Analyse Centraal Examen

Analyse Eindexamen
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Analyse Eindexamen

Slide 1 - Tekstslide

Een maatschappelijk probleem kun je vanuit vier invalshoeken bekijken

1. Politiek- Juridisch invalshoek
2. Sociaal-Economische invalshoek
3. Sociaal-Cultureel invalshoek
4. Veranderings- en vergelijkende invalshoek

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 1 Sleep de woorden naar de juiste invalshoeken
Politiek-Juridisch invalshoek
Sociaal-economische invalshoek
veranderings-en vergelijkende invalshoek
Sociaal-culturele invalshoek
vakbonden
sociale ongelijkheid
socialisatie
stereotype
grondrechten
maatschappelijke ladder
arbeidsverhoudingen
vroeger en nu
identiteit
tijdgebonden
vooroordeel
pressiegroepen
machtsmiddelen
mensenrechten
plaatsgebonden

Slide 3 - Sleepvraag

Vraag

Slide 4 - Tekstslide

Vraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Antwoordmodel

Slide 7 - Tekstslide

Vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Antwoordmodel

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerken van een Maatschappelijk probleem
1. Het is een sociaal probleem
2. Er zijn verschillende meningen over de oorzaken en oplossingen
3. De media publiceert over het onderwerp.
4. De overheid bemoeit zich

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Antwoordmodel

Slide 15 - Tekstslide

                De macht van media

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Antwoordmodel

Slide 19 - Tekstslide

Injectienaaltheorie
Framingtheorie
Theorie van de selectieve perceptie
Agendatheorie
Volgens deze theorie hebben media - door de hoeveelheid aandacht die ze aan
bepaalde onderwerpen besteden - invloed op waar mensen over praten en wat
mensen belangrijk vinden, maar hebben media geen directe invloed op hoe mensen
over deze onderwerpen denken. 
Mensen nemen waar op basis van hun referentiekader. Informatie die daar niet bij 
past, wordt niet waargenomen, of niet voor waar aangenomen. Sommige 
communicatiedeskundigen zijn dan ook van mening dat bepaalde informatie via de 
media alleen mensen kan bereiken die open staan voor die informatie.


Deze theorie gaat ervan uit dat media het publiek ‘vol kunnen spuiten’ met bepaalde
ideeën en informatie. De mensen worden waarbij als klakkeloze afnemers van deze
ideeën gezien. De media zijn volgens deze theorie in staat tot indoctrinatie en
manipulatie
Volgens de theorie kunnen de media een onderwerp op een bepaalde manier
belichten  waardoor de wijze waarop de ontvangers van die boodschap
over het onderwerp gaan nadenken en praten wordt gestuurd. Deze framing door de
media kan bewust of onbewust plaatsvinden

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Link

  Zijn het waarden of normen? 
Normen
Waarden
Niet liegen
Eerlijkheid
Vinger opsteken
geduld
netjes wachten voor je instapt
In de rij wachten

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Tekstslide

Antwoordmodel

Slide 24 - Tekstslide

Betrouwbaarheid media

• Hoor en wederhoor
• Het controleren van feiten via een andere bron
• Het scheiden van feit en mening
Wat is objectief en subjectief?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Antwoordmodel

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

De kandidaat kent/weet de volgende criteria die een rol kunnen spelen in welk nieuws er wordt geselecteerd:
  • Eigen waarden en normen (referentiekader) van de journalisten
  • De actualiteit
  • De uitzonderlijkheid/hoe opvallend het is
  • De nabijheid
  • De doelgroep
  • Commerciële belangen
  • De belangstelling van een (groot) publiek
  • De identiteit van het medium

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Antwoordmodel

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide