2H - p2 - Week 3 (les 5+6)

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wilkommen!

Kom rustig binnen;

Pak je spullen er alvast bij;

Wacht totdat de docent begint met de les.

Stundenplanung

0. Vreemde Talendomein

1. Wiederholung

2. Lesen

3. Aufgaben

4. Wörter lernen

5. Formatieve Toets inzien

6. Grammatik lernen

7. Hallo bei Logo!

• (Lezen) Je kunt je een idee vormen van de inhoud van een tekst die visueel ondersteund wordt.
• (Kijken) Je kunt het onderwerp van korte kijkfragmenten bepalen.

Vreemde Talendomein

1. Schrijf je in tijdens het Daltonuur op  MA, DI en DO in lokaal 112!
2. Tijdens het uur werk je alleen aan Engels, Frans of Duits.
3. Je krijgt hier tips over hoe je een taal het beste kunt leren en oefenen.
4. Je kunt voor Duits in Google Classroom veel materiaal vinden om extra te oefenen met leesvaardigheid, spreekvaardigheid etc.
5. Let op: word je verplicht door jouw taaldocent naar het Talendomein gestuurd? Dan krijg je ook een stempelkaart om te laten zien dat je hard gewerkt hebt in dat uur!

Wiederholung

Welke Duitse lidwoorden waren er ook alweer?

Bij welke woorden gebruik je "der"?

Bij welke woorden gebruik je "die"?

Bij welke woorden gebruik je "das?"

Der, die oder das?

Tante

1. der
2. die
3. das

Der, die oder das?

Haus

1. der
2. die
3. das

Der, die oder das?

Freunden

1. der
2. die
3. das

Der, die oder das?

Ei

1. der
2. die
3. das

Leesstrategie scannend lezen

Scannend lezen 

Hoe?

Bij scannend lezen wil je antwoorden op vragen of specifieke informatie vinden.

Je leest niet de hele tekst. Je kunt de volgende strategie gebruiken:

• Dwaal met je ogen over de tekst; in welke alinea of bij welk tussenkopje zal de informatie kunnen staan?
• Let op opvallende woorden of cijfers.
• Lees nauwkeurig dat gedeelte van de tekst; dat de informatie geeft, die jij zoekt.

Mache: Lektion 4 Aufgabe 6

Fertig? Lektion 4 Aufgaben 1-3

SO Kapitel 2 Lektion 1 t/m 3

- Lektion 1 + 2 D-NL

- Lektion 3 NL-D

- Grammatik A t/m C

Tips: Hoe leren?

--> Zet de woorden in een Quizlet/WRTS-lijst OF Flitskaartjes OF schrijf de woorden minstens 5x in jouw schrift op. 

--> Haal woorden uit de Redemittel.

--> Laat je daarna overhoren. Woorden en zinnen die je niet kent, schrijf je minstens nog 3x op, altijd D-NL of NL-D (Hoe je dat moet leren).

An die Arbeit!

Für Montag:

Kapitel 2 Lektion 4:1-7

Lerne für die schriftliche Prüfung

Tip: Hallo bei Logo!

Wilkommen!

Kom rustig binnen;

Pak je spullen er alvast bij;

Wacht totdat de docent begint met de les.

Stundenplanung

0. Vreemde Talendomein

1. Wiederholung

2. Lesen

3. Aufgaben

4. Wörter lernen

5. Sinterklaas

6. Formatieve Toets inzien

7. Grammatik lernen

8. Hallo bei Logo!

• (Lezen) Je kunt je een idee vormen van de inhoud van een tekst die visueel ondersteund wordt.
• (Kijken) Je kunt het onderwerp van korte kijkfragmenten bepalen.
• Je weet hoe Sinterklaas in Duitsland en Oostenrijk gevierd wordt.
• Je kent nieuwe manieren van grammatica aanleren.

Sinterklaas / Nikolaus

Wat weet jij van het Sinterklaasfeest in andere landen?

Deutschland, Österreich,
die Schweiz

Nikolaus und Knecht Ruprecht

• in den meisten Teilen Deutschlands (Norden und Mitte)
  
• Begleiter des  Nikolaus
• Ruprecht hatte eine Rute mit
• Er ist schmutzig und trägt braun oder schwarz
• Er bestraft böse Kinder, die nicht brav gewesen sind!
  

Op welke dag wordt Nikolaustag gevierd?

1. 4 december
2. 5 december
3. 6 december
4. 24 december

Wat gooide Nikolaus in de schoorsteen van het huis van de man met drie dochters?

1. mandarijnen
2. juwelen
3. goudstukken
4. noten

Knecht Ruprecht is een verzonnen figuur.

1. Richtig
2. Falsch

Wat betekent: "Lasst uns froh und munter sein"?

1. Laten we vrolijk en opgewekt zijn.
2. Laten we stout en vervelend zijn.
3. Laten we gezellig en druk zijn.

Hoe heet "pakjesavond" in het Duits?

1. Geschenkabend
2. Nikolausabend
3. Nikolausnacht

Wat is een "Teller"?

1. een telraam
2. een schoen
3. een bord

Übersetze:
de laars

1. der Rock
2. der Schuh
3. der Stiefel
4. der Pullover

Nikolaus und Krampus

• In der Alpenregion (Österreich+Süddeutschland)
• Krampus begleitet Nikolaus
• Die machen Paraden durch die Straßen
• Eine dämonische Figur
• Kinder haben Angt vor dem Krampus (viele Eltern auch!)
  

Hoeveel Duitse "Sinterklaaswoorden"ken jij?

Formatieve toets

Bekijk de formatieve toets: deze is met jou gedeeld voor inzage tijdens deze les.

• Wat heb je goed gedaan?
• Wat moet je echt nog goed oefenen en/of
  leren voor het SO van volgende week?

Und jetzt?

Ga naar Google Classroom. Bekijk de titels van de leerstrategie en / of lees de strategieën door.

> Kies een nieuwe manier om Grammatica te leren.

> Ga alleen of in tweetallen Grammatik A, B en C te leren.

Let op: 

- Je maakt een start met een nieuwe strategie.

- Je maakt leermateriaal. 

Wähle eine Aufgabe

Beantworte die Fragen zu den Nachrichten. 

Mache Aufgabe A.

Die Aufgabe findest du in Classroom.

https:

An die Arbeit!

Für Montag: 

Kapitel 2 Lektion 4:1-7

Lerne für die schriftliche Prüfung

Tip: Hallo bei Logo! tijdens het Talendomein.