KWC V3 Grammatica 3 zinsdelen en zinsdeelstukken (16-11-2023)

Welkom v3a

16-11-2023
Grammatica 3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom v3a

16-11-2023
Grammatica 3

Slide 1 - Tekstslide

Programma

  1. Wat weet je nog van grammatica 3 zinsdelen (herhaling)?
  2. Grammatica 3 nieuw: uitleg zinsdeelstukken
  3. Oefenen met nieuwe lesstof
  4. Maken opdr. 3a, 3b en 3c p. 148
  5. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Grammatica 3

Lesdoel  checken: Je weet welke zinsdelen er zijn en hoe je verschillende zinsdelen herkent in een zin.

Slide 3 - Tekstslide

Alle zinsdelen op een rijtje
  • Persoonsvorm (pv)
  • Onderwerp (ond)
  • Werkwoordelijk gezegde (wwg)
  • Naamwoordelijk gezegde (nwg: nd & wd)
  • Lijdend voorwerp (lv)
  • Meewerkend voorwerp (mv)
  • Bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 4 - Tekstslide

Grammatica 3

Lesdoel : Je leert hoe je verschillende zinsdeelstukken herkent in een zin en hoe je die noteert onder de zin.

Slide 5 - Tekstslide

Alle zinsdeelstukken op een rijtje
  • Bijvoeglijke bepaling (bvb)
  • Bijstelling

Hebben jullie het vorig jaar al gehad over zinsdeelstukken? 

Slide 6 - Tekstslide

De bijvoeglijke bepaling
  • De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een een zinsdeelstuk
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.
  • Voor het zelfstandig naamwoord kunnen er meerdere staan en achter het znw neem je alle woorden samen tot de zinsdeelgrens.
  • Verwar een bijvoeglijke bepaling niet met een bijwoordelijke bepaling!


Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden van de bijvoeglijke bepaling 
Let op: altijd eerst de zinsdelen benoemen!
  • / De aardige jongen / werd  / later  / kinderarts./
  • /Deze kleine, oude vrouw / gaven  / wij  / gisteren  / een doos met aardbeien. /
  •  / Het zeer vriendelijke meisje / wil  / ooit  /een rijke, beroemde zangeres / worden. /
  • / De bakker op de hoek  / bakt / de lekkerste koekjes van het hele land. /


Slide 8 - Tekstslide

Bijstelling
  • Een bijstelling is geen zinsdeel, maar een onderdeel van een zinsdeel, een zinsdeelstuk. 
  • Een bijstelling is eigenlijke een bijzondere bijvoeglijke bepaling die altijd tussen komma's staat of tussen een een komma en een punt. 
  • Een bijstelling herhaalt een zaak of persoon, maar met andere woorden. 
  • Je kunt de volgorde van bijstelling en de zaak/persoon waar het bij hoort omwisselen.
  • Je spreekt een bijstelling altijd lager uit.
  • Voorbeeld: Thomas, de grappigste leerling van v1a, is morgen jarig.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeelden van de bijstelling
  • /Meneer Oldenhof, de mentor van v3a, /geeft/ deze klas /ook /Engels./ 
  • /Ik /ging /op vakantie /met haar zus /naar Parijs, de hoofdstad van Frankrijk./
  • /Jacob, mijn broer, /heeft /mijn oma, de liefste oma van de hele wereld,      / een nieuwe paraplu / gegeven./ 
  • /De docent Frans, meneer Jans, /heeft /de klas /huiswerk /opgegeven/ voor maandag./

Slide 10 - Tekstslide

In duo's zinnen ontleden

                      O     WG      BWB                     BWB                         BWB   
Voorbeeld: /Ik /ging /op vakantie /met haar zus /naar Parijs, de hoofdstad van Frankrijk./
de hoofdstad van Frankrijk = bijstelling

Slide 11 - Tekstslide

Wat is juist?
Diana is de beroemdste prinses van Engeland.
A
is = ng nd
B
beroemdste = bijstelling
C
van Engeland = bvb bij prinses
D
Diana is = ng

Slide 12 - Quizvraag

Wat is juist?
Henk, de broer van mijn moeder, las de post van mijn oma.
A
Henk = bijstelling
B
de post = lv
C
van mijn oma = bvb bij post
D
van mijn oma = mv

Slide 13 - Quizvraag

Wat is juist?
De barbecue van de buren was gezellig.
A
De barbecue = O
B
was gezellig = ng
C
van de buren = bijstelling
D
was = wg

Slide 14 - Quizvraag

Wat is juist?
Over de Rijn, de mooiste rivier van Nederland, voer een gigantische tanker.
A
een gigantische tanker = lv
B
voer = ng
C
Over de Rijn = bwb
D
de mooiste rivier van Nederland = bijstelling

Slide 15 - Quizvraag

Bijstelling of bijvoeglijke bepaling?
Mevrouw Van Vianen, lerares op Calvijn, is dol op hardlopen.
Wat is de bijstelling?
A
Mevrouw Van Vianen is een bijstelling
B
'lerares op Calvijn' is een bijstelling.
C
Van Vianen is de bijstelling
D
Er is geen bijstelling in deze zin.

Slide 16 - Quizvraag

Welk antwoord is juist?
Meneer Jansen is de beste mentor op het KWC.

A
beste = bvb bij mentor
B
de beste mentor op het KWC = bijstelling
C
is = wwg
D
de beste mentor op het KWC = lv

Slide 17 - Quizvraag

Maken huiswerk
Maak nu opdr. 3 a, b en c (p. 148)
Schrijf de zin eerste helemaal netjes over en zorg dat je een regel overslaat om de functies boven de zinsdelen te zetten. De zinsdeelstukken zet je eronder. Voorbeeld:
     O       WG                  LV
/ Jan / eet  / een grote, rode appel./
grote = bvb bij appel, rode = bvb bij appel

Slide 18 - Tekstslide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: 23-11-23
  • Huiswerk: lr grammatica 3 alles (p. 146 en 171-175), mk opdr. 3 a, b en c en lz grammatica 2 p. 142 en 142 behalve telwoorden
  • Meenemen: leesboek, schrift, pen en boek
  • Programma: grammatica 2
Donderdag 30 november is de grammaticatoets.

Slide 19 - Tekstslide