Ontwikkelingspsychologie les 3

Ontwikkelingspsychologie

  



Les 3 – De ontwikkeling van de baby – ​hechting
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ontwikkelingspsychologie

  



Les 3 – De ontwikkeling van de baby – ​hechting

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud les 3:
  • ​Terugblik naar de vorige les​
  • Hoe verloopt de hechting bij de baby?​
  • ​Veilige en onveilige hechting​
  • ​De hechtingstheorie van Bowlby





Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 5 ontwikkelingsaspecten zijn er?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5 ontwikkelingsaspecten:

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelen van ​een veilige basis

  • Pasgeboren baby: komt terecht in een totaal onbekende wereld ​, hulpeloos en afhankelijk van zijn omgeving​.
  • ​1e levenstaak: het verwerven van een veilige basis​
  • ​Baby’s hebben een bepaalde ingebouwde neiging om zich te richten op sociale prikkels ​( natuurlijke neiging om zich te hechten. 





Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar wat is hechting eigenlijk?

Hechting is het intieme fysieke en emotionele contact tussen ouder en kind in de periode direct na de geboorte.

Hechting is van vitaal belang

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hecht een baby ​
zichzelf?​
Baby’s hebben een natuurlijke neiging om te richten op sociale prikkels (natuurlijke neiging zich te hechten)​


    - baby’s geven signalen​
    - ouders reageren hierop​
Zo ontstaat een band tussen ​de ouders en de baby.



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bevorderende factoren
Sensitief: opvoeders zijn gevoelig voor de signalen (van stress, ongemak, onrust) die een baby geeft.​
Responsief: opvoeders reageren adequaat en snel op de signalen van hun baby.​

Door:​
Het voeden, het geven van geruststelling en warmte.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg ​
bevorderende factoren

Hoe sensitiever en responsiever de opvoeder reageert, hoe meer basis veiligheid en basisvertrouwen het kind krijgt.

Filmpje van afgelopen week

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terug naar basisbegrippen
  • Hechting is het opbouwen van een duurzame emotionele binding tussen het kind en zijn ouders/verzorgers.​
  • Baby’s hechten zich vooral aan diegene die hun troost en warmte geeft.​
  • Deze persoon wordt de gehechtheidspersoon genoemd, Deze persoon vormt de veilige basis voor het kind.



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hechtingsgedrag?
Hechtingsgedrag: het gedrag hoe een baby reageert op het sociale gedrag van zijn verzorgers​.

Gehechtheidsrelaties: relatie waarbij sprake is van een bepaalde verbondenheid tussen 2 mensen. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gehechtheidstheorie van Bowlby (1969)
Deze theorie heeft inzicht gegeven over:​
  • Het belang van hechting​
  • De verschillen in kwaliteit van de hechtingsrelatie​
  • De gevolgen daarvan.



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg ​
theorie van Bowlby

Kwaliteit van hechting wordt vooral zichtbaar in een situatie van stress, ​dus wanneer een kind onzeker, bang, zich niet ​lekker of ziek voelt. ​Het hechtingsgedrag wordt dan zichtbaar.



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Experiment: ​
strange situation

Onderzoekers observeren hoe het kind reageert op een stressvolle situatie (onbekende ruimte, onbekende persoon, kortdurende scheiding van de ouder) ​
Fragment: secure, insecure , avoidment attachment in mothers babys

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

4 Hechtingstypen van Bowlby
A. Onveilig – Vermijdend gehechte kinderen (ongeveer 20%)​
    (zoekt geen toenadering uit angst voor afwijzing?
B. Veilig gehechte kinderen (ongeveer 60 tot 70%)​
    (exploratie en gehechtheidsgedrag zijn in evenwicht)
C. Onveilig – Afwerend (ambivalent) gehechte kinderen (ongeveer 10%)​
   (komt weinig tot exploratie en zoekt steeds de nabijheid van opvoeder)
D. Onveilig – Gedesorganiseerd gehecht (ongeveer 15%)
( kenmerken van hechtingstype A en C. Enerzijds zoeken zij toenadering tot de ouder, terwijl dat tegelijkertijd stress en angst oplevert)


Slide 18 - Tekstslide

Type A: Onveilig-vermijdend gehechte kinderen. Deze kinderen hebben hun gehechtheid geminimaliseerd, omdat zij ervaren hebben dat de ouder relatief vaak afwijzend, zakelijk of weinig sensitief is. Ze negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich (prematuur) zelfstandig.
Type B: Veilig gehechte kinderen. Bij deze kinderen is er een goede balans tussen exploratiedrang en gehechtheidsgedrag. Kinderen durven nieuwe taken aan te gaan, zijn angstig wanneer de ouder uit het zicht is en zoeken toenadering bij terugkomst, waarna ze weer verder durven te exploreren. Ouders zijn sensitief, coöperatief en toegankelijk.
Type C: Onveilig-afwerend gehechte kinderen. Deze kinderen zoeken juist heel veel toenadering bij de opvoeder en zijn weinig geneigd om zelfstandig activiteiten uit te voeren. De afwezigheid van de opvoeder leidt tot angst terwijl de terugkeer van de ouder begroet wordt met boosheid en verontwaardiging. De opvoeder is vaak inconsequent sensitief, onvoorspelbaar voor het kind en afwezig op cruciale momenten.
Type D: Gedesorganiseerd gehechte kinderen. Bij deze kinderen is sprake van gedrag met kenmerken van hechtingstype A en C. Enerzijds zoeken zij toenadering tot de ouder, terwijl dat tegelijkertijd stress en angst oplevert. De omgang met de ouder is vaak inconsequent geweest en onvoorspelbaar terwijl ook vaak sprake is van trauma's of andere ingrijpende gebeurtenissen.
Gevolgen van de kwaliteit van de hechtingsrelatie

  • Veilig gehecht​
  • Onveilig gehecht: ​

    - angstig vermijdend gehecht​
    - angstig afwerend ambivalent


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veilig gehecht
  • Kan zich samen met de ouder makkelijk aanpassen in vreemde situatie en zal zich snel veilig genoeg voelen om te gaan spelen en op onderzoek uit te gaan (exploratiegedrag)
  • Ouder en kind hebben een zichtbaar positief gestemd in elkaars aanwezigheid​
  • Kind reageert met enig onrust en verdriet wanneer ouder weggaat, maar is niet ontroostbaar


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een veilig gehecht kind:
  • Is gelukkig​
  • Is coöperatief (samenwerkend, meewerkend)​
  • Gaat op onderzoek uit​
  • Maakt contact met andere kinderen en volwassenen



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onveilige hechting
Ambivalent gehecht  -   Angstig, vermijdend gehecht


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een onveilig gehecht kind
  • Is angstig ontwijkend of ambivalent ​(is een gespleten gevoel. Je wil iets, en je wil het tegelijkertijd ook niet)
  • Is opstandig​
  • Is niet coöperatief​ ( niet willen samenwerken, niet welwillend)
  • Is teruggetrokken​
  • Speelt liever alleen, of maakt op een negatieve manier contact​
  • Ontdekt niet de wereld om zich heen; ​nieuwe dingen zijn vaak beangstigend





Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt je op in het filmpje?
Wat voor gedrag zie je?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is een goede hechting belangrijk?

Een kind met een goed basisvertrouwen heeft de beste mogelijkheden om zich te ontwikkelen. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot volgende week!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies