Feb 10 Prefixes and Suffixes

Welcome!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Starting Position
       
       Book B
       Binder
       Pen/pencil
       Laptop

Phone in bag - Jacket off - Gum in waste bin 
      
timer
2:30

Slide 2 - Tekstslide

What are we going to do today?
- Recap (herhaling) prefixes
- Suffixes
- Practice!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welcome --> unwelcome
patient --> impatient
logical --> illogical
complete --> incomplete

Bovenstaande prefixes geven het woord een ___ betekenis.
A
negatieve
B
positieve
C
tegenovergestelde

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

rebuild / return / redo / reminder /
response / recycle / recount

de prefix RE- kun je vaak vertalen met __ en __.
A
nieuw & verkeerd
B
terug & her
C
nog een keer & niet
D
terug & opnieuw

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

misheard / disbelief / mistake / dislike / disrespect

de prefixes MIS- en DIS- geven een woord een ___ of ___ betekenis.
A
tegenovergestelde & negatieve
B
tegenovergestelde & dezelfde
C
tegenovergestelde & positieve

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Prefixes + Suffixes
They both change the meaning of the word.

Prefixes are letters you can place before a word. 

Suffixes are letters that go at the end of a word. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suffixes / Achtervoegsels
Komen achter het woord

Veranderen de betekenis van het woord
Examples: -er, -ing/ -ment, -ness

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suffixes / Achtervoegsels
Met -er: degene die de actie doet: Teach(er)
Werkwoord naar zelfstandig naamwoord: Pay(ment) / Paint(ing)
Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord naar zelfstandig naamwoord: Kind(ness)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





                                                                                                            13 questions

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Wat komt er achter "teach"
A
ment
B
ness
C
er
D
ing

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Wat komt er achter "sad"
A
er
B
ing
C
ment
D
ness

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Wat komt er achter "punish"
A
ment
B
ness
C
er
D
ing

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Wat komt er achter "end"
A
ment
B
ness
C
ing
D
er

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

10. Choose the suffix that changes the verb 'buy' into a person that does the action.
A
-ing
B
-ment
C
-er

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

11. Complete the sentence with the correct prefix.

I don't trust that boy anymore. He was ...honest about his age.
A
re
B
dis
C
mis
D
im

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

12. Choose the suffix that changes the verb 'develop' into a person that does the action.
A
-ment
B
-ness
C
-er

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

- ness / - ing / -ment --> Wat komt er achter het woord?
happy.......

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

- ness / - ing / -ment --> Wat komt er achter het woord?
state....

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

- ness / - ing / -ment --> Wat komt er achter het woord?
ill....

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

- ness / - ing / -ment --> Wat komt er achter het woord?
engage....

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

- ness / - ing / -ment --> Wat komt er achter het woord?
drift....

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

- ness / - ing / -ment --> Wat komt er achter het woord?
argue.....

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

How did it go?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Practice!
Page 76 exercise (opdracht) 33 b + c

This is also homework

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies