On the road

Traveling
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Traveling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij ooit de weg moeten vragen ain het Engels? Hoe doe je dat?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je dit bord in het Engels?
A
Roundabout
B
Zebra crossing/crosswalk
C
Zebra pad
D
Crossroads

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we dit bord in het Engels?
A
Round junction
B
Crossroads
C
Straight on
D
Roundabout

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we dit in het Engels?
A
Chemist
B
Department store
C
Cinema
D
Church

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we dit in het Engels?
A
Shoe shop
B
Clothes store
C
Supermarket
D
Hairdresser

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we dit in het Engels?
A
Supermarket
B
Chemist
C
Bed & Breakfast
D
Toy shop

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke winkels en gebouwen ken jij in het Engels?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het is vlakbij het ziekenhuis
is / near / hospital / the / it?

Slide 9 - Open vraag

De leerlingen maken zinnen van de losse woorden. Vervolgens toon je de juiste antwoorden op het Digibord en de leerlingen zien of ze het goed gedaan hebben.
De school is aan het einde van de straat
school / the / end / of/ the / street / is / end/ at .

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen maken zinnen van de losse woorden. Vervolgens toon je de juiste antwoorden op het Digibord en de leerlingen zien of ze het goed gedaan hebben.
Kunt u mij vertellen waar het busstation is?
me / Could / busstation / where / you / tell / the /is

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze plattegrond is benodigd voor de volgende opdracht. Leerlingen gaan dan zinnen in de juiste volgorde zetten om van plek 1 naar plek 2 te komen. Benoem hier duidelijk bij dat ze zich moeten inleven in de reiziger en dat links op de kaart voor de reiziger rechts kan zijn wanneer hij andersom staat.
Hoe kom ik van A naar B?
Turn left.
Go straight again
Go straight.
Go straight at the roundabout.

Slide 13 - Sleepvraag

De leerlingen zetten de zinnen op de juiste volgorde om van plek A naar plek B te komen. Vervolgens toon je de antwoorden op het bord en bespreek je deze met de leerlingen, zo kunnen ze leren van hun fouten en de volgende plattegrond beter invullen.
Hoe kom ik van C naar D?
Turn right at the roundabout.
Turn left.
Go straight.
Take the second right.

Slide 14 - Sleepvraag

De leerlingen zetten de zinnen op de juiste volgorde om van plek C naar plek D te komen. Vervolgens toon je de antwoorden op het bord en bespreek je deze met de leerlingen, zo kunnen ze leren van hun fouten en de volgende plattegrond beter invullen.
Put the sentences in the right order to get from F to A.
Turn straight at the roundabout.
Take the first right.
Go straight.
Take the first left.

Slide 15 - Sleepvraag

De leerlingen zetten de zinnen op de juiste volgorde om van plek F naar plek A te komen. Vervolgens toon je de antwoorden op het bord en bespreek je deze met de leerlingen, zo kunnen ze leren van hun fouten.
Waar is het
Kijk op de kaart op bladzijde 95

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar is de supermarkt
welke zin klopt?
A
The supermarkt is behind the museum
B
The supermarkt is near the petshop

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar ligt het Hotel?
Welke zin klopt
A
The hotel is next to the policestation
B
The hotel is behind the church

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar ligt het park?
Welke zin klopt
A
The park is at the left of the supermarket
B
The park is in front of the school

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar ligt het ziekenhuis?
Welke zin klopt
A
The hospital is near the bridge
B
The hospital is behind the church

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met uitspraak
It is near the hospital.

It is only a short walk.

The park is not far from the bridge.

The school is at the end of the street.

It is on the corner of West street and High street. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De weg vragen
Neem me niet kwalijk. Weet u waar het stadspark is? 
Kunt u mij vertellen waar het busstation is?
Kunt u het mij op de kaart laten zien?
Is het ver?
Excuse me.
Do you know where the city park is?
Could you tell me where the bus station is?
Could you show me on the map?
Is it far?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De weg wijzen - rechtdoor
Ga rechtdoor

Ga lang het busstation.

Loop deze straat uit.
Go straight ahead.

Go past the bus station.

Go down this street.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De weg wijzen - afslaan
Ga linksaf.

Ga rechtsaf.

Neem de eerste/tweede straat rechts/links
Go left.

Go right.

Take the first/second street on the right/left.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De weg wijzen - oversteken
Ga de brug over.

Steek de straat over.
Go over the bridge.

Cross the road. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De weg wijzen - handige woorden
verkeerslichten

rotonde

plein

bord

deze/die kant op
stoplichten

rondabout

square

sign

this/that way

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De weg wijzen - zeggen waar iets is
Het is aan de linkerkant.
Het is aan de rechterkant.
Het is naast het treinstation.
Het is achter het politiebureau.
Het is op de hoek van Long Street en Elm Street.
Het is aan het einde van West Street. 
Het is vlakbij het busstation.
Het is tussen de dierenwinkel en de supermarkt.
Het is voor de school. 
It is on the left.
It is on the right.
It is next to the train station.
It is behind the police station.
It is on the corner of Long Street and Elm street.
It is at the end of West Street.

It is near the bus station.
It is between the pet shop and the supermarket.
It is in front of the school. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De weg vragen
Je vraagt de weg naar:

- De pizzeria
- Het museum
- De dierenwinkel
- Het politiebureau
- De bioscoop

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent: Ga rechtdoor
A
go straight ahead
B
go cross the road

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent: plein
A
roundabout
B
sign
C
square
D
traffic lights

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent: loop deze straat uit.
A
go trough this street
B
go down this street

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal 'neem me niet kwalijk'

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal 'het is tussen de dierenwinkel en de supermarkt'

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

vervoersmiddel

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Roundabout
A
rond punt
B
kruispunt
C
Rotonde
D
verkeerslicht

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

No overtaking
A
Niet oversteken
B
Niet parkeren
C
Niet inhalen
D
Niet keren

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Giving directions in English

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 12

Trek een lijn van 'my house' naar een gebouw naar keuze. 
Schrijf bij opdracht 12 op in het Engels hoe je daar komt.

Werk nu in tweetallen! 

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies