Paragraaf 4.2 - Oorlog in naam van God

De tijd van Steden en Staten
4.2 Oorlog in naam van God
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De tijd van Steden en Staten
4.2 Oorlog in naam van God

Slide 1 - Tekstslide

De tijd van Steden en Staten (1000-1500)
Begin investituursstrijd
Eerste kruistocht
Guldensporenslag

Slide 2 - Tekstslide

Vraag van de paragraaf
Hoe waren de contacten tussen christenen en moslims vanaf het jaar 1000?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Bekijk de plattegrond van Jeruzalem:
Hier liggen heiligdommen van 3 grote godsdiensten. 
Christenen gingen op bedevaart hier naartoe. 
Zij werden door islamitische gelovigen lastiggevallen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide


Contact tussen 
christenen en moslims



  • Het contact is meestal vreedzaam: handel!
  • Pelgrims hebben ook vrij toegang tot Palestina en Jeruzalem
  • Dit verandert als de Arabieren, Jeruzalem veroveren en de Heilige Grafkerk verwoesten ( 1009) > gevaarlijk om er nog heen te reizen.
Wat zijn pelgrims? Pelgrims zijn gelovigen die naar een heilige plaats gaan om in contact met God te komen.

Slide 7 - Tekstslide


Een Heilige Oorlog


  • In 1095 roept paus Urbanus II op tot een heilige oorlog, een kruistocht.
  • Doel 1: Bevrijden van het Heilig Land Palestina van een Islamitisch volk (=de Seldsjoeken)
  • Doel 2: Terugdringen van de Arabische invallen in het Oost-Romeinse Rijk
  • 1096: Zo’n 320.000 mannen en vrouwen gaan op Kruistocht. 

Slide 8 - Tekstslide

Byzantijnse of Oost-Romeinse Rijk.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Maken:
Maken opgave 4 t/m 11 --> Paragraaf 4.2
Pagina 50 + 51

Slide 11 - Tekstslide

Hier zie je de route van de eerste kruistocht

Slide 12 - Tekstslide


Waarom zou je meevechten?

  • de Heilige stad bevrijden.
  • Hun zonden (als je iets fout had gedaan in de ogen van de Kerk) konden vergeven worden door de kruistocht, dus als straf.
  • Een avontuur waar je rijk van kon worden en grond innemen.
  • Ridders kunnen eigen koninkrijken stichtten.

Slide 13 - Tekstslide


Jeruzalem wordt heroverd
1099



  • Jeruzalem wordt door de kruisridders heroverd op de moslims > slechts 40.000 kruisvaarders wisten levend aan te komen bij de stad.
  • In Jeruzalem slachtten de kruisvaarders de moslims af > een enorme schok.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video


Saladin vecht terug

  • De Arabieren, die Jeruzalem ook als een Heilige stad zien, vechten terug.
  • Jeruzalem in 1187 terugveroverd door Saladin.
  • De eerste Kruistocht was nog enigszins succesvol, de latere (2e t/m de 9e) niet meer.

Slide 16 - Tekstslide


Gevolgen
van de kruistochten:

  • Economisch gevolg: Toename handel in Europa (Italië) en het Midden-Oosten.....economisch gevolg
  • Sociaal gevolg: Kennis over de Arabische cultuur en wetenschap (Arabische cijfers) in Europa neemt toe. bv over besmettelijke ziekten, kennis van vroegere beschavingen van de Romeinen, het kompas..

Slide 17 - Tekstslide

Vraag van de paragraaf
Hoe waren de contacten tussen christenen en moslims vanaf het jaar 1000?

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk 
Lezen paragraaf 4.2, lesboek bladzijdes 70 t/m 72
Maken: opgave 1 t/m 10 van 4.2 (Werkboek) (blz. 48 + 49)

Slide 19 - Tekstslide