gebruik je komma’s
Let op: bij de voegwoorden en en of gebruik je bijna nooit een komma.





  • We gaan met de bus naar school, omdat het regent.
  • Ik stuur je via WhatsApp een foto en ik mail jou de andere informatie.

Slide 11 - Tekstslide


Waarom staat er een komma in de volgende zin?
  • De lekkerste omeletten maak je met ham, kaas en ananas.

A
Omdat er een voegwoord staat
B
Omdat er twee persoonsvormen staan
C
omdat er een opsomming staat

Slide 12 - Quizvraag


Waarom staat er een komma in de volgende zin?
  • Omdat ik morgen naar de ortho moet, meldt mijn moeder mij af voor school.

A
Omdat er een voegwoord staat
B
Omdat er twee persoonsvormen staan
C
omdat er een opsomming staat

Slide 13 - Quizvraag


Waarom staat er een komma in de volgende zin?
  • Kan ik je oplader even lenen, want ik ben de mijne vergeten.

A
Omdat er een voegwoord staat
B
Omdat er twee persoonsvormen staan
C
omdat er een opsomming staat

Slide 14 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Jullie gaan naar Nieuw Nederlands - cursus 7 spelling - paragraaf 3 Leestekens: komma's 
Jullie maken opdracht 1 en 2 helemaal af. 


Slide 15 - Tekstslide

Evaluatie
Cijfers oefentoets

Hoe ging deze les?



Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide