5V_H9_Zuren en basen basis oefenen

5V Zuren en basen

Koningswater lost de "koning der metalen", Goud op

dit is een mengsel van zoutzuur en salpeterzuur

1 / 44

Slide 1: Tekstslide

ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

5V Zuren en basen

Koningswater lost de "koning der metalen", Goud op

dit is een mengsel van zoutzuur en salpeterzuur

Slide 1 - Tekstslide

Welke stoffen zijn ook al weer zuur en welke basisch?

Slide 2 - Tekstslide

tabel 49

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

BASE

ZUUR

Zuur of base? Sleep de formules naar het juiste vak.

Slide 6 - Sleepvraag

Geef de correcte chemische notatie voor een HCl-oplossing

HCl (aq)

H (aq) + Cl (aq)

H^{​ + ​ ​} (a q) + C l^{​ - ​ ​} (a q)

H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q) + C l^{​ - ​ ​} (a q)

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste chemische notatie van natronloog.

NaOH (aq)

NOH (aq)

N a^{​ + ​ ​} (a q) + O H^{​ - ​ ​} (a q)

N a O^{​ - ​ ​} (a q) + H^{​ + ​ ​} (a q)

Slide 8 - Quizvraag

Zuren en basen deel II (vervolg)

het zuurrestion van

di-ethynyl benzeen

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de juiste notatie van waterstoffluoride-oplossing in een zuur/base-reactie?

H F (l)

H F (a q)

H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q)

H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q) + F^{​ - ​ ​} (a q)

Slide 10 - Quizvraag

rekenen...

Slide 11 - Tekstslide

voorbeeld (sterk zuur of sterke base)

Slide 12 - Tekstslide

Significantie:

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Bereken de pH voor 0,13M zoutzuur oplossing

1,77

0,59

0,89

1,88

Slide 15 - Quizvraag

Bereken de pH voor 0,13M zwavelzuur oplossing

H^{​ 2 ​ ​} S O^{​ 4 ​ ​}

= zwavelzuur

1,77

0,59

0,89

1,88

Slide 16 - Quizvraag

Bereken de pH van een 3 M salpterzuur-oplossing
(zoek op in tabel 66B en 49)

0,48

-0,48

0,5

-0,5

Slide 17 - Quizvraag

Bereken de pOH van een 0,040 M kaliloog oplossing.

-1,39

-1,40

+1,40

1,398

Slide 18 - Quizvraag

Bereken de [OH-] van een oplossing met pOH=5,45. Let op significantie.

3,55x10-6 mol L-1

2,70x10-3 mol L-1

2,7x10-3 mol L-1

3,5x10-6 mol L-1

Slide 19 - Quizvraag

Een zure oplossing heeft een pH van 3,43. Bereken

[H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​}]

1, 4 \cdot 1 0^{​ - 7 ​ ​} M

2, 7 \cdot 1 0^{​ 3 ​ ​} M

3, 7 \cdot 1 0^{​ - 4 ​ ​} M

0,54 M

Slide 20 - Quizvraag

De pOH van een kaliloogoplossing is 11,30. Wat is de concentratie [H3O+] van deze oplossing?

2,0 x 10-3 M

5,0 x 10-12 M

2,5 x 10-3 M

4,0 x 10-12 M

Slide 21 - Quizvraag

pH berekenen zwak zuur

Slide 22 - Tekstslide

Omdat water het oplosmiddel is kunnen we deze uit de evenwichtsvoorwaarde weghalen. Het water zelf heeft in water immers geen/een vaste concentratie.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Het zwakke zuur HCOOH heeft een molariteit van 0,40 M. Bereken de pH van deze oplossing. Kz = 1,8 10^-4

p H = 8, 49

pH = 2,07

pH = 2,1

pH = 0,98

Slide 31 - Quizvraag

We nemen 3 oplossingen van de volgende basen:
CaO - NaOH - CO3 2-
Welke oplossing heeft de hoogste pH?

CaO

NaOH

CO3 2-

Alle drie hebben dezelfde pH

Slide 32 - Quizvraag

Binas tabel 49

CaO + H2O -> Ca2+ + 2 OH-

NaOH -> Na+ + OH-

CO3 2- + H2O <-> HCO3- + OH-

Sterkste base -> hoogste pH

Slide 33 - Tekstslide

Er wordt 100mL 0,1 M fosforzuur (H3PO4) gemengd met een overmaat 100mL 0,5 M natronloog (NaOH).
Wat is de molverhouding van de reactie
tussen het zuur en de base?

1 : 2

1 : 3

1 : 1

1 : 4

Slide 34 - Quizvraag

zuur-base reacties

Fosforzuur = H3PO4, driewaardig zwak zuur

Natronloog = NaOH, sterke base aflopende reactie!

Reactie = H3PO4 + 3 OH- -> PO4 3- + 3 H2O

Molverhouding H3PO4 : OH- = 1 : 3

Slide 35 - Tekstslide

Er wordt 100mL 0,1 M fosforzuur (H3PO4) gemengd met een overmaat 100mL 0,5 M natronloog (NaOH).
Wat is de [OH-] van het
mengsel dat overblijft?

0,4 M

0,2 M

0,1 M

0,5 M

Slide 36 - Quizvraag

Rekenen aan zuur-base reacties

Reactie = H3PO4 + 3 OH- -> PO4 3- + 3H2O

H3PO4: 100 mL x 0,1 M = 10 mmol

NaOH: 100mL x 0,5 M = 50 mmol

[OH-] = 20 mmol / 200 mL = 0,1 M

H3PO4

OH-

-10

-30

Slide 37 - Tekstslide

Zijn dit wel of geen redoxreacties, sleep naar het juiste blok.

GEEN Zuur-Base Reactie

Zuur-Base Reactie

HCN + OH^- --> CN^- + H₂O

BaCl₂ --> Ba²⁺ + 2 Cl^-

2 HCl + Mg --> H₂ + Mg²⁺

H₂SO₄ + CO₃^2- --> H₂O + CO₂ + SO₄^2-

Slide 38 - Sleepvraag

Is het een zuur, base of beide? Sleep naar het juiste blok

Zuur

Zuur & Base

Base

OH^-

HNO₃

HCl

CH₃COO^-

HPO₄^2-

HCO₃^-

O^2-

H₂PO₄^-

NH₃

Slide 39 - Sleepvraag

De reactie tussen zoutzuur en natronloog wordt als volgt weergegeven:

HCl + OH^- ---> Cl^-+ H₂O

juist

niet juist

Slide 40 - Quizvraag

Geef de vergelijking van de reactie tussen een overmaat zoutzuur en een schepje kaliumoxide. Sleep de gele componenten naar de juiste plek.

K₂O

2 H₃O⁺

2 K⁺

3 H₂O

Slide 41 - Sleepvraag

Antwoord

K₂O + 2 H₃O⁺ ---> 2 K⁺+ 3 H₂O

Slide 42 - Tekstslide

Geef de vergelijking van de reactie tussen een overmaat kaliloog en zwavelzuur. Sleep de gele componenten naar de juiste plek.

H₂SO₄

2 OH^-

SO₄^2-

2 H₂O

Slide 43 - Sleepvraag