Openboektoets Vocabulaire ch. 1 t/m 3 (V2)
Vocabulaire A (ch. 1)
met het vliegtuig
met het vliegtuig
1 / 36
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Vocabulaire A (ch. 1)
met het vliegtuig
met het vliegtuig
Slide 1 - Open vraag
Vocabulaire A (ch. 1)
maar
maar
Slide 2 - Open vraag
Vocabulaire A (ch. 1)
ongelofelijk
ongelofelijk
Slide 3 - Open vraag
Vocabulaire B (ch. 1)
de reis
de reis
Slide 4 - Open vraag
Vocabulaire B (ch. 1)
het is koud
het is koud
Slide 5 - Open vraag
Vocabulaire B (ch. 1)
het weer, de tijd
het weer, de tijd
Slide 6 - Open vraag
Vocabulaire E (ch. 1)
Spaans
Spaans
Slide 7 - Open vraag
Vocabulaire E (ch. 1)
in de lente
in de lente
Slide 8 - Open vraag
Vocabulaire E (ch. 1)
bijna
bijna
Slide 9 - Open vraag
Vocabulaire F (ch. 1)
het zwembad
het zwembad
Slide 10 - Open vraag
Vocabulaire F (ch. 1)
de week
de week
Slide 11 - Open vraag
Vocabulaire F (ch. 1)
de zee
de zee
Slide 12 - Open vraag
Vocabulaire A (ch. 2)
soms
soms
Slide 13 - Open vraag
Vocabulaire A (ch. 2)
iedereen
iedereen
Slide 14 - Open vraag
Vocabulaire A (ch. 2)
vaak
vaak
Slide 15 - Open vraag
Vocabulaire B (ch. 2)
het konijn
het konijn
Slide 16 - Open vraag
Vocabulaire B (ch. 2)
ziek
ziek
Slide 17 - Open vraag
Vocabulaire B (ch. 2)
de schildpad
de schildpad
Slide 18 - Open vraag
Vocabulaire E (ch. 2)
de mobiele telefoon
de mobiele telefoon
Slide 19 - Open vraag
Vocabulaire E (ch. 2)
nu
nu
Slide 20 - Open vraag
Vocabulaire E (ch. 2)
winnen
winnen
Slide 21 - Open vraag
Vocabulaire F (ch. 2)
het landschap
het landschap
Slide 22 - Open vraag
Vocabulaire F (ch. 2)
het bed
het bed
Slide 23 - Open vraag
Vocabulaire F (ch. 2)
de vrije tijd
de vrije tijd
Slide 24 - Open vraag
Vocabulaire A (ch. 3)
echt, werkelijk
echt, werkelijk
Slide 25 - Open vraag
Vocabulaire A (ch. 3)
de kledingmaat
de kledingmaat
Slide 26 - Open vraag
Vocabulaire A (ch. 3)
passen, proberen
passen, proberen
Slide 27 - Open vraag
Vocabulaire B (ch. 3)
nuttig
nuttig
Slide 28 - Open vraag
Vocabulaire B (ch. 3)
de laarzen
de laarzen
Slide 29 - Open vraag
Vocabulaire E (ch. 3)
de zonnebril
de zonnebril
Slide 30 - Open vraag
Vocabulaire E (ch. 3)
één momentje
één momentje
Slide 31 - Open vraag
Vocabulaire E (ch. 3)
ik begrijp (het)
ik begrijp (het)
Slide 32 - Open vraag
Vocabulaire E (ch. 3)
lang (qua tijd)
lang (qua tijd)
Slide 33 - Open vraag
Vocabulaire F (ch. 3)
de pet
de pet
Slide 34 - Open vraag
Vocabulaire F (ch. 3)
elke maand
elke maand
Slide 35 - Open vraag
Vocabulaire F (ch. 3)
de hoed
de hoed
