Nederlands 1TL - Woordenschat H2

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1B

Vandaag...
- Stillezen
- Kahoot H1
- Huiswerk maken
- Huiswerk nakijken
- Kahoot H2

Leerdoel:
- Ik kan de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een synoniem of een omschrijving.
Huiswerk dinsdag 14 september:
- Maken: Woordenschat H2, opdracht 1 t/m 5

Huiswerk vrijdag 17 september:
- Leren: Woordenlijst hoofdstuk 1

Huiswerk dinsdag 21 september:
- Repetitie Woordenschat H1+H2
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1B

Vandaag...
- Stillezen
- Kahoot H1
- Huiswerk maken
- Huiswerk nakijken
- Kahoot H2

Leerdoel:
- Ik kan de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een synoniem of een omschrijving.
Huiswerk dinsdag 14 september:
- Maken: Woordenschat H2, opdracht 1 t/m 5

Huiswerk vrijdag 17 september:
- Leren: Woordenlijst hoofdstuk 1

Huiswerk dinsdag 21 september:
- Repetitie Woordenschat H1+H2

Slide 1 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Doelen Woordenschat hs 2

- Ik kan de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een omschrijving.


- Ik ken de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Huiswerk / Weektaak
Dinsdag 14 september:
-Maken: Woordenschat H2, opdracht 1 t/m 5
-Neem een leesboek mee!

Vrijdag 17 september:
-Leren: woordenlijst hoofdstuk 2
-Neem een leesboek mee!

Slide 5 - Tekstslide

Nakijken
- Ga naar Teams Nederlands
- Klik op 'bestanden' (bovenin je scherm)
- Klik op 'lesmateriaal'--> 'antwoorden'--> 'antwoorden woordenschat'
- Kijk van Woordenschat H2 opdracht 1 t/m 5 na

Ben je klaar? Ga de woorden van de woordenlijst leren
met behulp van Quizlet.
(linkje van Quizlet vind je in Teams Nederlands)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

De context gebruiken
  • De 'context' zijn de woorden of zinnen rondom het nieuwe
    woord.


  • De context helpt je te raden wat het woord betekent.


  • Soms staat er eerder of verderop in de tekst een omschrijving.

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg voorbeeld
Ze wilde als klein meisje al naar een galerie, een ruimte waar kunst getoond wordt, omdat haar moeder ook altijd ging.

Je kijkt hierboven naar de tekst tussen de komma's, hierin staat een omschrijving van het woord galerie. 

Het kan ook zijn dat de omschrijving in de vorige of volgende zin staat.

Slide 9 - Tekstslide

Is het parcours van de Tour de France al bekend?

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekent 'het parcours'?
A
Een straat
B
Een af te leggen weg
C
Een stunt
D
Een klimrek

Slide 11 - Quizvraag

Mijn docent wiskunde was vroeger erg kritisch. Ik leerde er veel.

Slide 12 - Tekstslide

Wat betekent 'kritisch'?
A
Met veel op en aanmerkingen
B
Precies
C
Kritiek
D
krimpen

Slide 13 - Quizvraag

Ik ben dol op exotisch fruit, zoals grapefruit en ananas. 

Slide 14 - Tekstslide

Wat betekent 'exotisch'?
A
Groot
B
Klein
C
Vogels
D
Uit verre, vreemde landen

Slide 15 - Quizvraag

De held viel van zijn voetstuk.

Slide 16 - Tekstslide

Wat betekent 'van zijn voetstuk vallen'?
A
Schoenen uittrekken
B
Van de trap vallen
C
Ontmaskerd worden
D
Gehuldigd worden

Slide 17 - Quizvraag

Ik vond een schattig, minuscuul bloemetje in de berm.

Slide 18 - Tekstslide

Wat betekent 'minuscuul'?
A
Enorm
B
Groot
C
Ontzettend klein
D
Min

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van
een synoniem

Slide 21 - Woordweb

Vorige les
  • Welke manier ken je om achter de betekenis van een moeilijk woord te komen?
  • Wat moet je doen om een synoniem te vinden in de tekst?

Slide 22 - Tekstslide

Omschrijving zoeken

Denk aan 30 seconds: 

- Je geeft een omschrijving van een woord, zonder het woord te zeggen. 

Slide 23 - Tekstslide

woordraadstrategie omschrijving
Ken je een woord niet? Zoek naar een omschrijving in de tekst.

Bij het vakantiehuis van de beroemde zanger lagen paparazzi op de loer. Deze op schandalen beluste, heel opdringerige persfotografen hoopten op een bijzondere foto.

Slide 24 - Tekstslide

Hoe zoek je dan een omschrijving? (1)
- Zoek de omschrijving tussen haakjes of tussen komma’s




Bijvoorbeeld: Vaak verschijnt een filmeditie, een uitgave van een boek met foto’s uit een daarnaar gemaakte film, nadat een boek verfilmd is.

Slide 25 - Tekstslide

Hoe zoek je dan een omschrijving? (2)
- Zoek de omschrijving in de volgende zin. 

Bijvoorbeeld: Honderden ramptoeristen bezochten het overstroomde gebied. De hulpverleners hadden veel last van al die mensen die uit nieuwsgierigheid naar de ramp kwamen kijken.

Slide 26 - Tekstslide

Hoe zoek je dan een omschrijving? (3)
- Zoek de omschrijving in de vorige zin


Bijvoorbeeld: Sommige popmuzikanten krijgen veel post van bewonderaars. Meestal beantwoorden ze hun fanmail niet zelf.

Slide 27 - Tekstslide

Checkvragen
1. Welke twee manieren ken je om achter de betekenis van een moeilijk woord te komen?

2. Hoe vind je een 'omschrijving'?

3. Wat betekent ervaren? En hoe vind je het antwoord?:
Wil je ervaren hoe het is om dierverzorger te zijn? Als hulpverzorger in dierentuin Aapenzo kun je het meemaken en daardoor weten hoe het is.

Slide 28 - Tekstslide

Antwoorden checkvragen
1. Een synoniem zoeken en een omschrijving zoeken.
2. Door om het woord heen te lezen (context):
- Tussen haakjes of komma's
- In de volgende zin
- In de vorige zin.
3. Ervaren = meemaken: in de volgende zin staat een omschrijving. 

Slide 29 - Tekstslide

Had je alles goed? Dan mag je zelfstandig starten met opdracht 1 en 2. Lees de opdrachten goed door en schrijf de antwoorden in je schrift

Had je niet alles goed? Dat geeft niets! Je krijgt nu extra uitleg.

Slide 30 - Tekstslide