NaSk1 jaar 3 - Les 47: Weer (6.2)

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boeken en schrift
- BINAS
- Rekenmachine
- Geodriehoek
- Pen en potlood

 




Startopdracht:
Lees de tekst bij de inleiding van 6.2 op pagina 135 (leerboek)

Maak opdracht 1 t/m 3 op pagina 90 (werkboek)

Gebruik BINAS tabel 26





 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boeken en schrift
- BINAS
- Rekenmachine
- Geodriehoek
- Pen en potlood

 




Startopdracht:
Lees de tekst bij de inleiding van 6.2 op pagina 135 (leerboek)

Maak opdracht 1 t/m 3 op pagina 90 (werkboek)

Gebruik BINAS tabel 26





 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Hoofdstuk 6.2: Luchtdruk
  • ZS
  • Afsluiting


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je weet welke paragraven we in het nieuwe hoofdstuk gaan behandelen
  • Hoe meet je de temperatuur?
  • Hoe ijk je een thermometer?
  • Hoe werken andere thermometers?














































Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de les wil ik dat je:
1. Luistert als ik praat en is het stil
2. Naar elkaar luistert
3. Je spullen voor je hebt
4. Je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Respectvol bent naar je klasgenoten en mij


Slide 4 - Tekstslide

Nu absenties
H3.2: Warme en Milieu
Hoofdstuk 6.1: Temperatuur

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt een vloeistofthermometer?
De vloeistof is alcohol (vroeger kwik)

De vloeistof in het reservoir zet uit en stijgt in de stijgbuis

Met de schaalverdeling kan je de waarde van de temperatuur aflezen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vloeistofthermometer
Het meetbereik is het totale bereik dat een thermometer kan meten.

Het meetbereik hangt af van:
- de soort vloeistof in het reservoir en stijgbuis
- de grootte van het reservoir
- de diameter van de stijgbuis

Hoe kleiner het meetbereik, hoe nauwkeuriger de thermometer.
--->

--->

M
E
E
T
B
E
R
E
I
K

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ijk een thermometer!



  • bepaal waar 0 °C staat (vriespunt van water)
  • bepaal waar 100 °C staat (kookpunt van water)
  • maak een schaal verdeling 
  • welke temperatuur wordt aangegeven?

Bedacht door Anders Celsius

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten thermometers
Temperatuur kun je meten met een thermometer:
  • vloeistofthermometer
  • digitale thermometer
  • bi-metaal thermometer
  • infraroodthermometer

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

digitale thermometer
De digitale thermometer werkt door het meten van de variabele weerstand in een NTC (Negatieve Temperatuur Coëfficient). Hoe warmer de NTC wordt hoe groter de stroom door de NTC. Op basis van deze stroom wordt de temperatuur berekend. Dit komt op een display.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bimetaal thermometer





Maakt gebruikt van 2 verschillende soorten metalen,
waarvan 1 meer uitzet of inkrimpt bij temperatuursverandering

Slide 11 - Tekstslide

Metaal B is de gevoelige kant
Wordt gebruikt in strijkijzers
infraroodthermometer
  • meet de hoeveelheid infraroodstraling                                     (= warmtestraling)
  • temperatuur wordt in cijfers op scherm weergegeven

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 1 t/m 14 op pagina 85

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 1 t/m 14 op pagina 85

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H6 Het weer - luchtdruk

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

luchtdruk
  • luchtdruk is het gewicht(kracht) dat de lucht uitoefent op 1 m2 aardoppervlak 

  • De gemiddelde luchtdruk op aarde is  100 000 N/m2

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is luchtdruk?
Hoe druk is het in de lucht.

Bij de grond is het drukker in de lucht
vanwege de zwaartekracht.

Hoog in lucht is het minder druk, 
minder moleculen -> minder zuurstof.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de eenheid van luchtdruk?
De eenheid van druk is Pascal (Pa)
1 Pa = 1 N/m2

De luchtdruk op aarde is 
100.000 Pa = 100.000 N/m2 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenheden luchtdruk (rekenen)
de eenheid van luchtdruk is  N/m2 

1 N/m2  = 1 Pascal (Pa)

in het weer wordt gebruik gemaakt van Hectopascal (hPa)

1 Hpa = 100 Pa 

een Hectopascal is hetzelfde als een millibar (mBar) 

1 Hpa = 1 mBar

1 mbar = 1Hpa = 100 pa 

1 bar = 1000 mbar = 1000 Hpa = 100000 Pa


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld
De gemiddelde luchtdruk op aarde is 100 000 n/m2 . bereken hoeveel hectopascal dit is?

  •  N/m2 = Pa  
  • 1 Hectopascal = 100 Pa
  • 100 000 n/ m2 = 100 000 Pa
  • 100 000 : 100 = 1000 hPa 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe meet je de luchtdruk?
Luchtdruk meet je met een Barometer

100.000 Pa = 1000 hPa 
100.000 Pa = 1 Bar

Meteorologen gebruiken vaak hPa.
Automonteurs gebruiken vaak Bar.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lagedrukgebied (L)

  • ontstaat door opstijgende warme lucht. lucht wordt aangevuld met lucht van een gebied met hogedruk. 
  • lucht stroom van hoge luchtdruk naar lage luchtdruk er ontstaat wind
  • Lagedrukgebied gaat vaak samen met weersverslechtering. 
Hogedrukgebied (H) 

  • Zware koele en droge lucht daalt de aardoppervlak
  • Weinig wolken. 
  • Hogedrukgebied gaat vaak samen met weersverbetering 
Hoge en lagedrukgebied 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luchtdruk en weer

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft luchtdruk met het weer te maken?
Laagdrukgebied
  • Opstijgende warme lucht
  • Veel wolken
  • Slechter weer, vaak storm

Hoogdrukgebied
  • Dalende koude lucht
  • Droog en rustig weer

Wind => Van hoogdrukgebied naar laagdrukgebied


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lijnen op een weerkaart geven gebieden aan met gelijke luchtdruk

lijnen noemen we isobaren. 

Waar de isobaren dicht bij elkaar lopen zal het waaien en stormen. 

Luchtdruk gebieden verplaatsen zich door de draaiing van de aarde 
Weerkaart / isobaren

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken ZS

Maak opdracht 4 t/m 9 + 11 t/m 18 op pagina 90
- Niet klaar? Huiswerk

10 minuten ZS

KAHOOT??







timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je weet welke paragraven we in het nieuwe hoofdstuk gaan behandelen
  • Hoe meet je de temperatuur?
  • Hoe ijk je een thermometer?
  • Hoe werken andere thermometers?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies